Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Congres 'maak ruimte voor klimaat'

Toespraak | 27-12-2007 | Zeist | Staatssecretaris Tineke Huizinga-Heringa

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Koninklijke Hoogheid, dames en heren,

Zijne Koninklijke Hoogheid ging zojuist in op de negatieve, maar soms ook positieve gevolgen van klimaatverandering. Het is goed om te beseffen dat klimaatverandering niet alleen een doemscenario is. Ook is het goed te horen dat u een lans breekt voor innovatie, daarin vindt u in mij een medestander. Minister Cramer besprak een aantal onderwerpen die zeker op de uitvoeringsagenda van het adaptatieprogramma Ruimte en Klimaat moeten komen. Aan mij de eer om in te gaan op het waterbeleid, en hoe we daarin aan de slag zijn met klimaatverandering. Een belangrijk thema hierbij is: de relatie tussen water en ruimtelijke ordening in het licht van klimaatverandering.

Aanpassen aan het klimaat is voor de waterbeheerders niet nieuw. Eeuwenlang hebben wij onze kwetsbare delta moeten aanpassen aan veranderende omstandigheden. Ook op dit moment zijn we daar volop mee bezig. Begin september heb ik namens het kabinet de Watervisie gepresenteerd, de opmaat voor het Nationale Waterplan dat in 2009 zal verschijnen. Het eerste hoofdstuk in deze watervisie heet `Samen maken we Nederland klimaatbestendig'. Niet voor niets is dit het eerste speerpunt, het is van groot belang om daar samen aan te werken.

In tegenstelling tot vroeger hebben we tegenwoordig de kennis en techniek in huis, waarmee bijvoorbeeld te voorspellen is hoe sterk de zeespiegel de komende eeuw stijgt. We kijken dus eigenlijk in de toekomst en dat maakt het noodzakelijk om de korte termijn met de lange termijn te verbinden. Is wat we nu doen, genoeg voor wat Nederland straks nodig heeft? Verkeer en Waterstaat is druk bezig deze verbindingen te leggen. Ik noem u als voorbeelden de aanpak van de Zwakke Schakels langs de Kust, Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken. Hier passen we de begrippen robuust en flexibel uit de adaptatiestrategie al volop toe.
Voor de middellange termijn zal begin volgend jaar het beleidskader IJsselmeergebied verschijnen. Voor dit heel grote gebied moeten we ons bezig houden met veiligheid, zoetwatervoorziening, ecologie én hoogwaardige ruimtelijke inrichting. En met de beleidsnota Waterveiligheid 21ste eeuw willen we in 2008 een kader stellen voor het waterveiligheidsbeleid voor de middellange termijn.

Het beleid gaat uit van een risicobenadering gericht op het voorkomen van overstromingen en met aandacht voor het beperken van de gevolgen. Dit moeten we in samenhang gaan vormgegeven. Inzet op preventie blijft de belangrijkste pijler, maar ontslaat ons niet van de plicht al maatregelen te nemen om de gevolgen van een overstroming beperken. Hierbij denk ik aan acties als compartimentering, rampenplannen en hoogwaterbestendig bouwen.

Tijdens de conferentie Waterveiligheid 21e eeuw op 9 november is hier uitvoerig over gesproken. Er is veel aandacht voor de noodzaak Nederland zo in te richten dat het op de klimaatveranderingen kan anticiperen. Dit betekent bijvoorbeeld dat bij locatiekeuze en met name de inrichting van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen vroegtijdig naar de wateraspecten moet worden gekeken. Dat is in het verleden niet altijd gebeurd.

Bij gebieden als de Zuidplaspolder en Almere krijgt klimaatbestendige inrichting volop aandacht. Er blijken tal van innovatieve oplossingen mogelijk. Het kan geen kwaad om nog eens goed naar alternatieven te kijken, maar bouwen in dergelijke laaggelegen gebieden is zeker niet bij voorbaat onmogelijk. Slimme oplossingen zijn altijd de kracht van de Nederlandse waterbouwsector geweest. Ook dat is een thema dat veel nadruk krijgt: investeren in innovaties en de opgedane kennis ook buiten onze grenzen inzetten.

Volgend jaar gaan we ons naar aanleiding van een bijna voltooid onderzoek ook bezighouden met de mogelijkheden van compartimentering van dijkringen. Door compartimentering zal de omvang van een overstroomd gebied en daarmee de schade en het aantal slachtoffers kunnen worden beperkt.

We gaan zelfs al honderd jaar vooruit kijken. Het kabinet verwacht volgend jaar het rapport van de zogenoemde Deltacommissie met een advies voor de bescherming van de Nederlandse kust en het achterland, met de blik stevig op de 22ste eeuw gericht.

In het licht van de klimaatverandering is het verstandig niet alleen naar veiligheid kijken. Ook hevige regenbuien of juist perioden van droogte zullen vaker voorkomen. Dit levert geen direct gevaar op voor de veiligheid van ons land, maar kan wel veel overlast geven. We moeten zorgen dat het hemelwater ergens terechtkan, dat het gemakkelijk in de grond kan zakken of kan wegstromen. Water terug brengen in de stad kan daarbij een positief effect hebben op de leefbaarheid. Ik ga over wateroverlast en droogte afspraken maken met provincies, waterschappen en gemeenten en die krijgen een plek in een geactualiseerd Nationaal Bestuursakkoord Water, dat binnenkort gesloten kan worden.

Zo bereiden we Nederland voor op het veranderde klimaat. Maar niet alleen het klimaat verandert, dat geldt ook voor de wensen op het gebied van wonen, werken, recreëren en ruimtegebruik. Daardoor verandert de inrichting van ons land en dat maakt het noodzakelijk water een meer structurerend element te laten zijn in ruimtelijke ordening. Vroeger was het vanzelfsprekend dat we het waterpeil aanpasten aan de functie van het land: akkers en weilanden mochten niet te nat zijn. Nu is het duidelijk dat dit principe niet meer consequent is vol te houden. Je kunt niet altijd blijven pompen in een laaggelegen gebied terwijl het water van alle kanten naar binnen wil dringen.

De sleutel voor een goed evenwicht tussen water en ruimtelijke ordening is het combineren van gebruiksfuncties. Dus én beschermen tegen water én bijvoorbeeld de ruimte gebruiken voor woningbouw, natuur, infrastructuur, mobiliteit, landbouw en recreatie. Door met innovatie dat soort kansen te pakken, versterken we onze economie ook. Daarbij is niet alleen de overheid betrokken, maar ook het bedrijfsleven, de maatschappelijke organisaties en de Nederlandse burger in het algemeen. Hiervoor is bewustwording een belangrijke factor. Verkeer en Waterstaat investeert de komende jaren ongeveer tien miljoen euro in maatregelen gericht op bewustwording, betrokkenheid en educatie. Hiervan zal 8,5 miljoen euro gaan naar de voortzetting en de vernieuwing van de campagne Nederland leeft met Water. Bewustwording is niet voor niets een ander speerpunt uit de Watervisie, want als mensen zich betrokken voelen, zullen we de beste resultaten behalen.

Dames en heren,
Omdat waterbeheer en ruimtelijke ordening zo veel mensen aangaan, is het belangrijk om dit in zo groot mogelijk verband aanpakken. Met de ondertekening van de Adaptatiestrategie, niet alleen door een aantal ministeries, maar ook door het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, geven we dat signaal duidelijk af. Een signaal dat wij er samen voor staan en er samen voor gaan om Nederland klaar te stomen voor de toekomst.

Dank u wel.

Verwante onderwerpen


* Weer en Klimaat

* Water en toekomst