Rijksuniversiteit Groningen

118- Asielzoekerskinderen eten ongezond

Datum: 20 november 2007

Kinderen in Nederlandse asielzoekerscentra eten te vet en krijgen te weinig vitamines en mineralen binnen. Hun groei en ontwikkeling komen hierdoor in gevaar. Dat blijkt uit onderzoek van Annette Stellinga. Zij promoveert op 28 november 2007 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Stellinga onderzocht de voedingsgewoonten in drie asielzoekerscentra in het noorden van het land. Ze bracht in kaart wat kinderen van 2 tot 12 jaar daar eten. Voor het onderzoek werden 135 kinderen ondervraagd die gemiddeld drie jaar in Nederland verbleven, afkomstig uit verschillende landen in Oost-Europa, Afrika en Azië. Deze groep is representatief voor alle kinderen in asielzoekerscentra. De meeste kinderen eten te veel vet, zo blijkt. Ook krijgen de kinderen te weinig vitamines en mineralen binnen. Stellinga waarschuwt dat een deel van de resultaten waarschijnlijk ook geldt voor migrantenkinderen buiten de asielzoekerscentra.

Te veel vet

Van de onderzochte kinderen was 14 procent te dik en 7 procent veel te dik. Dat zijn ze geworden tijdens het verblijf in Nederland, blijkt uit het onderzoek. Het percentage kinderen met overgewicht en obesitas nam tijdens het verblijf in Nederland toe van 15 tot 21 procent. Bijna een kwart van de kinderen had een vetinname hoger dan de maximale aanbevolen hoeveelheid. Kinderen uit Oost Europa hadden de meest ongunstige vet- en koolhydraatinname.

Te weinig vitamines en mineralen

Ook krijgen de kinderen te weinig vitamines binnen, met name A en D, en te weinig mineralen als ijzer en calcium. Het gebrek aan vitamine D verbetert in de zomer onvoldoende, met name bij Afrikaanse kinderen. De oorzaak hiervoor ligt mogelijk in een geringere biosynthese in de donker gepigmenteerde huid. Omdat de kinderen ook te weinig calcium innemen, heeft dit zeer negatieve gevolgen voor de sterkte van het skelet in het latere leven.

Aanbevelingen

Stellinga schrijft de slechte voedingsgewoonten in asielzoekerscentra toe aan het beperkte budget en de slechte kookfaciliteiten in asielzoekerscentra. Ook hebben de asielzoekers moeite om te wennen aan het voedsel dat in Nederland te koop is. Er moet op verschillende manier ingegrepen worden, zo stelt de onderzoeker. De voedingsstatus van de kinderen moet beter in de gaten worden gehouden. Ook voedingsvoorlichting en de (gratis) verstrekking van voedingssupplementen lijken gerechtvaardigd.

Oplossing

Op grond van de bevindingen in dit proefschrift wordt de indicatie van vitamine D verstrekking in asielzoekerscentra inmiddels heroverwogen, gaat voedingsvoorlichting een expliciet onderdeel uitmaken van de voorlichting in de jeugdgezondheidszorg aan asielzoekerskinderen en wordt het gebruikte voorlichtingsmateriaal gecontroleerd op bruikbaarheid voor de doelgroep. De financiële toelage voor asielzoekerskinderen is inmiddels verhoogd naar het geschatte noodzakelijke budget in Nederland (NIBUD).

Curriculum Vitae

Annette Stellinga (Beverwijk, 1964) studeerde geneeskunde te Groningen. Ze verrichtte haar promotieonderzoek aan de afdelingen Kindergeneeskunde (gastroenterologie) en Sociale Geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen, de afdeling Klinische Chemie van hetMedisch Centrum Leeuwarden, en in samenwerking met het MOA-NN (Medische Opvang Asielzoekers Noord Nederland). Stellinga werkt sinds 2001 als arts Maatschappij en Gezondheid, Jeugdgezondheidszorg bij de MOA-NN. De titel van haar proefschrift is: 'Nutritional assessment of Asylum seekers' children in the Netherlands'.

Noot voor de pers

Informatie: via UMCG, Communicatie, tel. 050-361 4464 / 361 2200, e-mail: j.m.kruse@bvl.umcg.nl