Kies voor ondernemen
toespraak | 03-12-2007 | Katwijk, Staatssecretaris
Dames en heren,
U weet misschien dat ik van huis uit ICT-ondernemer ben. Ik heb dat
bedrijf in mijn studententijd gestart, met een goede vriend van mij.
Toen ik dat deed, heb ik wel de nodige gefronste wenkbrauwen en
meewarige blikken gezien. Dat waren mensen die het beste met mij voor
hadden. "Zonde", zeiden ze, "dat zo'n jongen niet kiest voor een mooie
carrière bij een groot bedrijf.
Zo'n reactie hebben sommigen van u misschien ook wel gehad, toen u
begon met ondernemen.
Waar ligt dat nou aan? Als je kijkt naar bijvoorbeeld Amerika, dan zie
je dat daar tegen ondernemen veel positiever wordt aangekeken.
Ondernemen is risico nemen. Het blijkt dat je verschillend tegen dat
risico kunt aankijken.
Het mooie van ondernemen is natuurlijk dat het spannend is, als het
goed gaat kun je het helemaal maken. En dan heb je iets met eigen
handen opgebouwd, waar je trots op kunt zijn. Dat is de mooie kant van
het risico.
Maar het risico heeft een voor de hand liggende schaduwkant: als het
niet goed gaat, tja, wat dan? Dan ben je in de aap gelogeerd.
Er is blijkbaar een reden dat wij in Nederland vooral de schaduwkant
zien. "Dan verkoop je toch gewoon de boot?" Dat zinnetje uit een
klassiek geworden reclamespotje vat de houding van veel Nederlanders
tegenover ondernemen samen.
Het is natuurlijk best begrijpelijk dat zekerheid voor veel mensen
belangrijk is. En Amerika is een heel ander land dan Nederland. Kijk
bijvoorbeeld naar de andere arbeidsverhoudingen. Dat maakt ondernemen
al een aantrekkelijker optie voor starters.
Ik sprak eens een Amerikaanse ondernemer. Die vertelde mij dat hij,
nadat hij drie keer was ontslagen, wel eens wat meer zekerheid wilde
en daarom zijn onderneming was gestart.
Hoe dan ook: we mogen best wat positiever tegen ondernemen aankijken.
Ik doe dat in ieder geval wel. Ik ben mijn onderneming gestart en heb
er nooit spijt van gehad. En niet alleen omdat het goed ging. Als
ondernemer kun je je creativiteit kwijt. En het is gewoon ongelooflijk
leuk om samen met iemand iets vanuit het niets op te bouwen.
Ondernemingszin is ook belangrijk voor de Nederlandse economie. De
Nederlandse economie kan niet bloeien zonder ondernemerschap en
innovatie.
Creativiteit, innovatie, ondernemen. Dat zijn begrippen die sterk met
elkaar samenhangen. Het zijn de dingen die nodig zijn als je problemen
wilt oplossen.
Toen ik staatssecretaris werd, heb ik direct drie heldere doelen
geformuleerd. Drie speerpunten waarop men mij mag afrekenen aan het
eind van de rit. Innovatief ondernemerschap bevorderen is er daar één
van. De andere twee zijn vereenvoudiging en vergroening.
De Tweede Kamer heeft op 22 november ingestemd met het Belastingplan
2008. Daar ben ik heel blij mee. Ik wil u graag het een en ander
vertellen over dit belastingplan. Daarmee kan ik u ook een indruk
geven van hoe ik mijn speerpunten (innovatief ondernemerschap,
vereenvoudiging en vergroening) de komende jaren concreet wil maken.
Wie het nieuws een beetje gevolgd heeft, zal meegekregen hebben dat
het Belastingplan met name een grote stap zet in de vergroening van
ons fiscale stelsel.
Wat willen we met die vergroening bereiken?
