Steunpunt WAV
Arbeidsmarktflits
Vlaming werkt 37,5 uur per week
2007-12-13
In Vlaanderen heeft 65% van de bevolking op arbeidsleeftijd een job,
dat is minder dan in Nederland en Duitsland en iets meer dan in
Frankrijk (tabel 1). Houden we echter rekening met het gepresteerde
arbeidsvolume (het totaal aantal gepresteerde arbeidsuren) en drukken
we de werkzaamheidsgraad uit in voltijdse equivalenten (VTE), dan
steekt Vlaanderen de buurlanden de loef af. Indien het totaal
gepresteerde arbeidsvolume uitgedrukt wordt in aantal voltijdse jobs,
dan zou de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen 60,8% bedragen. In de
buurlanden ligt dit niveau lager. Vooral in Nederland en Duitsland
ligt de werkzaamheidsgraad in VTE heel wat lager dan de
werkzaamheidsgraad uitgedrukt in personen. Dit komt door het hoge
aandeel deeltijdarbeid en/of de lage wekelijkse arbeidsduur (zie
verder). Anders uitgedrukt: er zijn bijvoorbeeld meer Nederlanders aan
het werk, maar Nederlanders werken vaker deeltijds en in kleinere jobs
dan Vlamingen.
Tabel 1. Werkzaamheidsgraad van de bevolking tussen 15 en 64 jaar in
personen en in VTE (Vlaams Gewest, België en de buurlanden; 2006)
(%)
In personen
In VTE
Vlaams Gewest
65,0
60,8
België
61,0
56,5
Nederland
73,7
57,7
Duitsland
67,7
59,6
Frankrijk
63,0
59,0
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek - EAK, Eurostat LFS
(Bewerking Steunpunt WSE)
Maar hoe presteert de Vlaming vergeleken met de andere Europese
landen? We bekijken voor de landen van de Europese Unie van voor de
uitbreiding (EU-15) de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur voor voltijds
werkenden en deeltijds werkenden en het aandeel deeltijdarbeid. In
tabel 2 rangschikken we (van hoog naar laag) de EU-15-landen volgens
hun gemiddelde wekelijkse arbeidsduur.
De cijfers over de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur ontkrachten het
beeld van de Vlaming die relatief veel uren klopt. Vergeleken met
andere landen uit EU-15 situeert het Vlaams Gewest zich in de onderste
helft van de rangschikking met betrekking tot de arbeidsduur (37,5 uur
per week). Enkel Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Nederland hebben
gemiddeld kortere werkweken. De reden van de relatief korte werkweek
in Vlaanderen ligt in de wekelijkse arbeidsduur van voltijds werkenden
en in het aandeel deeltijdarbeid.
Tabel 2. Gemiddelde wekelijkse arbeidsduur naar arbeidsregime en
aandeel deeltijdarbeid bij de 15- tot en met 64-jarigen (Europese
landen; 2006)
Totaal
Voltijds
Deeltijds
(u/w)
(u/w)
(u/w)
(%)
Griekenland
43,2
Oostenrijk
44,7
Zweden
26,6
24,3
Portugal
40,4
Griekenland
44,4
Vlaams Gew.
24,5
22,8
Oostenrijk
39,8
VK
43,2
Frankrijk
24,4
17,1
Spanje
39,8
Spanje
42,4
België
24,1
22,0
Italië
38,7
Portugal
42,0
Luxemburg
23,3
17,1
Frankrijk
38,4
Duitsland
41,9
Italië
22,1
13,1
Finland
38,2
Vlaams Gew.
41,6
Griekenland
21,7
5,5
Zweden
37,9
Zweden
41,4
Oostenrijk
21,6
21,3
Luxemburg
37,5
Italië
41,2
Finland
21,5
13,5
VK
37,5
Frankrijk
41,2
Portugal
21,4
8,1
Vlaams Gew.
37,5
Nederland
41,1
Noorwegen
21,0
27,0
België
37,2
België
41,1
Denemarken
20,3
23,0
Denemarken
36,3
Denemarken
41,0
Spanje
20,2
12,3
Duitsland
36,0
Finland
40,7
Nederland
20,2
45,0
Noorwegen
34,7
Luxemburg
40,4
VK
19,6
24,5
Nederland
31,6
Noorwegen
39,9
Duitsland
18,6
25,1
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek - EAK, Eurostat LFS
(Bewerking Steunpunt WSE)
Voltijds werkende Vlamingen presteren eerder een `doorsnee' aantal
uren in vergelijking met andere voltijds werkende Europeanen. In zes
landen ligt de wekelijkse arbeidsduur hoger dan de 41,6 uren die
voltijds werkende Vlamingen presteren. Maar al bij al zijn de
verschillen beperkt: de meerderheid van de landen heeft een wekelijkse
arbeidsduur tussen 41 uur en 42 uur. De Oostenrijkers spannen de kroon
met 44,7 uur per week, gevolgd door de Grieken. Opvallend is dat in de
noordelijke landen (Noorwegen, Finland, Denemarken en Nederland) een
voltijdse job gemiddeld kleiner is dan in Vlaanderen.
In het aandeel deeltijdarbeid zit een tweede belangrijke reden vervat
voor de gemiddeld korte werkweek. Het aandeel deeltijdarbeid ligt in
Vlaanderen immers eerder hoog (22,8%). Zes landen hebben een hoger
aandeel deeltijdarbeid, maar opnieuw is het verschil beperkt. Enkel
Nederland steekt er met kop en schouders bovenuit (45%
deeltijdarbeid). Wel is het zo dat áls de Vlaming deeltijds werkt, hij
of zij gemiddeld een grotere deeltijdse job (24,5 u/w) heeft dan de
andere Europeanen. Enkel in Zweden zijn deeltijdse jobs gemiddeld iets
groter dan in Vlaanderen (26,6 u/w). Andere noordelijke landen als
Noorwegen, Finland en Nederland hebben een hoog aandeel deeltijdarbeid
gecombineerd met een lage arbeidsduur bij deeltijds werkenden.
In het WSE report `Over arbeidsvolume en arbeidsduur in Vlaanderen en
Europa' wordt uitgebreid ingegaan op Europees vergelijkend
cijfermateriaal over arbeidsvolume.