Werkgeversvereniging AWVN

AWVN en VNO-NCW verheugd over uitspraak Laval-zaak

Datum: 18 december 2007

Het Europese Hof van Justitie heeft vandaag uitspraak gedaan in een zaak waarbij, onder andere, de vraag aan de orde is of en in hoeverre collectieve actie door vakbonden is toegestaan als dit een belemmering oplevert voor het vrij verkeer van diensten. Een afweging dus tussen belangrijke beginselen in het gemeenschapsrecht.

In de Laval/Vaxholm zaak wordt een Lets bouwbedrijf de uitvoering van het werk in Zweden via blokkades onmogelijk gemaakt. Het ultieme gevolg was het faillissement van het dochterbedrijf. De Letse firma Laval verkrijgt via een openbare aanbesteding de opdracht voor de bouw van een school in Vaxholm (Zweden). De Letse firma wil deze school bouwen met zijn Letse bouwvakkers die daarvoor tijdelijk in Zweden worden gedetacheerd. Een Zweedse vakbond in de bouwsector benadert Laval voor het sluiten van een CAO die zou moeten gelden voor deze werknemers. Laval treedt met deze vakbond in onderhandeling maar bereikt geen akkoord omdat de looneisen hoger waren dan de laagste lonen die Zweedse bedrijven kunnen toepassen (16 euro per uur in plaats het minimum van 12 euro). Bovendien zou Laval 8,2% van zijn loonsom aan de Zweedse vakbond moeten afdragen om bij te dragen in fondsen, verzekeringen enz. Vervolgens sluit Laval twee CAO's voor werkzaamheden in de EU met een Letse bouwvakbond. De Zweedse vakbond start hierop een blokkadeactie waardoor het uitvoeren van het werk in Vaxholm feitelijk onmogelijk werd gemaakt.

De belangrijkste elementen in deze zaak zijn: 1) artikel 49 van het EG-Verdrag dat belemmeringen voor het vrij verkeer van diensten in beginsel verbiedt; 2) de Detacheringrichtlijn die bepaalt dat bepaalde arbeidsvoorwaardelijke verplichtingen tenminste moeten worden opgelegd aan dienstverleners uit andere EU-lidstaten; 3) het Handvest van de Grondrechten dat in beginsel stakingrecht erkend.

Het Hof concludeert in deze zaak dat de collectieve actie van de vakbond een ongerechtvaardigde beperking oplevert van het vrij verkeer van diensten. Het Hof overweegt daarbij het volgende. Bevestigd wordt dat het recht om collectieve actie te voeren een grondrecht is, maar dat de uitoefening van dit recht beperkingen kent. Het dwingen van buitenlandse dienstverleners om een CAO toe te passen die verder gaat dan de bescherming die de Detacheringsrichtlijn biedt, vormt een beperking van het vrij verkeer van diensten. Een dergelijke beperking is alleen toegestaan als het algemeen belang, zoals het voorkomen van sociale dumping, in het geding is. Gezien de vergaande verplichtingen die uit de betreffende bouw-CAO voortvloeien, kan een dergelijke collectieve actie niet worden gerechtvaardigd, aldus het Hof. Voor de arbeidsvoorwaarden die wél in acht moeten worden genomen, verwijst het Hof naar de Detacheringsrichtlijn. Bovendien geeft het Hof aan dat het voor de buitenlandse dienstverlener van belang is dat toe te passen arbeidsvoorwaarden voldoende nauwkeurig en toegankelijk zijn. Tenslotte levert het Hof kritiek op het feit dat in het Zweedse stelsel geen rekening wordt gehouden met het feit dat de buitenlandse dienstverlener al in eigen land gebonden is aan een CAO. Naar het oordeel van het Hof is dit discriminatie.

AWVN en VNO-NCW zijn zeer verheugd over deze uitspraak van het Hof omdat daarin benadrukt wordt dat aan buitenlandse dienstverleners alleen de kern van arbeidsvoorwaarden kan worden opgelegd, overeenkomstig de bepalingen in de Detacheringsrichtlijn. Dit voorkomt sociale dumping. Collectieve actie die er op gericht is om meer af te dwingen, levert strijd op met het vrij verkeer van diensten. AWVN en VNO-NCW vinden dit een evenwichtige benadering waarbij het recht van bedrijven om diensten te leveren in andere lidstaten én het recht op bescherming van werknemers worden gerespecteerd.