Het klimaatbeleid is natuurlijk wereldwijd een actueel thema. Wat mij
betreft terecht. We hebben, meer dan ooit, een verantwoordelijkheid om
goed voor ons leefmilieu te zorgen. Belastingen zijn een uitstekend
middel om daar een bijdrage aan te geven.
Het gebruiken van belastingen als beleidsinstrument is iets relatief
nieuws. De klassieke opvatting was altijd dat dat niet hoorde. Ik ben
het daar niet mee eens. Een aantal maatregelen in het Belastingplan is
bedoeld om mensen bewuster te maken. Om bepaald gedrag te stimuleren
of juist te ontmoedigen.
In dit Belastingplan worden twee nieuwe belastingen geïntroduceerd: de
Vliegbelasting en de Verpakkingenbelasting.
Vliegen was tot nu toe fiscaal enorm voordelig. Maar de schade aan het
milieu door vliegverkeer is enorm groot. Wat we met de vliegbelasting
bereiken is dat milieueffecten tot uitdrukking komen in de prijzen van
de tickets.
Met de Verpakkingenbelasting bereiken we datzelfde effect: het
beprijzen van de milieueffecten.
Verder zitten er de nodige maatregelen in op het gebied van de
automobiliteit en brandstofaccijnzen. De milieuprestaties van de auto
bepalen de hoogte van de aanschafbelasting en de
motorrijtuigenbelasting.
De gemene deler van deze maatregelen is dat de vervuiler betaalt.
Ik heb de nodige kritiek gehad op deze vergroeningsmaatregelen. Ze
zouden niet ten goede komen aan het milieu, wordt gezegd. Mijn
antwoord is dit. Net zoals de kansspelbelasting niet ten goede komt
aan de gokverslaafden, de alcoholaccijnzen niet gaan naar het oplossen
van alcoholproblemen en de sigarettenaccijnzen niet gaan naar de
bestrijding van longkanker, zo gaan deze milieubelastingen ook niet
rechtstreeks naar het milieu.
Het doel van deze groene belastingen is tweeledig: geld op te halen,
en de milieukosten tot uitdrukking te brengen in de prijs. Ik haal het
geld liever op bij mensen die vervuilen dan bij mensen die hard
werken. Daarom is er dus een verschuiving van lasten op arbeid en
winst naar belasting op consumptie en vervuiling.
Daarmee zetten we overigens in het algemeen ook in op een verschuiving
van directe naar indirecte belastingen.
Belastingen werken niet alleen marktverstorend. Je kunt er ook
maatschappelijke kosten mee in de prijs verwerken. Die
maatschappelijke kosten, zoals vervuiling, zitten normaal gesproken
niet in de prijs verwerkt. Door deze kosten door te belasten breng je
een eerlijker prijs tot stand. Daarmee corrigeer je het functioneren
van de markt.
Ik geloof in de markt. Maar wel in een markt met bepaalde
randvoorwaarden. Met belastingen kun je, wat betreft vergroening, de
markt beter laten werken. Ondernemen en werken lonender maken, dus
lager belasten, en milieuvervuiling duurder maken, dus hoger belasten.
Dames en heren,
Laat ik nu even stilstaan bij het speerpunt Vereenvoudiging.
Administratieve lasten zijn, ik vertel u niets nieuws, hoogst irritant
als je bezig bent met ondernemen. Een woud aan regels waar je als
ondernemer doorheen moet voordat je toekomt aan het ondernemen zelf.
Vooral voor beginnende ondernemers, die geen mogelijkheid hebben om
allerlei deskundigen in te huren, is het enorm belemmerend. Maar ook
gewone burgers ergeren zich.
Minder regels, of een lagere regeldruk in Haags jargon, zijn nodig om
ondernemerschap te bevorderen.
Ergens op het internet kunt u de volgende uitspraak uit mijn mond nog
wel terugvinden over het belang van een goed ondernemersklimaat voor
ondernemers.
Ik citeer:
"Als dat niet goed zit, hebben specifieke maatregelen geen enkele zin.
