Description:

Ministerie van Defensie
KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN

12-12-2007
Beantwoording vragen Project patrouilleschepen
Vraagsteller: Vaste commissie voor Defensie

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste
commissie voor Defensie naar aanleiding van mijn brief van 14 november
jl. inzake het project Patrouilleschepen, resultaten gecombineerde
voorstudie-, studie- en verwervingsvoorbereidingsfase (verzoek met
kenmerk 07-DEF-B-115).

STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Beantwoording vragen Project patrouilleschepen | 48 kB

Ministerie van Defensie Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR ´s-Gravenhage Datum 12 december 2007 Ons kenmerk DMO/DB/2007029179 Onderwerp Antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Defensie over het project Patrouilleschepen Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste commissie voor Defensie naar aanleiding van mijn brief van 14 november jl. inzake het project Patrouilleschepen, resultaten gecombineerde voorstudie-, studie- en verwervingsvoorbereidingsfase (verzoek met kenmerk 07-DEF-B-115).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Pagina 1/8 Ministerie van Defensie
Antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Defensie over de brief inzake het project Patrouilleschepen, resultaten gecombineerde voorstudie-, studie- en verwervingsvoorbereidingsfase (31200 X, nr 42).
1. Aangegeven wordt dat besparingen doorgevoerd zijn door onder meer het verplaatsen van de cascobouw van de laatste twee patrouilleschepen naar de zusteronderneming Damen Shipyard Galatz in Roemenië. Anderzijds is het voorziene budget met ¤27,8 miljoen verhoogd. Moet hieruit geconcludeerd worden dat sprake is van forse prijsstijgingen? Zo ja, wat is de oorzaak hiervan?
2. Was uw opmerking in uw speech tijdens het NIID-symposium op 8 november jl. over "exorbitante prijsstijgingen" die Defensie "voor de kiezen krijgt" ook van toepassing op het project verwerving patrouilleschepen? Kunt u nader ingaan op deze problematiek van aanzienlijke prijsstijgingen in de bouwmarkt en defensiegerelateerde industrie, die veel hoger zijn dan de jaarlijkse prijscompensatie van Financiën?
Ontwikkelingen op de wereldmarkt voor de scheepsbouw, scheepsinstallaties en de benodig-de grondstoffen hebben geleid tot prijsstijgingen. Door de aantrekkende wereldmarkt is de vraag naar bijvoorbeeld staal en koper, maar vooral ook naar dieselmotoren en andere voort-stuwingscomponenten, toegenomen. Het gevolg hiervan zijn langere levertijden en hogere prijzen dan aanvankelijk was aangenomen. Zo was in de periode 2005 tot 2007 sprake van een prijsverhoging van ruim 9 procent.
De in die periode toegekende prijscompensatie is inderdaad minder dan de werkelijke prijs-stijging. Daar staat tegenover dat Defensie nu op andere terreinen juist profiteert, bijvoor-beeld van de lage dollarkoers. Dergelijke meevallers zouden conform de budgettaire spelre-gels moeten worden afgedragen aan de minister van Financiën, evenals de meevallers bij de ontvangsten uit de verkoop van goederen. Met Financiën is echter afgesproken dat Defensie deze meevallers mag houden om de tegenvallers in de inflatie te compenseren.
Daarbij komt dat bij het sluitend maken van de Miljoenennota 2008 is besloten om bij de Voorjaarsnota 2008 de prijsbijstelling niet uit te keren, behalve bij de ministeries van Defensie en Verkeer en Waterstaat.
Pagina 2/8 Ministerie van Defensie
3. Waarom heeft u ervoor gekozen patrouilleboten te laten maken naar een geheel nieuw ontwerp?
7. Aan het eind van de alinea over Kustwachttaken wordt gesteld dat "vooral de taken in het Caribische gebied bepalend zijn voor de eisen die aan de patrouilleschepen worden gesteld". Kan dat nader worden geduid? Welke capaciteiten zijn expliciet buiten beeld gebleven door de focus op taken in het Caribische gebied?
Het patrouilleschip is gericht op taken lager in het geweldspectrum, zoals kustwachttaken, de bestrijding van terrorisme en piraterij, patrouillering en interdictie. Het betreft taken van de kustwacht Nederland, de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba, alsmede maritieme veiligheidstaken overal ter wereld. Hierbij is enige tegenstand denkbaar, die op proportionele wijze moet kunnen worden beantwoord. In scenario's in het hoge deel van het geweldsspectrum, waarvoor de patrouilleschepen niet zijn ontworpen, nemen de fregatten tevens de bescherming van de patrouilleschepen voor hun rekening.
