Universiteit van Tilburg

Universiteit van Tilburg 30 november 2007

Verbod op marktmanipulatie moet worden aangescherpt

Promotie jurist Matthijs Nelemans aan Universiteit van Tilburg

Volgens de Nederlandse wet is het verboden om financiële markten te manipuleren. Het verbod is op bepaalde onderdelen echter te ruim of te vaag en beperkt het functioneren van de marktpartijen. Dat stelt de jurist Matthijs Nelemans, die op 30 november promoveert aan de Universiteit van Tilburg. Het verbod zou volgens hem moeten worden aangescherpt en alleen gedrag moeten verbieden dat resulteert in echte ongewenste effecten.

Bedrijven en handelaren op de beurs verspreiden informatie en verrichten transacties die invloed kunnen hebben op de koersen. Als de verstrekte informatie onjuist of misleidend is, of de transacties manipulatief, kunnen zij mogelijk worden vervolgd voor marktmanipulatie. Een recent voorbeeld van een poging tot manipulatie is de zaak-Cardio Control, waarin de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan.
De Nederlandse wetgever heeft op basis van de Europese richtlijn marktmisbruik een verbod van marktmanipulatie ingevoerd, bestaande uit een verbod van informatiemanipulatie en een verbod van transactiemanipulatie. Met de komst van het verbod kan de Autoriteit Financiële Markten eenvoudiger marktmanipulatie aanpakken. Dit zou moeten bijdragen aan het vertrouwen in de financiële markten. Bepaalde onderdelen van het verbod zijn echter te ruim en maken onvoldoende duidelijk welk gedrag al dan niet strafbaar is. Daarom onderzocht Matthijs Nelemans hoe het verbod kan worden aangescherpt. Hij bestudeerde daartoe zowel hoe informatie en transacties invloed hebben op de koersvorming, als hoe onderdelen van het verbod kunnen worden uitgelegd en de toepassing ervan verbeterd.

Nelemans komt onder meer tot de conclusie dat in het verbod van informatiemanipulatie een expliciete relevantiestandaard ontbreekt. Die bestaat bijvoorbeeld wel in de Amerikaanse wetgeving. Een relevantiestandaard maakt duidelijk in welke gevallen gebrekkige informatie wel en niet relevant is en onder het verbod behoort te vallen. De onderzoeker stelt voor om een relevantiestandaard te hanteren en legt uit hoe deze kan worden toegepast. Daarnaast bevat het verbod van transactiemanipulatie volgens Nelemans een vage normstelling, omdat de begrippen 'kunstmatig koersniveau' en 'abnormaal koersniveau' niet zijn toegelicht. De onderzoeker ontwikkelt een nieuwe standaard, de zogenaamde 'ongedekte koersdruk'-standaard, waarmee deze begrippen zijn uit te leggen. Gebruikmaking van de standaard zorgt ervoor dat het verbod niet van toepassing is op nuttig en onschadelijk gedrag.

Matthijs Nelemans (1977, Utrecht) studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht en bedrijfseconomie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij voerde zijn promotieonderzoek uit bij de Vakgroep Strafrechtswetenschappen aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid en participeerde daarnaast in het Tilburg Law and Economics Center (TI-LEC). In 2004 was hij visiting researcher aan Harvard Law School en in 2007 visiting scholar aan Columbia Law School. Hij werkt thans als advocaat in Amsterdam.