Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Rode Draad Postbus 90801 T.a.v. mevrouw S. Altink 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Postbus 16422 Telefoon (070) 333 44 44 1001 RM AMSTERDAM Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 1001RM16422

Contactpersoon Uw brief d.d. 1 oktober 2007 Doorkiesnummer Ons kenmerk AV/IR/2007/32664 Faxnummer Datum 18 december 2007 E-mail

Onderwerp De Rode Draad met betrekking tot de verduidelijking
van de arbeidsverhoudingen in de prostitutiebranche.

Geachte mevrouw Altink,

Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, een antwoord op de vragen in uw bovengenoemde brief.

Uw vragen hebben betrekking op de verduidelijking van de arbeidsrelaties in de prostitutiebranche, waarvoor aanpassing van sociale en fiscale wetgeving nodig is. Deze aanpassing is aangekondigd in de brief Veiligheid begint bij voorkomen, die op 6 november jl. naar de Tweede Kamer is gestuurd (kamerstukken II 2007-2008, 28684 nr. 119). Daarbij zal het uitgangspunt zijn dat er sprake is van loondienst, tenzij exploitanten akkoord gaan met een voorwaardenpakket waarin onder meer voorwaarden zijn opgenomen gericht op het zelfstandig functioneren van prostituees. Het voorwaardenpakket is tijdens besprekingen in de eerste helft van dit jaar door alle betrokken partijen, onder wie uw organisatie, opgesteld en aanvaard.

Vraag 1:
U vraagt of de verwachting is dat exploitanten ophouden met gezag uitoefenen omdat ze onder het voorwaardenpakket vallen.
Indien exploitanten kiezen voor het voorwaardenpakket dienen zij zich hiermee akkoord te verklaren. Door de Belastingdienst wordt actief informatie verstrekt aan zowel exploitanten als prostituees. Na deze informatieve fase zal worden vastgesteld hoe de voorwaarden worden nageleefd. Bij niet-naleving van het voorwaardenpakket zal de Belastingdienst handhavend optreden.

Vraag 2:

Ons kenmerk AV/IR/2007/32664

Voorts vraagt u of het juist is dat exploitanten worden beloond voor hun weigering om sociale lasten te betalen door ze het voorwaardenpakket aan te bieden. Ik verwerp de suggestie dat er sprake zou zijn van enige vorm van beloning. Dat blijkt ten eerste uit het te formuleren uitgangspunt, dat er in deze branche in beginsel sprake is van loondienst (met alle gevolgen van dien voor de exploitant). Uit de tweede evaluatie naar de opheffing van het bordeelverbod van het WODC, welke op 23 april jl. aan de Tweede Kamer is gezonden, blijkt dat er behoefte bestaat aan een mogelijkheid om als prostituee zelfstandig te kunnen functioneren (zie kamerstukken II 2006-2007, 25437 nr. 54). Hierover heeft zorgvuldig overleg met de branchevertegenwoordigers plaatsgevonden. Langs een bestaande methodiek kan de afdracht van verschuldigde belasting over de verdiensten van de prostituees plaatsvinden. Bij deze methodiek ligt het zwaartepunt van de verantwoordelijkheid juist bij de exploitant, zoals daar zijn het voeren van de administratie, het doen van de `eerstedagsmeldingen', het doen van de belastingaangiften en van de verschuldigde belastingafdrachten. Ook hieruit blijkt dat van enige vorm van beloning geen sprake is.

Vraag 3
U vraagt of prostituees over de juiste informatie over loondienst beschikken. Niet alleen uw organisatie De Rode Draad, maar ook de Belastingdienst en UWV hebben voorlichting gegeven aan prostituees met betrekking tot loondienst en zelfstandigheid. Ik wijs hierbij nadrukkelijk op het programma Handhaven op Niveau van het ministerie van Justitie, waar de voorlichting van de genoemde diensten onderdeel van was. In de eerder genoemde brief Veiligheid begint bij voorkomen is aangekondigd dat over de aanpassing van sociale en fiscale regelgeving voorlichting gegeven zal worden aan zowel exploitanten als prostituees.