Het opereren in het Caribische gebied staat voornamelijk in het teken van kustwachttaken, waaronder drugsbestrijding, bestrijding van mensensmokkel, maritieme grensbewaking, de controle en toezicht op de scheepvaart en hulpverlening. De inzetbaarheid vergt een robuust en zeewaardig schip met goede zeegangeigenschappen. Daarbij moet het schip voldoende stabiel zijn en voldoende omvang hebben om met een grote helikopter zoals een NH-90 te kunnen opereren. Omdat de helikopter aan boord onderhouden moet kunnen worden, wordt ook voorzien in een hangar. De combinatie van de eisen aan de bewapening, het sensorpakket, de grootte van de bemanning, het veilig opereren met de interceptiemiddelen zoals de NH-90 en de snelle onderscheppingvaartuigen en het beschikbare budget, leidt tot het huidige scheepsontwerp. Internationale samenwerking dan wel het gebruik van bestaande scheepsontwerpen is niet mogelijk gebleken.
4. Is bij de contractsluiting voor de bouw van de vier patrouilleschepen rekening gehouden met compensatie voor vertraging van de bouw? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
5. Is het de industrie duidelijk dat Nederland een groot risico neemt met de verkoop van de M-fregatten en de aankoop van de patrouilleschepen, omdat hierdoor
Pagina 3/8 Ministerie van Defensie
tussen 2009 en 2011 de gewenste sterkte van de vloot niet wordt gehaald en omdat dit betekent dat een tijdige oplevering een absolute "must" is?
De leverdata in de contracten leiden tot het tijdschema in mijn brief van 14 november jongstleden. De industrie acht deze planning haalbaar en verdere vertraging wordt dan ook niet voorzien. Het is de industrie duidelijk dat er grote tijdsdruk staat op de levering van deze schepen.
6. Wanneer wordt de configuratie van de overige IFF-apparatuur als onderdeel van de defensiebrede IFF-behoefte vastgesteld?
De defensiebrede IFF-behoefte wordt eind 2008 vastgesteld. U zult na voltooiing van de behoeftestellingsfase over dit project worden geïnformeerd.
8. Kunnen de nieuwe patrouilleschepen ook worden ingezet in het kader van het Security Proliferation Initiative? Voorziet u ook een dergelijke inzet?
De patrouilleschepen zijn mede ontworpen voor maritieme veiligheidstaken binnen het kader van de bevordering en handhaving van de internationale rechtsorde. Het Proliferation Security Initiative (PSI) is een samenwerkingsverband tussen diverse landen, waaronder Nederland. PSI is gericht op het onderscheppen van transporten van massavernietigingswapens, delen daarvan, overbrengingsmiddelen of daarmee verbonden materialen. Patrouilleschepen zouden daarbij een rol kunnen spelen. PSI voorziet niet in een expliciete juridische grondslag voor het optreden in dit verband. Een dergelijk optreden dient derhalve te passen binnen de huidige kaders van het in-ternationale recht.
9. Kan nog worden gewacht met de overdracht van enkele (te verkopen) M-fregatten tot de patrouillevaartuigen beschikbaar zijn? Zo neen, waarom niet?
Neen. De verkoop van de M-fregatten, inclusief het moment van overdracht, is contractueel overeengekomen met België en Portugal. Zoals uiteengezet in de brieven van 10 november 2005 (Kamerstuk 30 300 X nr. 25) en 6 september 2006 (Kamerstuk 30 300 X nr. 138) is de tijdelijke verlaging van de capaciteiten het gevolg van de beleidskeuze in de Marinestudie 2005 om verkoopopbrengsten en besparingen aan te wenden voor de verwerving en de
Pagina 4/8 Ministerie van Defensie
uitbreiding van andere capaciteiten. Een belangrijke overweging daarbij was de verkoopbaarheid van M-fregatten waarbij rekening moest worden gehouden met de wensen van de kopers voor een spoedige overdracht van de schepen. Deze overweging is in goed overleg met de Kamer aan de orde geweest tijdens de behandeling van de Defensiebegroting 2006 en de Marinestudie 2005 in november 2005.
10. Wordt met "snelle onderscheppingsvaartuigen" weer iets anders bedoeld dan de huidige superrhibs? Zo ja, kan dan ook een beschrijving worden gegeven van die 'snelle onderscheppingsvaartuigen'?
