Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over vacuümtherapie in verpleeghuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-K-U-2807966
12 december 2007
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het
Kamerlid Van Gerven over vacuümtherapie in verpleeghuizen
(2070802520).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel `Bureaucraten blokkeren ketenzorg'?
1)
Antwoord 1
Mijn reactie blijkt uit onderstaande antwoorden.
Vraag 2
Waarom heeft het maanden geduurd voordat de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) in de in het artikel beschreven situatie tot het advies kwam dat
zorgverzekeraar, zorgkantoor, medisch specialist en verpleeghuis samen
afspraken moeten maken?
Vraag 3
Vindt u dat de NZa als toezichthouder en facilitator van de markt haar
rol in deze kwestie waarmaakt?
Vraag 4
Waarom heeft de NZa niet naar een oplossing gezocht?
Antwoord 2, 3 en 4
De NZa geeft in een reactie aan zich niet te herkennen in de
beschreven gang van zaken, noch in de taken die de schrijvers van het
artikel de NZa toedichten. Wel maakt het artikel zichtbaar, aldus de
NZA, dat zij duidelijker moet zijn over waar zij over gaat en waarover
niet. Uit de stakeholdersanalyse die de NZa recentelijk liet uitvoeren
blijkt dit ook. Partijen in de zorg weten vaak niet wat onder het
toezicht van de NZa valt en wanneer de verantwoordelijkheid bij
anderen ligt. Daarvoor zegt de NZa de hand in eigen boezem te steken.
Vraag 5
Vindt u dat vacuümtherapie in een verpleeghuis voor volledige
vergoeding in aanmerking moet komen, omdat conservatieve
behandelmethoden voor cliënten die binnen deze doelgroep vallen geen
alternatief (wonden genezen niet of slecht, zijn pijnlijk waardoor de
kwaliteit van leven het daalt) vormen? Zo neen, waarom niet? Kunt u
dit toelichten?
Antwoord 5
Vacuümtherapie behoort tot het verzekerd pakket van de AWBZ voor
verpleeghuiszorg. Ik zal CVZ als pakketbeheerder vragen om dit onder
de aandacht te brengen van zorghuizen.
Vraag 6
Is het waar dat de dagprijs die een verpleeghuis in rekening mag
brengen ook onvoldoende is in een aantal andere situaties, waarbij
patiënten in het ziekenhuis worden behandeld voor revalidatie na een
nieuwe heup, schouder of knie of na een chirurgische ingreep en na
indicatiestelling voor verdere revalidatie en nazorg in het
verpleeghuis worden opgenomen? Zo neen, kunt u dit toelichten?
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe vaak dit soort zaken voorkomt in Nederland?
Antwoord 6 en 7
Het tarief dat een verpleeghuis in rekening mag brengen is gebaseerd
op de gemiddelde kosten per patiënt. De kosten kunnen voor de ene
patiënt hoger zijn dan het gemiddelde en voor de andere lager. Voor
een aantal aandoeningen zijn de kosten dusdanig hoger dat daarvoor een
toeslag kan worden afgesproken. In het totaalbeeld moet er op die
wijze sprake zijn van kostendekkende financiering.
Vraag 8
Bent u bereid een oplossing te zoeken voor dit soort situaties? Kan
dat binnen de bestaande regelgeving? Zo ja, op welke wijze? Zo neen,
wilt u dan met regelgeving komen?
Vraag 9
Is het niet wenselijk een toeslag voor ziekenhuis verplaatste zorg
voor verpleeghuizen in te voeren voor bovengenoemde en wellicht nog
andere categorieën? Bent u bereid hier onderzoek naar te doen? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord 8 en 9
Met de introductie van de zorgzwaartebekostiging via
zorgzwaartepakketten wordt beter rekening gehouden met de gemiddelde
kosten van de verschillende cliëntgroepen. Zoals bekend wordt hiermee
in 2008 proefgedraaid en zal het systeem in 2009 definitief ingevoerd
worden. Onderdeel hiervan is een apart pakket (met een eigen prijs)
voor revalidatie.
1) Medisch Contact, 5 oktober 2007