Het is vreemd dat de Nederlandse overheid eerst een teveel aan regels
organiseert. Vervolgens regelt zij een loket om de ondernemers door de
regels heen te gidsen. Dat is de omgekeerde wereld. De oplossing is
minder regels, geen loket om met de regels om te gaan. Een typisch
geval van symptoombestrijding."
Dat was in 2005. Toen ik nog ondernemer was. U merkt wel dat ik van
mijn hart geen moordkuil maakte.
Dat doe ik nog steeds niet.
Het geheel van regels en wetten is soms enorm ingewikkeld geworden.
Het is voor burgers en bedrijven vaak ondoorzichtig wat wel en niet
kan. Het terugdringen van het aantal regels, de tegenstrijdigheid
eruit halen en ze helderder maken is dan ook hard nodig.
Een voorbeeld: de Nederlandse regels rond afvaltransporten. Die zorgen
ervoor dat afvalvervoerders aan veel meer eisen moeten voldoen dan in
andere landen. Want ook aannemers, die afval meenemen van hun klussen
worden bijvoorbeeld als afvaltransporteurs beschouwd. En dan zijn er
ook nog de EU-regels rond afvaltransporten. Al met al een
ondoorzichtig en hinderlijk geheel.
Vermindering van de regeldruk bereik je niet alleen door het
wegsnoeien van `dor hout'. Sommige regels zijn misschien overbodig
maar je hebt er ook weinig last van. De kunst is om vooral de
problemen op te lossen die door ondernemers zelf zijn aangedragen. We
moeten aan de slag met de regels die de meeste hinder veroorzaken.
Dames en heren,
De Tweede Kamer heeft op 22 november ingestemd met het Belastingplan
2008. Daar ben ik heel blij mee. Ik wil u graag het een en ander
vertellen over dit belastingplan. Daarmee kan ik u ook een indruk
geven van hoe ik mijn speerpunten (innovatief ondernemerschap,
vereenvoudiging en vergroening) de komende jaren concreet wil maken.
Wie het nieuws een beetje gevolgd heeft, zal meegekregen hebben dat
het Belastingplan met name een grote stap zet in de vergroening van
ons fiscale stelsel.
Wat willen we met die vergroening bereiken?
Het klimaatbeleid is natuurlijk wereldwijd een actueel thema. Wat mij
betreft terecht. We hebben, meer dan ooit, een verantwoordelijkheid om
goed voor ons leefmilieu te zorgen. Belastingen zijn een uitstekend
middel om daar een bijdrage aan te geven.
Het gebruiken van belastingen als beleidsinstrument is iets relatief
nieuws. De klassieke opvatting was altijd dat dat niet hoorde. Ik ben
het daar niet mee eens. Een aantal maatregelen in het Belastingplan is
bedoeld om mensen bewuster te maken. Om bepaald gedrag te stimuleren
of juist te ontmoedigen.
In dit Belastingplan worden twee nieuwe belastingen geïntroduceerd: de
Vliegbelasting en de Verpakkingenbelasting.
Vliegen was tot nu toe fiscaal enorm voordelig. Maar de schade aan het
milieu door vliegverkeer is enorm groot. Wat we met de vliegbelasting
bereiken is dat milieueffecten tot uitdrukking komen in de prijzen van
de tickets.
Met de Verpakkingenbelasting bereiken we datzelfde effect: het
beprijzen van de milieueffecten.
Verder zitten er de nodige maatregelen in op het gebied van de
automobiliteit en brandstofaccijnzen. De milieuprestaties van de auto
bepalen de hoogte van de aanschafbelasting en de
motorrijtuigenbelasting.
De gemene deler van deze maatregelen is dat de vervuiler betaalt.
