Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Uw brief 2-11-2007 / 07-SZW-B- 089 Ons kenmerk AM/AKA/2007/39346 Onderwerp Algemeen overleg arbeidsmigratie 19-12-2007 Datum 17 december 2007

Bij brief van 2 november jl. verzocht u mij, met het oog op het vervolg-algemeen overleg over arbeidsmigratie dat op 19 december a.s. zal plaatsvinden, u nadere informatie te verschaffen over de plannen van de Europese Commissie voor een `blue card' en een reactie te geven op het rapport `Arbeidsmigratie, gender en gezin'van E-Quality. Ik maak van deze gelegenheid gebruik u tevens te informeren over de mogelijkheden voor asielzoekers in procedure om vrijwilligerswerk te doen, een toezegging uit het algemeen overleg met uw Kamer over arbeidsmigratie van 17 oktober jl. Over het tijdpad om te komen tot `één loket' van CWI en IND voor arbeidsmigratie, een andere toezegging uit genoemd algemeen overleg, zal ik u ­conform mijn toezegging- nog vóór het kerstreces per separate brief informeren.

Mede namens de staatssecretaris van Justitie bericht ik u het volgende.

Het kabinet heeft met belangstelling kennisgenomen van het voorstel van de Europese Commissie over de ontwerp-richtlijn Kennismigratie, waarvan de zogenaamde blue card onderdeel uitmaakt. Door middel van het desbetreffende BNC-fiche is uw Kamer inmiddels op hoofdlijnen geïnformeerd over de inhoud van het voorstel en het eerste algemene standpunt van het kabinet hierover.

Wat betreft het rapport van E-Quality: deze organisatie wijst terecht op het belang om binnen het arbeidsmigratiebeleid rekening te houden met de gezinssituatie van de arbeidsmigrant en de mogelijkheden voor en kansen op gezinsvorming/-hereniging. SZW en Justitie zullen samen verkennen of ­ aanvullend op bestaande gegevens ­ onderzoek wenselijk is naar de relaties tussen arbeidsmigratie en gezinsmigratie, teneinde meer inzicht te verkrijgen in de maatschappelijke effecten van gezinsvorming en ­hereniging bij arbeidsmigranten, en in de vraag wat die effecten betekenen voor het arbeidsmigratiebeleid. Het gaat hierbij om alle arbeidsmigranten (inclusief kennismigranten), van binnen en buiten de EU.

Ons kenmerk AM/AKA/2007/39346

E-Quality constateert dat er meer mannelijke dan vrouwelijke arbeidsmigranten tot Nederland worden toegelaten en adviseert om onderzoek te doen naar de oorzaken daarvan. Ik onderschrijf de stelling van E-Quality dat registratie van en rapportage over het geslacht van arbeidsmigranten wenselijk zijn. CWI registreert momenteel reeds of de arbeidsmigrant voor wie een tewerkstellingsvergunning wordt afgegeven man of vrouw is, maar rapporteert daarover niet in de periodieke rapportages over de verstrekte tewerkstellingsvergunningen. Ik zal CWI dan ook vragen om het geslacht van de arbeidsmigrant in die rapportages op te nemen.
Met betrekking tot het toelatingsbeleid voor `domestic workers' ben ik van mening dat het hierbij gaat om laaggeschoolde arbeid waarvoor ook binnenlands aanbod op onze arbeidsmarkt beschikbaar is. Vooralsnog zie ik dan ook geen reden om, zoals E-Quality suggereert, voor deze categorie arbeidsmigranten een aparte, soepeler, toelatingsregeling in te voeren.

Met betrekking tot het E-Quality-advies om bij tekorten op de arbeidsmarkt ook aan migranten die in het kader van asiel- of huwelijksmigratie naar Nederland komen, wil ik de volgende reactie geven.
Wanneer huwelijksmigranten een verblijfsvergunning hebben gekregen zijn zij bijna altijd vrij op de arbeidsmarkt, omdat zij echtgenoot/partner zijn van een Nederlander, een burger die recht heeft op het vrij verkeer van werknemers binnen de EU of een vreemdeling die al vrij is op de arbeidsmarkt. Een uitzondering hierop wordt bijvoorbeeld gevormd door echtgenoten/partners van vreemdelingen die in Nederland verblijven voor medische behandeling, die niet vrij zijn op de arbeidsmarkt. Asielzoekers die een verblijfsvergunning `bepaalde of onbepaalde tijd asiel' hebben gekregen zijn altijd vrij op de arbeidsmarkt. Dit arbeidsaanbod is dan ook beschikbaar op de arbeidsmarkt. Wanneer de aanvraag om de verblijfsvergunning voor asiel nog in behandeling is, mogen asielzoekers na de eerste zes maanden van hun verblijf in Nederland maximaal 12 weken per jaar werken. Het kabinet komt tegemoet aan het E-Quality-voorstel om asielmigranten meer op de arbeidsmarkt in te schakelen door de (reeds bij u aangekondigde) verruiming van deze toegestane werkperiode van 12 naar 24 weken per jaar, die naar verwachting begin 2008 in werking zal treden. Het kabinet is geen voorstander van een verdergaande inschakeling van asielzoekers in procedure om arbeidstekorten op te vangen, zoals reeds is aangegeven in de reactie van de staatssecretaris van Justitie op de motie van het lid Koer Kaya over inzet van het potentieel van hoog opgeleide asielzoekers (Kamerstukken II, 2006­2007, 29 861, nr. 18).

In zijn reactie op het SER-advies Arbeidsmigratiebeleid kondigt het kabinet aan te zullen bezien of de mogelijkheden voor asielzoekers in procedure voor het doen van vrijwilligerswerk verruimd moeten worden. Sinds april 2001 is geregeld dat een werkgever geen tewerkstellingsvergunning nodig heeft voor een asielzoeker die bij hem vrijwilligerswerk verricht. Het gaat dan om onbetaald werk zonder winstoogmerk dat een maatschappelijk doel dient. De werkgever moet wel over een Vrijwilligersverklaring van CWI beschikken, waarbij
---

Ons kenmerk AM/AKA/2007/39346

CWI toetst of het echt om vrijwilligerswerk gaat. Het kabinet vindt het continueren van deze toets van belang. Wel zal het kabinet zowel bij de uitvoerders van de asielprocedure als bij de organisaties van vrijwilligerswerk de bestaande ruime mogelijkheden voor vrijwilligerswerk nog eens onder de aandacht brengen.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner)


---