Partij van de Arbeid

Den Haag, 12 december 2007

Bijdrage leden Kraneveldt en Besselink (beiden PvdA) bij de behandeling Begroting Onderwijs Cultuur en Wetenschap 2008

Gesproken woord geldt!

Lid Kraneveldt:

Voorzitter,

Kinderen eerst! , luidt het eerste hoofdstuk van het meest recente verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid, waaraan deze minister van Onderwijs vorig jaar nog heeft meegeschreven. Dus bij welk ministerie past Kinderen eerst! nu beter dan bij het Ministerie van Onderwijs, waarvan we vandaag de begroting voor het jaar 2008 behandelen?

Wij praten vandaag over een onderwijsbegroting van 32 miljard Euro. Honderd jaar geleden bedroeg de begroting voor 1908 slechts een paar miljoen gulden. Het was de tijd dat kinderen van ouders die niet hadden doorgeleerd ook niet konden doorleren en al vroeg moesten gaan werken. Het was de tijd dat meisjes al helemaal niet hoefden door te leren. Het was een tijd waarin de schoolstrijd nog lang niet was beslecht, en socialisten, liberalen en confessionelen elkaar voortdurend in de haren vlogen. Het was een tijd waar niemand nog gehoord had over onderwijs op maat. Zorgleerlingen bestonden niet, die gingen meteen van school. Het was een tijd waarin het voor je toekomstkansen nogal wat uitmaakte in welke buurt je werd geboren en opgroeide.

Dat laatste is nu nog zo, en dat zal misschien altijd wel zo blijven. Het zou echter in het rijke Nederland anno 2007 niet meer zo mogen zijn dat wanneer je in een buurt van dubbeltjes geboren wordt, je nooit kunt verhuizen naar de buurt van de kwartjes. Dat wanneer je ouders ooit voorsorteerden op huishoudschool en ambachtsschool, jij nooit van rijbaan mag veranderen naar havo/vwo, of misschien wel universiteit. Het zou in het rijke Nederland anno 2007 niet meer zo mogen zijn dat kinderen het slachtoffer worden van slecht onderwijs, van lage verwachtingen op grond van afkomst of etniciteit, van een gebrekkige toegankelijkheid, van gemiste kansen, van onderbenutting van talenten.

Er is gelukkig in 100 jaar heel veel ten goede veranderd. Alle kinderen in Nederland gaan naar school, voor slechts weinigen is er geen plek in het onderwijs. Maar, voorzitter, vooruitgang is nooit vanzelfsprekend, vooruitgang daar moet je blijvend voor vechten. Dat heeft de PvdA de afgelopen 100 jaar gedaan, en dat zal ze blijven doen. Niet alleen voor de dubbeltjes overigens, maar ook voor de kwartjes. Voor ons is het onderwijs dé emancipatie-motor bij uitstek, en aangezien emancipatie en verheffing van oudsher idealen zijn van de sociaal-democratie, is het ministerie van OCW voor ons één van de belangrijkste ministeries die er zijn.

De PvdA wil, samen met de drie betrokken bewindslieden van OCW, de komende jaren investeren in onderwijs en innovatie en álle talenten in Nederland benutten. Meer kwaliteit, minder schooluitval. Niemand meer aan de kant.

Onderwijsachterstandenbeleid

Voorzitter, zoals ik al zei, er is veel bereikt in de afgelopen 100 jaar als het gaat om het bestrijden van onderwijs-achterstanden. Maar resultaten uit het verleden bieden jammer genoeg geen garantie voor de toekomst. Uit diverse onderzoeken blijkt namelijk dat de achterstanden van met name allochtone achterstandsleerlingen in de afgelopen 20 jaar weliswaar stapje voor stapje kleiner zijn geworden, maar dat de doelstellingen van het onderwijsachterstandenbeleid niet zijn gehaald. Sterker zelfs: de verschillen tussen kansrijk en kansarm zijn niet verkleind, ze nemen zelfs weer iets toe. Weliswaar wordt nu meer rekening gehouden met autochtone achterstandsleerlingen, maar ook daar is de trend niet onverdeeld positief. Daarnaast blijven er hardnekkige sociaal-economische knelpunten en culturele vooroordelen. Er is sprake van onderadvisering van allochtone leerlingen voor het vervolgonderwijs, de doorstroom van kinderen van lager opgeleide ouders naar havo/vwo stagneert, scholieren hebben moeite bij het vinden van stageplekken in het vmbo en mbo, er is een grote schooluitval (van vmbo via mbo tot Pabo), er is cumulerende wijkproblematiek, er is een te lage betrokkenheid van ouders bij de school, enzovoorts. De PvdA maakt zich daar echt grote zorgen over. De overheid en het scholenveld doen al heel veel om achterstanden weg te werken. Taalklassen, meer aandacht voor de basics rekenen en taal, er wordt veel beleid ingezet, dat op zich goed en nodig is. Maar toch vragen wij ons af, of het achterstandenbeleid op langere termijn eigenlijk wel blijvend vruchten afwerpt.

