Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2070805180

Vragen van het lid Blok (VVD) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën over het toezicht op het Philips Pensioenfonds (ingezonden 21 november 2007)


1.
Kent u het bericht dat de prestaties van de vastgoedbeleggingen van het Philips Pensioenfonds al jaren ondermaats zijn? (Het FD, 17 november 2007)
Ja.


2.
Heeft DNB of zijn rechtsvoorganger PVK de afgelopen jaren in haar rol van toezichthouder het bestuur van het Philips pensioenfonds aangesproken op de lage rendementen op vastgoedbeleggingen?


3.
Waarom konden de achterblijvende rendementen jarenlang doorgaan? Heeft DNB of PVK het bestuur van het Philips pensioenfonds voldoende snel en met voldoende inzet aangespoord om in te grijpen?


4.
Is bij het toezicht door DNB of PVK de mogelijkheid van fraude aan de orde geweest?

Beantwoording vragen 2, 3 en 4
Uit hoofde van de geheimhoudingsplicht kan de Nederlandsche Bank (DNB) geen mededelingen doen omtrent het uitgeoefende toezicht op individuele fondsen.

In algemene zin geldt dat het bestuur van een pensioenfonds verantwoordelijk is voor het beleggingsbeleid. Als onderdeel van de financiële opzet van een pensioenfonds, heeft het bestuur de verantwoordelijkheid het beleggingsbeleid van het fonds te beschrijven. Ter bevordering van het intern toezicht dient een beschrijving te worden opgenomen over de wijze waarop het resultaat van het beleggingsbeleid wordt geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie zou een bestuur kunnen besluiten wijzigingen in het beleid aan te brengen.

DNB is in het kader van de Pensioenwet verantwoordelijk voor het uitoefenen van het prudentieel en materieel toezicht. Een van de uitgangspunten van dit toezicht is preventie ­ het verminderen van de kans op ongelukken - waarbij DNB niet op de stoel van de bestuurder gaat zitten. Incidenten kunnen derhalve nooit worden uitgesloten. DNB kijkt naast de beheerste en integere bedrijfsvoering (en dus integriteitsrisico), onder andere naar de financiële opzet van een pensioenfonds en de eisen die worden gesteld met betrekking tot beleggingen. Uitgangspunt van de eisen ten aanzien van beleggingen is dat pensioenfondsen een beleggingsbeleid voeren dat in overeenstemming is met de prudent person-regel. Dit brengt onder meer mee dat waarden op een zodanige wijze worden belegd dat de veiligheid, kwaliteit, liquiditeit en rendement van de portefeuille als geheel worden gewaarborgd. DNB houdt geen toezicht op individuele transacties.

Aangezien de wetgever de vrijheid van pensioenfondsen om naar eigen inzicht te beleggen zo min mogelijk heeft willen beperken, zijn bij of krachtens de Pensioenwet geen kwantitatieve voorschriften ten aanzien van beleggingen (inclusief rendementen) vastgesteld.

Bij DNB vindt momenteel een accentverschuiving plaats, welke zich vooral beweegt in de richting van meer risico-orientatie in het lopende toezicht, om het bewustzijn van risico's bij de pensioenuitvoerders te bevorderen en daarmee de risicobeheersing.

DNB heeft in haar visie voor 2006-2010 (Visie DNB toezicht 2006-2010, De Nederlandsche Bank, december, 2006) aangegeven dat integriteitsrisico een speerpunt is in deze periode.


5
Kunt u uiteenzetten hoe groot de schade voor de deelnemers in het Philipspensioenfonds is? Kan het pensioenfonds de schade, namens de deelnemers, verhalen?

Onlangs heeft Philips Pensioenfonds een bericht naar haar deelnemers gestuurd (27 november jl.) waarin de voorzitter van het College van Beheer (lees "het bestuur") het volgende daarover vermeldt:

"Om te kunnen bepalen of het Fonds schade heeft geleden, wie daar eventueel verantwoordelijk voor is en op wie die schade mogelijk kan worden verhaald, is allereerst inzicht nodig in wat er zich precies heeft afgespeeld. Het College van Beheer heeft besloten hiernaar een onafhankelijk onderzoek in te laten stellen door een deskundige partij."

"Pas als de feiten geheel duidelijk zijn, zal het College besluiten over verdere stappen met als doel maximale helderheid in deze kwestie te verschaffen."

Overigens verzekert de voorzitter in dezelfde brief dat de (toekomstige) pensioenbetalingen door dit incident niet in gevaar zijn en dat de financiële positie van het fonds "zeer gezond" is.