Ik heb de nodige kritiek gehad op deze vergroeningsmaatregelen. Ze
zouden niet ten goede komen aan het milieu, wordt gezegd. Mijn
antwoord is dit. Net zoals de kansspelbelasting niet ten goede komt
aan de gokverslaafden, de alcoholaccijnzen niet gaan naar het oplossen
van alcoholproblemen en de sigarettenaccijnzen niet gaan naar de
bestrijding van longkanker, zo gaan deze milieubelastingen ook niet
rechtstreeks naar het milieu.
Het doel van deze groene belastingen is tweeledig: geld op te halen,
en de milieukosten tot uitdrukking te brengen in de prijs. Ik haal het
geld liever op bij mensen die vervuilen dan bij mensen die hard
werken. Daarom is er dus een verschuiving van lasten op arbeid en
winst naar belasting op consumptie en vervuiling.
Daarmee zetten we overigens in het algemeen ook in op een verschuiving
van directe naar indirecte belastingen.
Belastingen werken niet alleen marktverstorend. Je kunt er ook
maatschappelijke kosten mee in de prijs verwerken. Die
maatschappelijke kosten, zoals vervuiling, zitten normaal gesproken
niet in de prijs verwerkt. Door deze kosten door te belasten breng je
een eerlijker prijs tot stand. Daarmee corrigeer je het functioneren
van de markt.
Ik geloof in de markt. Maar wel in een markt met bepaalde
randvoorwaarden. Met belastingen kun je, wat betreft vergroening, de
markt beter laten werken. Ondernemen en werken lonender maken, dus
lager belasten, en milieuvervuiling duurder maken, dus hoger belasten.
Dames en heren,
Laat ik nu even stilstaan bij het speerpunt Vereenvoudiging.
Administratieve lasten zijn, ik vertel u niets nieuws, hoogst irritant
als je bezig bent met ondernemen. Een woud aan regels waar je als
ondernemer doorheen moet voordat je toekomt aan het ondernemen zelf.
Vooral voor beginnende ondernemers, die geen mogelijkheid hebben om
allerlei deskundigen in te huren, is het enorm belemmerend. Maar ook
gewone burgers ergeren zich.
Minder regels, of een lagere regeldruk in Haags jargon, zijn nodig om
ondernemerschap te bevorderen.
Ergens op het internet kunt u de volgende uitspraak uit mijn mond nog
wel terugvinden over het belang van een goed ondernemersklimaat voor
ondernemers.
Ik citeer:
"Als dat niet goed zit, hebben specifieke maatregelen geen enkele zin.
Het is vreemd dat de Nederlandse overheid eerst een teveel aan regels
organiseert. Vervolgens regelt zij een loket om de ondernemers door de
regels heen te gidsen. Dat is de omgekeerde wereld. De oplossing is
minder regels, geen loket om met de regels om te gaan. Een typisch
geval van symptoombestrijding."
Dat was in 2005. Toen ik nog ondernemer was. U merkt wel dat ik van
mijn hart geen moordkuil maakte.
Dat doe ik nog steeds niet.
Het geheel van regels en wetten is soms enorm ingewikkeld geworden.
Het is voor burgers en bedrijven vaak ondoorzichtig wat wel en niet
kan. Het terugdringen van het aantal regels, de tegenstrijdigheid
eruit halen en ze helderder maken is dan ook hard nodig.
Een voorbeeld: de Nederlandse regels rond afvaltransporten. Die zorgen
ervoor dat afvalvervoerders aan veel meer eisen moeten voldoen dan in
andere landen. Want ook aannemers, die afval meenemen van hun klussen
worden bijvoorbeeld als afvaltransporteurs beschouwd. En dan zijn er
ook nog de EU-regels rond afvaltransporten. Al met al een
ondoorzichtig en hinderlijk geheel.
Vermindering van de regeldruk bereik je niet alleen door het
wegsnoeien van `dor hout'. Sommige regels zijn misschien overbodig
maar je hebt er ook weinig last van. De kunst is om vooral de
problemen op te lossen die door ondernemers zelf zijn aangedragen. We
moeten aan de slag met de regels die de meeste hinder veroorzaken.