Daarnaast vinden wij het jammer dat als het gaat om streefcijfers er veel wordt geformuleerd in termen van bereik, maar nauwelijks in termen van bewezen effectiviteit. Nu worden vaak alleen afspraken gemaakt over hoeveel kinderen van bepaalde voorzieningen zoals VVE en taal-schakelklassen gebruik zullen gaan maken, wij willen meer aandacht voor wie er nu wordt bereikt, en of dat de juiste doelgroepen zijn. We willen beter inzicht in de resultaten van alle inspanningen en we willen concretere, meer afrekenbare (in de goede zin van het woord) doelstellingen van het kabinet.

De PvdA zou daarom willen pleiten voor een hernieuwd elan in het onderwijs-achterstandenbeleid:

· Wij bepleiten op het gebied van onderwijsachterstanden een meer evidence-based aanpak: doe bij iedere grote beleidswijziging vooraf structureel en systematisch meer wetenschappelijk onderzoek en stimuleer actief scholen om bewezen effectieve methodes ook te gaan gebruiken. De minister zegt ook dat hij meer evidence based wil werken. Hij heeft dat echter nog niet uitgewerkt. Wij willen hem vragen om concreet aan te geven wat hij daarmee bedoelt en hoe hij dit principe in zijn beleid wil verankeren. Wij zullen hiervoor in tweede termijn via een motie een aantal concrete voorstellen doen.

· In dit verband willen we dat de evidence-based lesmethoden die zijn ontwikkeld voor de vroeg- en voorschoolse educatie (met gerichte gezinscomponenten die erg goed werken omdat het taalniveau van het hele gezin, met name de moeder, wordt opgekrikt) worden vertaald naar het onderwijs in de hogere groepen, zodat een doorgaande leerlijn ontstaat. Wij overwegen hiervoor eveneens een motie indienen.

· In Europa komt er binnenkort een Groenboek uit, met daarin de aanzetten tot een Europees onderwijsachterstandenbeleid. Nederland zou daarin een trekkersrol kunnen vervullen. Wij kunnen veel van het achterstandenbeleid in andere landen leren en hier liggen op termijn mogelijkheden voor extra budgetten, die ook aan Nederland ten goede kunnen komen. Wil de minister zich hiervoor inzetten?

· De PvdA wil dat docenten beter geschoold worden op het gebied van advisering en hun verwachtingen t.o.v. leerlingen en hun ouders.

· -Doe onderzoek naar de toelatingsprocedure die VO-scholen op gemeentelijk niveau met elkaar hanteren. Sommige afspraken leiden ertoe dat de kansen voor leerlingen voor toelating bij gelijke prestatie niet gelijk zijn.

· Niet ieder kind komt meteen op havo of vwo terecht, terwijl de potentie tot meer er wel is. Scholieren die willen doorleren, moeten daartoe worden aangemoedigd. Stapelen moet weer mogelijk en gemakkelijker worden; het is een teken van succesvolle emancipatie. Stimuleer havo-voorbereidingsklassen om de overstap van vmbo naar havo mogelijk te maken.

· Blijven zitten mag tegenwoordig bijna niet meer, terwijl een jaartje langer voor sommige kinderen zeer goed zou werken. Bestraf scholen dus niet op het percentage zittenblijvers.

· Om scholieren goed te begeleiden in hun vervolgopleiding, is het belangrijk dat in het VMBO echt invulling wordt gegeven aan het mentoraat.

Leraren

Voorzitter, vorige week hebben we uitgebreid gedebatteerd over de positie van de leraren. Het geld is binnen, die klus is geklaard, maar nu begint het échte werk pas. Wij willen de minister en het veld graag zoveel mogelijk ruimte geven om samen goede prestatieafspraken te maken. Daarbij gaan we ervan uit dat er in het overleg voldoende ruimte is voor gesprek met alle sociale partners, en niet alleen met de werkgevers. Voor ons is het draagvlak bij de bonden als vertegenwoordigers van het onderwijspersoneel een belangrijk punt.

