Persbericht Wageningen Universiteit: nr 093, 6 december 2007

http://www.wur.nl/NL/nieuwsagenda/nieuws/Varens_in_Nederland_bloeien_als_nooit_tevoren.htm

Varens in Nederland 'bloeien' als nooit tevoren

Het gaat goed met de varens in de Nederlandse bossen. 69% van de soorten neemt toe in aantal. De groei is voor een belangrijke deel te danken aan nieuwe leefgebieden in de bossen van Flevoland, waar zich in enkele decennia op de voormalige zeebodem `hotspots` voor varens ontwikkelden. Dat is op wereldschaal niet eerder vertoond. Tot die bevinding komt na dertig jaar onderzoek promovendus Piet Bremer in zijn proefschrift dat hij 12 december verdedigt aan Wageningen Universiteit.

De aangeplante bossen in Flevoland herbergen bijna alle varensoorten. Alleen al in het Kuinderbos komen 25 soorten varens voor die verschenen op de hellingen van greppels in het zgn. veenafbraakgebied. Bodemkundig komen dergelijke verdronken hoogveengebieden nergens anders ter wereld voor. Ten tijde van de Zuiderzee werd op dit hoogveen een laag zeer fijn, kalkrijk zand afgezet. Naast het Kuinderbos komt een hoge varendiversiteit voor bij Lelystad en in het Voorsterbos bij Kraggenburg, zodat de Flevo-bossen een eldorado voor varens blijken te zijn.

De varensoorten vestigden zich vooral op de hellingen van de honderd kilometer in de Tweede Wereldoorlog gegraven greppels. Hieronder waren vier voor Nederland nieuwe soorten, waaronder Lansvaren en Zachte naaldvaren. Dat gebeurde tussen de tien en ruim twintig jaar na aanplant van het bos.

Promovendus Piet Bremer onderzocht de afgelopen dertig jaar het populatieverloop van de varensoorten in Flevoland. Uit zijn onderzoek blijkt dat het succes sterk wisselt per varensoort. Sommige soorten, zoals de Tongvaren en Stijve naaldvaren breidden zich sterk uit, van andere soorten stabiliseerden de aantallen zoals bij de Gebogen driehoeksvaren en Steenbreekvaren. Grosso-modo blijft het aantal varensoorten constant. Het aantal exemplaren van zeldzame varens nam spectaculair toe van 700 in 1979 naar 17 000 nu, waarbij de beschermde Tongvaren (15 000) het meest succesvol blijkt te zijn. Deze soort profiteert van het op varens afgestemde bosbeheer en de zachte winters. Voordelig voor alle varensoorten is de verminderde vervuiling door zwaveldioxide in de lucht, zachte winters als gevolg van klimaatverandering en een stijging van de gemiddelde leeftijd van de bossen.

Strenge winters blijken een negatief effect te hebben op wintergroene varens. Het kappen van bomen heeft van alle factoren de sterkste invloed op bloemloze planten. Varens gedijen goed in bos waar 2 5 procent van het licht de bodem bereikt. Onder deze grens wordt het bos te donker. Bij te veel bomenkap wordt het te licht en kunnen bramen de bijzondere varens overgroeien.