Het expertisecentrum Nederlands: Leesprestaties Nederlandse leerlingen achteruit in vergelijking met 2001

Nederlandse leerlingen van 9 en 10 jaar lezen in vergelijking met andere landen goed. Maar in tegenstelling tot vijf jaar geleden lezen ze gemiddeld slechter, met name de meisjes presteren minder goed dan in 2001. Nederland heeft niet veel zwakke lezers, maar ook niet veel gevorderde lezers. Verreweg de meeste scholieren beheersen de basisleesvaardigheden. Dit blijkt uit PIRLS, Progress in International Reading Literacy Study, een internationaal vergelijkend onderzoek naar leesvaardigheid van leerlingen van 9 en 10 jaar, dat vandaag is aangeboden aan staatssecretaris Dijksma van Onderwijs.

In 2006 behalen de Nederlandse leerlingen een gemiddelde schaalscore van 547 tegen 554 in 2001 (het internationale gemiddelde is op 500 gesteld). Deze daling is toe te schrijven aan een minder goede prestatie van de meisjes. Hoewel de meisjes nog steeds significant beter presteren dan de jongens, zijn de verschillen kleiner geworden. De leesscores van de allochtone en autochtone leerlingen verschillen nog steeds sterk (respectievelijk 554 en 513). Het verschil tussen beide groepen is in de afgelopen 5 jaar gelijk gebleven. Staatssecretaris Dijksma geeft in een eerste reactie aan: 'Dit onderzoek geeft voor mij aan dat we met de Kwaliteitsagenda op de goede weg zitten: focus op taal en rekenen.'

De koplopers in 2006 zijn de Russische Federatie, Hong Kong, Singapore. De subtop bestaat uit Luxemburg, Italië, Hongarije, Zweden, Duitsland, Nederland, Vlaanderen, Bulgarije, Denemarken. Hekkensluiters zijn Koeweit, Marokko en Zuid-Afrika.

In PIRLS zijn vier leesniveaus gedefinieerd:gevorderd, hoog, midden, laag. Nederland heeft weinig leerlingen die excelleren maar heeft ook weinig zwakke lezers. Zes procent van de Nederlands leerlingen haalt het gevorderde niveau, 49% het hoge niveau, 91% het midden niveau en 99% het lage niveau. Met het percentage gevorderde lezers blijft Nederland achter in vergelijking met de Top 10 landen. Ter illustratie, 10% van de leerlingen in Zweden haalt het gevorderde leesniveau en bij de overige Top 10 landen zit minimaal 14% van de leerlingen in het gevorderde leesniveau.

Nederland heeft in vergelijking met de andere landen nog steeds erg veel leerlingen die de eerste leesvaardigheden, zoals het herkennen van letters of enkele woorden lezen, niet of nauwelijks onder de knie hebben voordat ze naar groep 3 gaan. Leerlingen besteden thuis minder tijd aan het lezen van verhalen of leesboeken dan in 2001. Daarnaast reageert slechts 39% van de leerlingen positief op de vragen of ze lezen leuk vinden. Zowel internationaal gezien als in Nederland behalen de leerlingen die elke dag of bijna elke dag lezen de hoogste leesscores.

Aan PIRLS 2006 hebben wereldwijd ruim 215.000 leerlingen deelgenomen, in Nederland hebben 4156 leerlingen van 139 scholen meegewerkt. PIRLS is een onderzoek van het IEA, International Association for the Evaluation of Educational Achievement, de coördinatie van het onderzoek in Nederland is in handen van het Expertisecentrum Nederlands, in opdracht van het Ministerie van OCW.