Werkgeversvereniging AWVN

Viking-zaak: vakbonden moeten recht van vestiging respecteren

Datum: 12 december 2007

Het Europese Hof van Justitie heeft vandaag een uitspraak gedaan in de zogenoemde Viking-zaak, waarbij de vraag wordt beantwoord of en in hoeverre collectieve actie van vakbonden is toegestaan als deze een belemmering oplevert voor de interne markt (i.c.vrijheid van vestiging). Een afweging dus tussen belangrijke beginselen in het gemeenschapsrecht.

In de Viking-zaak draait het om een Fins ferrybedrijf dat belet wordt om zijn veerboot om te vlaggen tot een Ests schip. Dit schip voer op de route Tallinn-Helsinki en ondervond concurrentie van schepen onder Estse vlag. De lonen van de bemanning op de Estse schepen waren lager dan die van de Finse. De Finse vakbond voor zeevarenden vroeg de International Transport Workers' Federation alle aangesloten vakbonden niet te onderhandelen met Viking over een nieuwe CAO. Het ferrybedrijf brengt de zaak voor een Engelse rechter die prejudiciële vragen stelt aan het Europese Hof.

Het Europese Hof concludeert dat de `vrijheid van vestiging' vakbonden er niet van kan weerhouden om collectieve actie te voeren tegen een bedrijf dat zich wil verplaatsen naar een andere lidstaat. Als uitoefening van dit recht op collectieve actie leidt tot beperking van de vrijheid tot vestiging dan is dit, aldus het Hof, slechts toelaatbaar wanneer daarmee een met het Verdrag verenigbaar doel wordt nagestreefd en er een dwingende reden van algemeen belang is die dat rechtvaardigt. Voorts mogen de in te zetten middelen van collectieve actie niet verder gaan dan noodzakelijk om het doel te bereiken. Een algemene oproep voor een solidariteitsactie, bijvoorbeeld, los van de vraag of er schade wordt geleden door betrokken werknemers, kan niet gerechtvaardigd worden, aldus het Hof. Het Hof laat het aan de nationale rechter over om de feiten in dit concrete geval te beoordelen en de nationale wetgeving uit te leggen.

VNO-NCW en AWVN zijn van oordeel dat deze uitspraak van het Europese Hof duidelijk maakt dat 'vrijheid van vestiging' een belangrijk beginsel is in het EG-recht dat gerespecteerd moeten worden, zonder dat daarmee de bescherming van werknemers en het recht op collectieve actie ongeclausuleerd overboord wordt gezet.
De beoordeling of collectieve actie rechtmatig is, moet getoetst worden aan de betreffende nationale regelgeving en voorts aan de beginselen van proportionaliteit.
VNO-NCW en AWVN vinden dit een evenwichtige benadering die recht doet aan de beginselen van de interne markt én de rechten van werknemers om hun stem te laten horen.