Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten
Veluwse "duizendjarige eiken" zijn eeuwenoud en van cultuurhistorische
waarde
12 december 2007
De omvangrijke groepen van eikenbomen op de Veluwe, die eerder zijn
aangemerkt als "duizendjarige eiken", blijken te stammen uit de tweede
helft van de 18e eeuw. Hoewel zij geen duizend jaar oud zijn, kunnen
de markante bomen, gezien hun ontstaansgeschiedenis, aangemerkt worden
als onderdeel van het nationaal cultureel erfgoed. Tot die conclusie
komt een team van onderzoekers van Wageningen Universiteit en de
Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap, en Monumenten in
onderzoek in opdracht van Het Geldersch Landschap. Daarmee is het
mysterie van 'duizend jaar oude eiken' op de Veluwe ontrafeld.
De eikenclusters in het natuurgebied de Wilde Kamp bij Garderen op de
Veluwe zijn door de onderzoekers onderworpen aan een interdisciplinair
onderzoek met vragen als: Hoe oud zijn de bomen werkelijk? Stammen ze
van één individu af? Hoe zijn de eikenclusters ontstaan? En welk
beheer is nodig om deze bijzondere eiken in de toekomst in stand te
houden? Het team van acht onderzoekers uit zeven vakgebieden bepaalde
met DNA-onderzoek de onderlinge verwantschap, en combineerde
jaarringonderzoek met archeologische opgravingen, C14-dateringen en
stuifmeelonderzoek.
Onderzoek aan DNA van een aantal grote eikenclusters heeft laten zien
dat de meeste clusters bestaan uit één of enkele groepen van genetisch
identieke stammen. Zij zijn dus ontstaan via vegetatieve vermeerdering
vanuit één of een beperkt aantal moederbomen.
De hoge leeftijdschatting voor de eikenclusters was gebaseerd op het
idee dat de groepen van eiken zouden zijn ontstaan door vele eeuwen
van hakhoutbeheer. De stammen in de eikenclusters tonen echter niet de
kenmerken van een langdurig hakhoutbeheer, zoals verdikte stamvoeten.
Daarentegen zijn ondergrondse verbindingen tussen de stammen
aangetroffen die ooit als takken begonnen te groeien maar later
begraven raakten. Dit is zichtbaar in de anatomie van het hout. De
uitbreiding van de clusters is hoofdzakelijk tot stand gekomen doordat
horizontaal groeiende takken de grond hebben geraakt en wortels zijn
gaan vormen. Zulke 'afleggers' ontstaan als vee regelmatig
eikenstruiken afgraast. De knoppen aan de laagste takken worden het
minst gegeten, waardoor takken vooral horizontaal kunnen uitgroeien.
De vorming van afleggers doet zich nog steeds voor in begraasde
natuurgebieden met eikenopslag in de heide.
De oudste ondergrondse structuur die is aangetroffen dateert van rond
1826. Ook twee C14 dateringen van wortelhout geven een 19de eeuwse
oorsprong aan. Het is waarschijnlijk dat de moederbomen, waaruit de
eikenclusters zijn ontstaan, rond de tweede helft van de 18de eeuw op
de toenmalige heide uit eikels zijn ontkiemd. Ze zijn zeker geen
duizend jaar oud.
Het onderzoek op de Wilde Kamp heeft nieuwe inzichten opgeleverd over
de ontstaansgeschiedenis van de Veluwse bossen en over de
wisselwerking tussen mens en natuur in het verleden. De eikenclusters
zijn in een heidelandschap ontstaan en hebben hun verschijningsvorm te
danken aan de intensieve begrazing door vee. Het onderzoek aan de
eikenclusters toont volgens de onderzoekers ook aan dat naast het
creëren van de noodzakelijke voorwaarden voor spontaan te ontwikkelen
nieuwe natuur, in het te ontwikkelen Natura2000-beleid veel meer
aandacht dient te komen voor het zorgvuldige beheer van historische
bosecosystemen. Zo kunnen veel zeldzame plant- en diersoorten op
duurzame wijze worden behouden voor de toekomst.
Het natuurterrein de Wilde Kamp ligt op de stuwwal van de West-Veluwe
bij Garderen. Het gebied werd al in de late prehistorie bewoond, wat
onder meer blijkt uit de fraaie grafheuvels in dit gebied. De naam
Wilde Kamp verwijst naar een ovaalvormige kampontginning die in de 12e
eeuw is aangelegd in een open eikenbos met een ondergroei van grassen
en heide. Deze ontginning is ook tegenwoordig nog te herkennen door de
zandwal die het gebied omringt. Halverwege de 19de eeuw is het gebied
binnen de wal ingeplant met eik en beheerd als hakhout. De onderzochte
eikenclusters liggen alle buiten de wal, in een gebied dat vanaf het
begin van de 19de eeuw als heide gedocumenteerd is.
Meer informatie: dr.ir. Jan den Ouden (Bosecologie en bosbeheer,
Wageningen Universiteit), tel. 0317 478034, jan.denouden@wur.nl, bij
prof.dr. Theo Spek, (RACM), tel. 06 23417591, T.Spek@Racm.nl of bij
Jac Niessen, wetenschapsvoorlichter Wageningen UR, tel. 0317 485003,
jac.niessen@wur.nl.
Rapport: Den Ouden, J. en Th. Spek (ed.), 2007. Ontstaanswijze van
eikenclusters in het natuurterrein de Wilde Kamp bij Garderen:
Landschapsgeschiedenis, bodemontwikkeling en vegetatiegeschiedenis.
Rapportage Archeologische Monumentenzorg 131B, Wageningen/Amersfoort.
Gezamenlijk persbericht: Wageningen Universiteit - Rijksdienst voor
Archeologie, Cultuurlandschap, en Monumenten - Stichting Het Geldersch
Landschap en Geldersche Kasteelen, 12 december 2007.