11. Bent u genoopt tot de bouw van nieuwe 'snelle onderscheppingsvaartuigen' omdat de zogenoemde 'superrhibs' niet goed functioneren?
De functionaliteiten van de snelle onderscheppingsvaartuigen en de huidige superrhibs zijn vergelijkbaar. Beide typen vaartuigen moeten enkele uren zelfstandig kunnen opereren en in ruwe zee langdurig een hoge vaart kunnen volhouden, waarbij de veiligheid van de beman-ning onder alle omstandigheden gegarandeerd moet zijn. De wijze van inzet van de snelle onderscheppingsvaartuigen verschilt echter met die van de superrhibs. De superrhibs worden vanuit de haven ingezet, terwijl snelle onderscheppingsvaartuigen vanaf het patrouilleschip worden ingezet vanuit een slipway of een davit. Bovendien worden ze voorzien van een op-stelling voor een klein kaliber wapen. Bij de verwerving van snelle onderscheppingsvaartui-gen zullen eerdere ervaringen van Defensie met (super)rhibs worden meegenomen.
12. Zullen de patrouilleschepen voorzien zijn van voldoende zelfbeschermingsmiddelen tegen terroristische dreigingen?
Hoewel de patrouilleschepen zijn voorzien van zelfbeschermingsmiddelen, is een garantie tegen toekomstige, zich snel ontwikkelende capaciteiten van terreurorganisaties niet te geven. De organieke bewapening is toereikend om schepen tot stoppen te dwingen, voor zelfverdediging tegen kleine boten en om boardingteams van ondersteunend vuur te voorzien. Het schip is gedeeltelijk voorzien van beschermende maatregelen om de bemanning tegen een onverwachte dreiging te kunnen beschermen.
13. Waarom worden de patrouilleschepen niet voorzien van een Goalkeeper, tegen dreigingen uit de lucht, in het bijzonder van anti-schipsraketten, waarover bijvoorbeeld
Pagina 5/8 Ministerie van Defensie
een terroristische organisatie als Hezbollah beschikt? Bestaat er wel de mogelijkheid om voorzieningen op de schepen te plaatsen om er later alsnog een Goalkeeper op te kunnen zetten?
Een patrouilleschip is geschikt voor operaties met een beperkte geweldintensiteit waarvoor het niet doelmatig is fregatten in te zetten. Een patrouilleschip opereert veelal nabij de kust maar is in tegenstelling tot de Nederlandse fregatten - niet toegerust voor zelfstandige oorlogvoering. In het ontwerp is slechts in beperkte mate plaats voor het uitbreiden van het sensoren- en wapenpakket. Voorzieningen, bijvoorbeeld voor het later bijplaatsen van een Goalkeepersysteem, hebben vergaande consequenties voor het ontwerp (ruimte, integratie in systemen, commandofaciliteiten en kosten) en zouden ten koste gaan van andere functionaliteiten. Op grond van de voorziene taken van de patrouilleschepen bestaat aan een dergelijke uitbreiding geen operationele behoefte. Wel biedt het huidige ontwerp in beperkte mate plaats voor het uitbreiden van het sensoren- en wapenpakket door het bijplaatsen van andere, kleinere wapens en het modificeren van de sensoren, indien nodig ook tegen luchtdreiging.
14. Wat is de huidige stand van zaken bij de verwerving van een 27 tot 30 mm snelvuurkanon? Is bijvoorbeeld de prijs van de Goalkeeper concurrerend?
Voor de verwerving van een 27 tot 30 mm snelvuurkanon tegen 'zeedoelen' nabij de schepen hebben verschillende fabrikanten een offerte ingediend. Deze worden momenteel geëvalueerd. Het Goalkeepersysteem, dat vele malen duurder is dan de systemen die thans worden geëvalueerd, maakt hiervan geen deel uit. De hoofdtaak van het Goalkeepersysteem is namelijk 'luchtverdediging'. Het systeem is minder geschikt tegen oppervlaktedreiging.
15. Hoe is het mogelijk dat Duitsland een ander SEWACO-systeem aanschaft dan Nederland, als het Nederlandse streven naar standaardisatie leidend was? Wijkt Duitsland af van de gebruikelijke standaard? Is er een NAVO-standaard voor SEWACO-systemen? Per wanneer zal Duitsland over nieuwe patrouilleboten beschikken?