Zeer belangrijk voor de PvdA-fractie is daarbij ook de positie en de zeggenschap van de docenten, zowel op landelijk niveau als op schoolniveau. Zij staan tenslotte centraal in het hele plan en zij moeten weer de voornaamste eigenaar van het primaire proces worden. Daarom willen we de positie en de zeggenschap van de docenten als groep in het hele proces dat de minister met het veld gaat inzetten, maar ook in de school zelf, stevig verankeren. De invoering van de lumpsum en de steeds verdergaande autonomie hebben de positie van leraren in de schoolorganisatie niet altijd goed gedaan. Op verschillende manieren kun je de professionals weer gezaghebbend maken inzake het onderwijsbeleid in de school of aan de instelling.

Dat kan, zoals de Aob het bijvoorbeeld wil, met een professioneel statuut, waarbij de sociale partners samen een model moeten uitwerken, waarbij cruciaal is dat op het niveau van de school de lerarenraad/-sectie in het Voortgezet Onderwijs, of het team in het Primair Onderwijs, een positie krijgt op het gebied van de onderwijsontwikkeling. Voor het HBO en de BVE kan dit ertoe leiden dat naast een team, een soort senaat gekozen wordt als gesprekspartner van het College van Bestuur.

Een andere mogelijkheid, op die lijn zit de minister, is om de inspectie kritisch te laten kijken naar de wijze waarop de directie of schoolleiding de leraren zeggenschap geeft over het onderwijsproces. Als je voor die optie kiest, is het wel zaak dat dit geen papieren tijger of wassen neus wordt, maar dat in het inspectie-oordeel over een school ook heel helder tot uitdrukking komt of de school op dit gebied voldoende presteert. Indicatoren daarbij kunnen dan zijn de lerarentevredenheid en het ziekteverzuim, om maar eens wat te noemen.

Voor welke vorm je ook kiest, ik denk dat we allemaal willen dat die docent weer eigenaar wordt van het proces. Wij willen de minister vragen nog eens helder uiteen te zetten waarom hij niet voor het professioneel statuut kiest, maar voor de weg via de inspectie. Graag krijgen wij van hem een keiharde garantie dat de leraar weer echt zeggenschap krijgt.

Ook wil de PvdA vandaag nog aandacht vragen voor de regionale platforms: regionale samenwerkingsverbanden tussen scholen en lerarenopleidingen. De samenwerking betreft de arbeidsmarkt- en personele problematiek, die immers bij uitstek een regionaal karakter heeft. Inmiddels zijn er ruim 40 platforms voor PO en VO. De ondersteuning van die Platforms is tot 1 januari 2009 geregeld via het amendement Lambrechts.

(De middelen voortvloeiend uit dit amendement (1 miljoen) gaan voor het grootste deel naar subsidies voor innovatieve samenwerkingsprojecten in die regio. Ook worden de regionale netwerken aangewend voor doorstroomprojecten binnen en tussen de sectoren po en vo.) Op dit moment is nog onduidelijk hoe het daarna verder gaat. De PvdA zou graag willen dat deze succesvolle regionale aanpak versterkt wordt, zodat we naar een landelijke dekking kunnen van die platforms. Graag vernemen wij een reactie van de minister daarop.

(Overigens biedt de aanwijzing van 11 deels nieuwe risicoregio s ook nieuwe kansen voor de platforms. 5 van de 11 regio s hebben nog geen platforms, maar dit zouden we wel kunnen realiseren.)

Tot besluit van het thema leraren willen wij de minister nog eens zeer op het hart drukken echt goede afspraken te maken over het verlagen van de werkdruk voor docenten. Alleen geld erbij maakt een docent niet gelukkig. Het gevoel dat hij of zij naast het lesgeven voldoende tijd heeft voor begeleiding en aandacht voor leerlingen, collegiaal overleg, ontwikkeling van lesmateriaal of scholing, dat is misschien nog wel veel belangrijker.

Voorzitter, dan nog een paar losse punten:

· Collega Van Dijk van het CDA heeft al het e.e.a. gezegd over landelijk demografisch onderzoek naar de opbouw van de bevolking en de gevolgen die dat voor het onderwijs (huisvestingswetgeving, bekostigingssystematiek) zou kunnen hebben. Wij hebben datzelfde idee en ondersteunen daarom zijn pleidooi.

