College van Beroep voor het bedrijfsleven

rechtspraak

Beleidsruimte indicatieorgaan. Rechterlijke toetsing

Aan het bevoegde indicatieorgaan komt geen beoordelingsvrijheid toe bij de uitleg van de algemeen verbindende voorschriften die op (het nemen van) een indicatiebesluit van toepassing zijn. Noch de tekst van die algemeen verbindende voorschriften noch de aard van de door het indicatieorgaan uit te oefenen bevoegdheid geeft daartoe aanleiding. Dit betekent dat de bestuursrechter de uitleg die het indicatieorgaan aan de toepasselijke algemeen verbindende voorschriften geeft, vol dient te toetsen en zo nodig zijn uitleg in de plaats dient te stellen van die van het indicatieorgaan. Voor een marginale of terughoudende toetsing is derhalve geen plaats. Of het indicatieorgaan terzake wel of niet beleid(sregels) heeft vastgesteld, waartoe het op zichzelf bevoegd is op grond van artikel 1:3, vierde lid, van de Awb, is daarbij niet van belang. Hiervan uitgaande stelt de Raad vast dat in de in dit geding van belang zijnde onderdelen van het Protocol Indicatiestelling geen onjuiste uitleg wordt gegeven aan de in de artikelen 2, tweede lid, en 9 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ voorkomende begrippen.

LJ Nummer:

BB9311

Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 12 december 2007