Dames en heren,
Ik kom daarmee op het derde speerpunt, en zeker niet het minste, is de
bevordering van innovatief ondernemerschap.
We doen op fiscaal gebied al het een en ander aan de bevordering van
innovatief ondernemen. Zo is de WBSO vereenvoudigd. De WBSO regelt de
afdrachtvermindering in de loonbelasting voor research en development.
De loonberekening per werknemer is vervallen. De
eindafrekeningsaangifte is afgeschaft en er is nog maar één instantie
bezig met de uitvoering, SenterNovem. We gaan nog verder
vereenvoudigen, met een nieuwe manier van berekening.
Een ander voorbeeld is de Octrooibox. Die is echt bedoeld om innovatie
te bevorderen. De Octrooibox zorgt ervoor dat winsten die bedrijven
maken met ocytrooien effectief tegen een veel lager tarief worden
belast in de Vennootschapsbelasting, tegen 10% in plaats van 25,5%.
Verder is er de 30%-regeling in de loonbelasting, waarmee we
buitenlandse kenniswerkers kunnen interesseren voor Nederland.
En er zijn de innovatievouchers, een programma van Economische Zaken
gericht op kleine ondernemers die een budget kunnen krijgen dat ze
kunnen besteden bij bijvoorbeeld universiteiten.
In het Belastingplan zit een verlaging van de belastingdruk voor
mkb-ondernemers met een vennootschap. Dat is vooral gunstig voor
mkb-ers met personeel.
De bovengrens van de eerste schijf in de vennootschapsbelasting gaat
omhoog van 25.000 euro naar 40.000 euro. De grens van de tweede schijf
gaat omhoog van 60.000 euro naar 200.000 euro. Daarnaast verlagen we
het tarief van de tweede schijf met een half procent naar 23 procent.
Andere maatregelen op het gebied van innovatie en vereenvoudiging
volgen in een volgend Belastingplan of in een apart wetsvoorstel.
Bijvoorbeeld verdere maatregelen om het buitenlandse kenniswerkers
makkelijk te maken in Nederland te werken. Je kunt denken aan vormen
van verdere lastenverlichting. Ik denk erover om procesinnovatie en
ICT nog verder onder de WBSO te brengen, zodat op dat gebied onderzoek
en ontwikkeling verder wordt gestimuleerd.
Met ingang van 1 januari 2008 komt er nog een aantal andere
wijzigingen ter vereenvoudiging van de WBSO. Bijvoorbeeld het maximale
aantal mededelingen gaat omlaag van drie per kalenderjaar naar één.
Dames en heren,
Toen ik benaderd werd staatssecretaris te worden, heb ik wel een tijd
getwijfeld. Moest ik mijn bedrijf inruilen voor de politiek? Dat is
geen makkelijke beslissing.
Het ondernemerschap is bij mij altijd samengegaan met maatschappelijke
betrokkenheid. Die twee dingen staan voor mij niet los van elkaar.
Maar nu moest ik kiezen, leek het.
Ik heb u verteld, dat ondernemerschap volgens mij heel belangrijk is
voor het goed functioneren van de maatschappij.
Een aantal mensen heeft mij ervan overtuigd dat ik op deze plek een
grotere bijdragen zou kunnen leveren aan de maatschappij. De
bevordering van ondernemerschap hoort daarbij. En ik heb u verteld hoe
ik daaraan invulling geef als staatssecretaris.
"Zo ben ik toch nog goed terecht gekomen", zeg ik, met een knipoog,
tegen degenen die in mijn studententijd aan mijn keuze voor het
ondernemerschap twijfelden.
Maar u en ik weten, dat het ondernemerschap het fundament is onder de
Nederlandse samenleving. Daarom zeg ik tegen u: u heeft goed gekozen.
Dank u wel.
* Laatst aangepast: 12-12-2007
Ministerie van Financiën