· Onze handtekening staat onder het amendement van collega Van Dijk inzake het stimuleren van het levensbeschouwelijk onderwijs op oenbare scholen. Wij vinden dit belangrijk, collega van Dijk heeft daar al het nodige over gezegd, wij sluiten ons daarbij aan.

· Meer ICT in het onderwijs biedt grote kansen. En die worden door innoverende scholen ook voluit gegrepen. Toch laten veel scholen mogelijkheden liggen. Er gebeurt ons insziens nog te weinig inzake bijvoorbeeld E-learning voor specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld het aanbieden van delen van studies via internet door universiteiten, wat in de VS heel gewoon is, of het lesgeven via de computer aan bijvoorbeeld thuiszitters) en het gratis delen van (digitale) leermiddelen. De PvdA is blij dat er nu eindelijk gratis schoolboeken komen in het Voortgezet Onderwijs. Dit was voor ons een principieel punt, waar we lang voor hebben gestreden. Graag zouden we ook daar enige innovatie zien. Wij zouden graag willen dat het ministerie van OCW projecten stimuleert of faciliteert waarbij docenten zelf hun eigen lesmethodes maken en die vervolgens gratis delen met hun collega s op andere scholen. Gaat de staatssecretaris hier in het kader van de gratis schoolboeken een deeltje van het budget voor reserveren?

· Voorzitter, we hebben in deze Kamer lang niet gesproken over het leerlingenvervoer. Wij denken dat het een goede zaak is als we dat volgend voorjaar eens gaan doen. Wij krijgen namelijk regelmatig signalen dat zich daarbij knelpunten voordoen. Een schrijnend voorbeeld is wat ons betreft Stadskanaal, waarbij een kind 230 km per dag moet reizen naar een school voor speciaal onderwijs en de gemeente meer dan 30.000 Euro per jaar kwijt is aan het vervoer van dit ene kind. Wij ontzeggen geen enkele ouder vrije schoolkeuze, maar dit is voor een gemeente niet meer op te brengen. Een ander punt betreft het vervoer van leerlingen in het speciaal onderwijs van school naar de buitenschoolse opvang. De taxi rijdt alleen van school naar huis, en niet naar de BSO. Ouders komen in de knel, kinderen worden soms thuis voor de deur afgezet terwijl de ouder nog op het werk zit. Dat is onverantwoord. Nu kunnen wij met een landelijke regeling niet alles oplossen wat op gemeentelijk niveau ligt. Maar wij denken dat het goed is als we de regeling zoals we die nu hebben over enkele maanden eens tegen het licht houden en kijken of deze nog voldoet en of aanpassing nodig is. Wil de staatssecretaris hiernaar kijken?

· Dan de reorganisatie op het ministerie van OCW. Daarin is de PvdA altijd zeer geïnteresseerd. Mijn fractie hoort graag hoe gaat het met de efficiency-taakstelling. Gaat die gehaald worden, is er een goed plan om over de hele linie de 20% op beleid, de 10% op uitvoering en de 30% op de inspectie te halen? Wordt er voldoende regelgeving afgeschaft, is de bureaucratie al verminderd en hoe worden diensten samengevoegd? Graag horen wij van de minister hoe het er nu voor staat.

· Dan nog iets heel anders: in 2009 bestaan de twee grote internationale verdragen inzake de rechten van het kind en de rechten van de mens 60 jaar. Dat vindt de PvdA een mooie aanleiding voor OCW om 2009 voor het onderwijs uit te roepen tot Jaar van de Mensenrechten en het belang van universele mensenrechten d.m.v. een aantal aansprekende educatieve en culturele activiteiten onder de aandacht te brengen van scholieren. In het kader van sociale integratie en actief burgerschap lijkt ons dat een goede zaak, zeker in een politiek en maatschappelijk klimaat waarin ook in Nederland bepaalde rechten en vrijheden niet meer zo vanzelfsprekend lijken... Is de minister hiervoor warm te maken?

Voorzitter, tot slot:

Nog zo n mooie zin uit ons verkiezingsprogramma is: Werken aan het Nederland van morgen, betekent investeren in het onderwijs van vandaag . En dat doet dit kabinet volop. Er is veel geld uitgetrokken voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en voor de leraren. Is het genoeg? Nee, als het om de toekomst van onze kinderen gaat, is het natuurlijk nooit genoeg, er valt altijd iets te verbeteren en er kan altijd meer geld bij. Maar meer geld is niet zaligmakend als je de kwaliteit van het funderend onderwijs niet verbetert. Daar wil ik namens de PvdA-fractie met dit kabinet graag aan werken. Dat is geen gemakkelijke opgave, ik wens de minister en zijn staatssecretarissen daarbij veel wijsheid toe.

Lid Besselink:

mevrouw de Voorzitter,

De komende jaren wordt krapte op de arbeidsmarkt zichtbaar. Door de vergrijzing stromen velen uit. Tegelijkertijd vraagt de arbeidsmarkt om steeds beter opgeleid personeel door het teruglopen van de hoeveelheid laaggeschoolde arbeid en het toenemen van kennisintensieve arbeid. We kunnen geen enkel beschikbaar talent missen.

We hebben behoefte aan vakmensen. Nu wordt veel talent verspild omdat teveel jongeren vroegtijdig het VMBO verlaten. Die schooluitval moet met de grootste spoed worden aangepakt.

Mevrouw de voorzitter deze zinnen uit ons verkiezingsprogramma geven goed weer wat voor de fractie van de PvdA de speerpunten in deze begroting zijn.

Willen wij als land mee kunnen blijven draaien in de concurrerende kenniseconomie dan zullen wij moeten investeren in het verhogen van onze kennisniveau. De PvdA wil dat we serieus streven om de Lissabondoelstellingen hierover te halen. Dit betekent dit dat er niet alleen aandacht moet zijn voor het hoger en wetenschappelijk onderwijs. Er zal juist ook geïnvesteerd moeten worden in de jongens en meisjes die het VMBO en het MBO doen. Zij zijn de vakmensen die we straks keihard op de werkvloer nodig hebben. Een goede aansluiting met de arbeidsmarkt in overleg met de werkgevers is dan ook van belang. In het MBO zullen we een slag moeten maken om meer mensen binnenboord te houden en scholieren en studenten uitdagen om het beste uit zichzelf halen. De ontwikkeling van de associate degrees in dezen juichen wij dan ook toe.

Drie speerpunten voor de bijdrage van de PvdA zijn:


- Keurmerk minimale kwaliteit educatie en inburgering


- De teldatum


- Terugdringen schoolverlaten / opvang van risicoleerlingen

Het keurmerk

Het onderwijs dat onderdeel uitmaakt van een re-integratietraject, inburgeringstraject en volwassen educatie moet van goede kwaliteit zijn. Daar hebben mensen die omgeschoold, bijgeschoold of ingeburgerd moeten worden recht op. Gemeenten mogen zelf kiezen welke instelling ze inschakelen voor het verzorgen van het onderwijs dat onderdeel uitmaakt van een re-integratietraject en inburgeringstrajecten. In de toekomst mogen ze dat bij de vorming van het participatiefonds ook voor volwasseneducatie doen. Uit de praktijk krijgen we veel signalen dat onderwijsaanbieders concurreren door medewerkers onder het niveau van de onderwijs CAO aan te stellen. Wij vinden het ongewenst dat dezelfde medewerkers tegen de helft van het salaris hetzelfde werk moeten gaan doen onder de vlag van een commerciële organisatie. Tegen die achtergrond willen we de regering vragen om gemeenten voor te schrijven om het keurmerk inburgering verplicht te stellen bij instellingen die het onderwijstraject van de inburgeringscursus verzorgen. Gemeenten zouden hier wat ons betreft alleen van af mogen wijken als zij dit om inhoudelijke redenen kunnen motiveren. Ook wil de PvdA-fractie vragen om te bevorderen dat er ook zo n keurmerk komt voor onderwijstrajecten en volwasseneducatietrajecten. En tegelijkertijd met de invoering van het participatiefonds, gemeenten voor te schrijven dit keurmerk voor te schrijven. Een onderdeel van dit keurmerk zou moeten zijn dat de medewerkers onder de CAO-BVE (beroepsonderwijs en volwasseneducatie) vallen. Graag uw reactie. We overwegen in Tweede Termijn hier een motie over in te dienen.

