D66

Bekijk de effectiviteit van de identificatieplicht

12 december 2007

D66 fractievoorzitter Alexander Pechtold heeft vragen gesteld aan minister Hirsch Ballin van Justitie (CDA) en minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken (PvdA) over de negatieve effecten van de identificatieplicht. Het lijkt erop dat de identificatieplicht te weinig toevoegt aan de veiligheid om de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer te rechtvaardigen. Burgers hebben veel last van de maatregel en er heerst ergernis over het systeem van de boeteverdubbelaar. De negatieve teneur blijkt ook uit uitspraken van Gerrit van de Kamp, voorzitter van de politievakbond ACP: "Het gaat alleen nog maar om repressie. We willen werken aan veiligheid maar we zijn alleen nog maar boetes aan het schrijven."

Volgens Van de Kamp is het gevolg van de identificatieplicht, zoals die nu geldt, dat mensen het respect voor de politie verliezen. Mede daarom doen agenten hun werk met minder tevredenheid. Ze moeten nu geld innen terwijl ze zich liever bezighouden met preventie. In januari 2007 is een voorstel van Pechtold aangenomen waardoor de evaluatie van de wet op identificatieplicht vervroegd wordt. Dit voorstel bewijst onmiddellijk zijn noodzaak zodat er, na gedegen evaluatie, snel besluiten genomen kunnen worden over het beleid rondom de identificatieplicht.

Pechtold vraagt de regering de opmerkingen van de vakbondsvoorzitter mee te nemen in de evaluatie. De sociaal-liberaal wil de wet op de identificatieplicht grondig tegen het licht houden: "Het moet wat mij betreft niet gaan om repressie en geld verdienen maar om de veiligheid van burgers. Daarenboven kun je de vraag stellen of de balans tussen identificatieplicht en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer nog in evenwicht is. "