Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Toespraak minister Ter Horst bij uitreiking Kordesprijs
12 december 2007
Dames en heren,
Laat ik een beetje feestelijk beginnen.
Tot mijn grote vreugde las ik laatst een artikel in het NRC met als
kop: "Het vertrouwen in de overheid is terug". De auteurs hadden de
laatste enquêtes van onder andere het SCP, CBS en de eurobarometer
eens op een rij gezet en constateerden dat vrijwel onopgemerkt het
vertrouwen in overheid, kabinet, en parlement in het afgelopen jaar
weer terug was gekeerd naar het niveau van de jaren negentig.
Helaas, was het maar zo eenvoudig.
De auteurs van het opiniestuk beredeneerden dat het zogenaamde
toegenomen vertrouwen vooral te maken had met het herstel van de
economie.
Ik denk dat economische motieven zeker meespelen.
Maar we kunnen daar niet blind op varen. Voor een duurzaam vertrouwen
in de overheid is meer nodig dan een vollere portemonnee.
Daarvoor is een overheid nodig die maatschappelijke problemen oplost -
en zeker de problemen dicht in de buurt van mensen, zoals veiligheid
op straat en goede zorgverlening.
Er is een overheid nodig die een goede kwaliteit dienstverlening
biedt, optreedt als één overheid en mensen niet van kastje naar de
muur stuurt. Een overheid die open en helder communiceert met mensen.
Vertrouwen is heel wezenlijk voor de overheid. Het is de basis van al
ons handelen, voortkomend uit een aantal specifieke kenmerken van de
overheid.
- We worden gefinancierd uit publieke middelen. Dat schept
verplichtingen.
- We hebben een monopoliepositie ten aanzien van bepaalde vormen van
dienstverlening. Juist omdat de prikkel van de markt ontbreekt, moeten
we investeren in publiek ondernemerschap.
De mensen mogen dan ook verwachten dat we transparant zijn in ons
handelen en heldere verantwoording afleggen over onze prestaties.
Het is dan ook positief als het juryrapport constateert dat steeds
meer organisaties publieke verantwoording zien als méér dan een
verplicht jaarlijks nummertje in de vorm van een jaarverslag.
Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik zelf jaarverslagen zelden lees.
Maar ik heb ooit een jaarverslag gezien van het Fonds voor beeldende
kunsten, vormgeving en bouwkunst wat me erg aansprak. Het bestond uit
ansichtkaarten die je kon gebruiken. Daarmee kreeg het jaarverslag een
tweede leven. Het straalde veel meer uit dan een jaarlijkse
verplichting.
Publieke verantwoording is ook meer. Het is een belangrijk middel om
prestaties te verbeteren. Een belangrijk middel om te laten zien wat
is gelukt, maar ook een middel om te laten zien op welke punten het
beter kan. Met publieke verantwoording betrek je mensen bij de
oplossingen, de besluitvorming daarover en de uitvoering van die
oplossingen.
Publieke verantwoording is in die zin niet het eindpunt maar het
beginpunt van de kwaliteit van het presteren.
Als publieke organisaties laten we op dat punt nog te veel
mogelijkheden liggen. Dat constateert ook de jury van de
Kordes-Trofee. Ze is zelfs teleurgesteld in de weinig vernieuwende
wijze waarop publieke organisaties gebruik maken van digitale
mogelijkheden om interactie met mensen te bevorderen. Op één kleine
gemeente na die al jaren voorop loopt... dat is de gemeente Haren,
zoals u wellicht weet.
Uit onderzoek van Burger@overheid.nl blijkt ook dat de overheid kansen
laat liggen. Tweederde van de burgers wil het liefst participeren via
internet - en vooral over lokale zaken. Vaak is die mogelijkheid er
niet, of blijft respons van de overheid achterwege. Dat werkt
belemmerend.
Het is meer dan jammer dat we niet meer gebruik maken van de
toegenomen mogelijkheden. Temeer omdat een deugdelijke publieke
verantwoording steeds belangrijker wordt. Ik doel op de ingezette
trend van decentralisatie van taken naar gemeenten en provincies. De
trend om bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen en woningcorporaties meer
eigen verantwoordelijkheid te geven.
Het rijk stuurt meer op hoofdlijnen en laat de manier waaróp meer over
aan de publieke organisaties. Het is de weg waarover de SER en de WRR
eerder al hebben geadviseerd in rapporten zoals Ondernemerschap voor
de Publieke Zaak (2005) en Bewijzen van goede dienstverlening (2004).
Als een gemeente meer ruimte vraagt en krijgt om maatschappelijke
problemen zelf op te lossen, dan schept dat ook verplichtingen. Het
brengt de verantwoordelijkheid met zich mee om inzicht te geven in hoe
je die problemen oplost. Het geeft prikkels om verantwoording af te
leggen over je prestaties.