De teldatum

De wens om vroegtijdig schoolverlaten aan te pakken en een flexibele instroom toe te staan heeft ieders instemming. De voorgestelde tweede teldatum is dan ook een goed instrument om de nodige prikkels naar de MBO instellingen uit te zenden. De discussie die nu ontstaan is betreft het inboeken extra inkomsten die een instelling krijgt bij het vasthouden van meer leerlingen. Zoals het nu in de begroting staat, moeten de instellingen dat eerst zelf voorschieten. Een ex ante inboeking in plaats van ex post. Een bezuiniging dus. Wij willen de inboeking van die verrekening omdraaien. Zowel de minister president als de minister van Financiën hebben al toegezegd dat het geen bezuiniging betreft. Kan de staatssecretaris dat nogmaals bevestigen en kan zij uitleggen hoe zij voorkomt dat de MBO instellingen met deze berekening in de financiële problemen komen. We willen hier nogmaals de uitspraak van de MP vastleggen dat dit geen taakstellende bezuiniging is voor het MBO. We hanteren de tweede teldatum, het budget moet pas gekort worden als de uitval daadwerkelijk is geconstateerd. Als de MBO s er in slagen de uitval terug te dringen zal dit de regering geen 155 miljoen besparen. Dat vinden wij verre van teleurstellend. Wij nemen de doelstelling van het terugdringen van uitval serieus en hopen van harte dat de MBO instellingen in grote mate hierin slagen.

Risicoleerlingen

We willen de staatssecretaris dank zeggen voor het toezenden van het deltaplan terugdringen schoolverlaten. Dit is een belangrijk plan voor de PvdA. Wij willen dat kinderen goede kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Dat wordt het best bereikt met een goede opleiding die uitmondt in een diploma. We hebben alle talent nodig in de toekomst.

Het MBO lijkt succesvol in het binnenhouden van grotere groepen studenten die vroeger klant waren bij de sociale dienst. Dit zijn niet altijd de makkelijkste leerlingen. Dat betreft precies de groep die de meeste aandacht en begeleiding nodig heeft en dus meer geld kost. De ROC s moeten ondersteund worden in het binnenboord houden van juist deze groep. Wat we willen voorkomen is dat er een perverse prikkel optreedt dat de MBO-instellingen op basis van de zwaarte van de taak het laagste niveau op MBO af stoten. Het gevolg is dan dat we een deel van deze jongeren weer bij sociale dienst terecht komen. Zeker als we dadelijk de leer-werkplicht krijgen, moeten we blij zijn dat MBO dit werk doet. Dit mogen we niet verspelen.

Hoe staat het met het kabinetsvoornemen dat elke school een eigen zorg advies team heeft. Want die zorg moet op orde zijn als we succesvol grotere groepen studenten binnen willen houden. Als het succesvol wordt (bv via kwalificatieplicht) houden we meer kinderen en jongeren op school (sluit dus aan bij punt 1 over MBO). Maar dan hebben scholen ook meer jongeren in huis die zorg vragen. Het is daarom van groot belang dat invoering van grootschaliger zorgadviesteams snel gebeurt. Wat docenten moeten les kunnen geven. En zich niet met zorgtaken bezig houden.

Kan de staatssecretaris daarom kijken of samenwerking tussen sociale dienst/CWI en ROC s versterkt kunnen worden en hen de mogelijkheid bieden om ROC s in te huren om deze jongeren op te leiden. Kan de staatssecretaris daarnaast aangeven hoe zij denkt de ROC s hierin te ondersteunen? Omdat wij zeer groot belang hechten aan het bieden van kansen aan deze jongeren en de ondersteuning van de ROC s in deze taak overwegen wij hierover in tweede termijn een motie in te dienen.

Dan een vraag over de reorganisatie op het ministerie van OCW. Daarin is de PvdA zeer geïnteresseerd. Mijn fractie hoort graag hoe het staat met de efficiencytaakstelling. Gaat die gehaald worden, is er een goed plan om over de hele linie de 20% op beleid, de 10% op uitvoering en de 30% op de inspectie te halen? Wordt er voldoende regelgeving afgeschaft, is de bureaucratie al verminderd en hoe worden diensten samengevoegd? En kan de minister in zijn beantwoording aangeven wat de voor- en nadelen zijn van het onderbrengen van een uitvoeringsdienst als de studiefinanciering in zijn dienst en daarmee onder zijn directe verantwoordelijkheid?

Hoger Onderwijs en Onderzoek

De minister heeft in het nota overleg over de strategische agenda HO en onderzoek en wetenschap in ruime mate toezeggingen gedaan die tegemoet komen aan onze wensen. Het is dus niet noodzakelijk om er hier nu nog iets aan toe te voegen.

Ook ik wens de minister en beide staatssecretarissen veel wijsheid in het uitwerken van de ambitieuze plannen waar zij voorstaan.

­­­­

Persvoorlichting Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid Plein 2
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T 070 318 2694
E s.boting@tweedekamer.nl