Vraag 4
U vraagt naar de rol van de Arbeidsinspectie met betrekking tot de betaling van minimumloon in prostitutiebedrijven.
Sinds mei 2007 is een bestuurlijke sanctionering ingevoerd voor niet naleving van de Wet minimumloon (WML) en voert de Arbeidsinspectie in risicosectoren actief controles uit op de naleving van de WML. In overige sectoren controleert de Arbeidsinspectie op basis van concrete klachten over niet naleving van de WML. De prostitutiesector is niet als risicosector gedefinieerd. De Belastingdienst heeft in de regio's Limburg en Rijnmond naar aanleiding van controles in 2006 en begin 2007 (voor de invoering van de bestuurlijke sanctionering van de WML) in de prostitutie dienstbetrekkingen vastgesteld. Hierover lopen nog procedures. In de brief Veiligheid begint bij voorkomen is aangekondigd dat bij het opstellen van de `kaderwet vergunningen prostitutie' aandacht zal worden besteed aan de mogelijkheden tot versterking van controle en handhaving in de prostitutiesector.

Vraag 5 en 6

---

Ons kenmerk AV/IR/2007/32664

U vraagt hoe vrouwen die de Nederlandse taal niet machtig zijn aan informatie komen en hoe zij misstanden kunnen melden. Verder vraagt u wat er met een melding van een misstand gebeurt.
Bij de voorlichting over de voorgenomen aanpassing van sociale en fiscale wetgeving zal rekening worden gehouden met het feit dat veel prostituees de Nederlandse taal niet machtig zijn. Met organisaties, waaronder De Rode Draad, zullen afspraken worden gemaakt over de verspreiding van informatie in verschillende talen.
De Belastingdienst zal toezien op de naleving van het voorwaardenpakket door exploitanten. Daarbij zal worden beoordeeld of en zo ja, in welke mate behoefte bestaat aan een meldpunt. Een melding van een misstand kan in ieder geval plaatsvinden bij de Belastingdienst. Indien een melding aanleiding geeft om onderzoek in te stellen of anderszins op te treden dan zal de Belastingdienst daartoe actie ondernemen.

Vraag 7
U vraagt hoe ik garandeer dat de bedrijfsrisico's van exploitanten niet op prostituees worden afgewenteld.
Ik kan geen garantie geven op hetgeen tussen partijen in een private sector wordt afgesproken. Met de voorgenomen aanpassing van sociale en fiscale wetgeving tracht de overheid te bevorderen dat er verduidelijking komt in de arbeidsverhoudingen tussen de betrokken partijen in de prostitutiebranche en dat er fatsoenlijke afspraken worden gemaakt die ook worden nageleefd.

Vraag 8
Uw suggestie om via een kaderwet transparantie van de arbeidsverhoudingen in vergunningseisen op te nemen zal ik overbrengen aan mijn collega's van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie, die momenteel een `kaderwet vergunningen prostitutie' voorbereiden.

Vraag 9
In antwoord op uw laatste vraag merk ik op dat de voorgenomen aanpak specifiek gericht is op de prostitutiebranche met als doel om de arbeidsverhoudingen in deze sector te verduidelijken.

Ten slotte merk ik nog het volgende op. De laatste alinea van uw brief lijkt te impliceren dat de Rode Draad ervoor gezorgd heeft dat er voorwaarden werden verbonden aan de methodiek van afdrachten van belasting over de verdiensten van de prostituees. Uit de aan mij verstrekte informatie komt naar voren dat de voorwaarden in een tweetal vergaderingen met betrokken organisaties en deskundigen zijn samengesteld. Bij een van beide vergaderingen was de Rode Draad een van de deelnemers. De bijdrage van De Rode Draad is relevant geweest, maar ik wil niettemin benadrukken dat het geheel van de deelnemers de voorwaarden uiteindelijk heeft samengesteld.


---

Ons kenmerk AV/IR/2007/32664

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Een afschrift van deze brief zend ik aan de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer.

Hoogachtend,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner)

c.c.:
Vaste commissie voor SZW van de Tweede Kamer


---