Duitsland heeft schepen aanbesteed gericht op zogenaamde 'stabilisatietaken'. Met dit type fregat (F125), dat groter zal zijn dan Nederlandse LC-fregatten, worden operaties in kustomgevingen en op land ondersteund. Deze taken wijken sterk af van die van de Nederlandse patrouilleschepen. Dientengevolge zijn er grote verschillen tussen de
Pagina 6/8 Ministerie van Defensie
capaciteiten en de uitvoering van het Sewaco-systeem van beide typen schepen. Er is geen Navo-standaard voor Sewaco-systemen.
Voor de aanschaf van de luchtbeeldopbouwradar (SMILE) is samenwerking met Duitsland nagestreefd. Zoals in mijn brief van 14 november jl. is gemeld, heeft Duitsland gekozen voor een ander systeem dat niet inpasbaar is in het concept van de Geïntegreerde Sensor en Commando Suite (GSCS) van de patrouilleschepen en dat bovendien niet tijdig leverbaar is. De Duitse schepen (F-125) worden naar verwachting vanaf 2014 geleverd.
16. Wat betekent de term 'tijdelijk' waar wordt gesproken over het tijdelijk bieden van accommodatie voor de opvang van maximaal 100 drenkelingen, slachtoffers of evacués?
17. Zal een patrouilleschip, zoals thans gepland, in staat zijn (al dan niet tijdelijk) een compagnie mariniers te vervoeren?
Het patrouilleschip biedt de mogelijkheid om 100 personen, voor een aaneengesloten periode van maximaal 72 uur, te accommoderen. Er komen sanitaire basisvoorzieningen in de onmiddellijke omgeving van de accommodatie en er komen bedden die snel kunnen worden neergezet en weer opgeruimd.
In het geval dat een compagnie mariniers moet worden vervoerd, zal deze compagnie van dezelfde tijdelijke accommodatie gebruikmaken.
18. Wordt het projectbudget contractueel vastgelegd op ¤467,8 miljoen (prijspeil 2007)? Of zijn verdere prijsstijgingen en/of kostenoverschrijdingen bovenop de ¤27,8 miljoen denkbaar? Wat gaat u doen om deze te voorkomen?
De contracten berusten op een vaste basisprijs. Zoals gebruikelijk bij meerjarige contracten, zijn clausules voor jaarlijkse prijsherziening opgenomen. Dit betekent dat de basisprijzen in de contracten volgens een overeengekomen formule jaarlijks worden aangepast aan de stijging van de loon- en materiaalkosten. Om vertragingen te voorkomen zijn de gebruikelijke condities opgenomen in de contracten, waar onder een boeteclausule indien leveranciers de overeengekomen termijnen en leveringen niet halen.
Pagina 7/8 Ministerie van Defensie
19. Wanneer is de SMILE-radar wel beschikbaar voor het eerste patrouilleschip?
In de huidige planning wordt de eerste SMILE-radar op het tweede patrouilleschip geplaatst. De SMILE-radar voor het eerste patrouilleschip wordt eind 2012 voorzien.
20. Aangegeven wordt dat het eerste patrouilleschip, zonder SMILE radar, in staat zal zijn de basistaak (Kustwacht NA&A) te vervullen. Wat moet hieronder worden verstaan, en geldt deze basistaak dan niet voor de Kustwachttaken op de Noordzee? Zal het patrouilleschip voor die periode met of zonder boordhelikopter ingezet worden?
De basistaken betreffen de rechtshandhaving en dienstverlening binnen de territoriale wate-ren van de landen van het Koninkrijk der Nederlanden, met inbegrip van de Exclusieve Eco-nomische Zone en het vluchtinformatiegebied. Hiervoor is de inzet van een boordhelikopter van grote toegevoegde waarde. Het ontbreken van de SMILE-radar heeft geen gevolgen voor de mogelijkheid de boordhelikopter veilig mee te voeren en te laten vliegen en landen. Het ontbreken van de SMILE-radar heeft wel gevolgen voor de mogelijkheid de boordhelikopter te waarschuwen voor overig luchtverkeer in de omgeving. Hiervoor zal de helikopter van het eerste patrouilleschip gebruikmaken van lokale luchtverkeersleiding, zoals ook het geval is bij de overige vliegtuigen in dienst van de Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba.
Op de Noordzee geldt deze beperking in mindere mate, omdat de inzet en de vliegveiligheid van de boordhelikopter vanaf het land (onder meer door kustwachtradarcentra en de lucht-verkeerleiding Nederland) kunnen worden gegarandeerd. Tijdens inzet elders, bjjvoorbeeld in het kader van expeditionaire scenario's, is de SMILE-radar onontbeerlijk, omdat in dat geval niet op bovengenoemde luchtverkeersleiding kan worden teruggevallen.
Pagina 8/8