Dit alles heeft ook consequenties voor de manier waarop we binnen de
overheid toezicht houden op elkaars prestaties. Om die reden kijken we
op dit moment kritisch naar het evenwicht tussen checks en balances in
de publieke en semi-publieke sector. Kernvraag daarbij is: kunnen
sterke checks en balances op horizontaal niveau - zoals een
cliëntenraad, visitaties, maar ook een Raad van Toezicht - leiden tot
minder verticaal toezicht?
Met andere woorden: wanneer een ziekenhuis een goed functionerende
Raad van Toezicht en cliëntenraad heeft, en positief uit de
vergelijkende benchmarks komt, dan kunnen we volstaan met minder
toezicht. Dit denken zou voor de hele publieke en semi-publieke sector
kunnen gelden.
Op het gebied van deze horizontale verantwoording valt nog veel te
winnen. Ik kijk daarom uit naar het advies van de werkgroep Publieke
Verantwoording. Deze werkgroep bestaat onder andere uit
vertegenwoordigers van departementen en uitvoeringsorganisaties. Ze
buigt zich over de vragen hoe we de horizontale verantwoording
concreet handen en voeten kunnen geven en welke nieuwe verhoudingen in
het toezicht mogelijk zijn.
Het zou zomaar kunnen dat de winnaar van de Kordes-Trofee deel
uitmaakt van de werkgroep...
Dat zal het advies vast ten goede komen!
Dames en heren, ik rond af.
Je hoeft geen ziener te zijn om te voorspellen dat de economie vast
wel weer een keer zal inzakken.
Maar laten we eraan werken om het vertrouwen in de overheid niet
afhankelijk te maken van de aandelenkoersen.
Ik ben ervan overtuigd dat dit lukt als wij de burgers steeds centraal
laten staan in al ons handelen. Publieke verantwoording is daarbij een
middel dat steeds belangrijker wordt. Niet één keer per jaar, maar het
hele jaar door.
Het is goed dat we daarbij worden gestimuleerd door het vooruitzicht
op de glorieuze winst van de F.G. Kordes-Trofee.
En daarmee ga ik nu over tot de prijsuitreiking.
De selectie van de winnaars van de F.G. Kordes-Trofee was dit jaar
moeilijker dan ooit. Het niveau van de betere jaarverslagen (de
kopgroep) is hoog. Na de zorgvuldige beoordeling aan de hand van alle
criteria en daarop volgend beraad door de Jury is dit jaar als
organisatie met het beste jaarverslag verkozen... de Rijksdienst voor
het Wegverkeer
Het jaarverslag van de RDW scoort hoog op alle criteria. Het
onderscheidt zich vooral door de zeer aansprekende stijl en opzet. RDW
heeft gekozen voor een innovatieve vormgeving van haar jaarverslag.
Het toont en leest als een tijdschrift, maar is evengoed erg
informatief. Het jaarverslag is daarmee laagdrempelig en prikkelt om
verder te lezen. Dit blijkt ook uit een onderzoek dat de RDW heeft
laten uitvoeren: een lezer leest gemiddeld drie kwartier in het
jaarverslag. De RDW heeft verder een goede balans tussen vorm en
inhoud weten te realiseren. Binnen het verslag merk je aan alles dat
het verantwoordingsproces is gericht op interactie. De belanghebbenden
worden er niet alleen bij betrokken, maar hebben ook daadwerkelijk
invloed op beleid en keuzes. De jury waardeert deze onderliggende
filosofie. Het jaarverslag ademt ook transparantie uit: niet alleen de
zichtbare successen worden belicht, maar ook de tekortkomingen.
Het jaarverslag kent een logische opbouw en biedt daarmee veel
structuur en overzicht aan de lezer. Doelstellingen zijn duidelijk
benoemd, de relatie met de externe omgeving wordt gelegd en er wordt
helder aangeven in hoeverre de doelstellingen zijn gerealiseerd.
Prestatie-indicatoren worden gebruikt en de relevante
bedrijfsvoeringaspecten worden benoemd. Ook de financiële rekening
geeft goed inzicht.
Maar zelfs voor de winnaar zijn er aandachtspunten te noemen. De jury
geeft als suggestie mee om de bedrijfsvoeringsaspecten, de
verbeterpunten en toekomstige ontwikkelingen op één plek in het
jaarverslag te concentreren. Ze staan nu verspreid door het
jaarverslag met als gevolg dat er niet snel een totaalinzicht
ontstaat. Daarnaast kunnen de indicatoren ook explicieter aan de
doelstellingen worden gekoppeld.
Mag ik de vertegenwoordiger van het RDW vragen naar voren te komen om
de 13e F.G. Kordes- Trofee in ontvangst te nemen.
Naar boven
Zie ook
Zie het origineel
* Rijksdienst voor het Wegverkeer wint F.G. Kordes-Trofee 2007
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties