Vragen over het vangen van krill voor kweekvisvoer
21 december 2007 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op kamervragen over krillvangst in zeeën
rond Antarctica. Dit zal geen negatieve gevolgen hebben voor het
mariene ecosysteem vanwege vangstquota en bescherming van het gebied.
Meer informatie
* Vragen over het vangen van krill voor kweekvisvoer
Kamerstuk | 21-12-2007 | PDF-Document, 50 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Kamervragen over het vangen van krill voor kweekvis-voer en andere doeleinden
Datum 21 december 2007
Kenmerk Viss. 2007/5652
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over
het vangen van krill voor kweekvis-voer en andere doeleinden.
1
Kent u het bericht 'We gaan jagen op het zeegrut'1?
Ja.
2
Kunt u aangeven of er serieuze plannen zijn om met Nederlandse visschepen te gaan
vissen naar krill in de zeeën rond Antarctica? Zo ja, kunt u toelichten waarom?
Nederlandse vissers hebben op dit moment geen serieuze plannen om in dit gebied te
gaan vissen, maar er is wel belangstelling. Die belangstelling vloeit voort uit het feit dat er
Nederlandse schepen vissen in de Zuidelijke Pacific en dat deze visserij daar goed op
aansluit. De aanpassing van de schepen voor dit gebied en deze visserij vraagt echter
grote investeringen. Het bedrijfsleven moet de afweging nog maken of dit rendabel is.
3
Deelt u de mening dat het ongecontroleerd vissen met moderne trawlers met 'reuzenstofzuigers'
naar krill in de zeeën rond Antarctica negatieve effecten kan hebben op de
voedselketen, waarvan krill de belangrijkste basis is? Zo ja, welke effecten verwacht u?
Welke maatregelen bent u voornemens te treffen om deze negatieve effecten te voorkomen?
Zo neen, waarom niet?
Er zal geen sprake zijn van ongecontroleerd vissen. Voor dit gebied bestaat immers de
beheerorganisatie CCAMLR (Convention on the Conservation of Antartic Marine Living
Resources).
1 de Volkskrant, 24 november 2007
Een beheersorganisatie welke zich richt zowel op het visserijbeheer als ook op de
bescherming van het mariene ecosysteem. Deze organisatie stelt toegestane vangsthoeveelheden
vast in relatie met de bescherming van het mariene ecosysteem en
controleert de visserij. Nederlandse schepen kunnen daar alleen vissen met toestemming
van deze organisatie. De toegestane vangsthoeveelheden worden zeer voorzichtig vastgesteld.
4
Deelt u de mening dat er een risico bestaat dat door het massaal vangen van krill, voornamelijk
voor het voeden van kweekvis, het krill vanwege overbevissing en sterk teruglopende
hoeveelheden een zelfde lot te wachten staat als de huidige vissoorten die voor
dit doel worden gevangen? Zo ja, hoe groot acht u dit risico? Zo neen, waarom niet?
Ik acht dit risico niet groot, omdat het beleid dat CCAMLR sterk gericht is op conservering
van het mariene ecosysteem.
5
Deelt u de mening dat het vangen van grote hoeveelheden krill desastreuze gevolgen zal
hebben voor vele vissoorten en reeds bedreigde walvisachtigen? Zo ja, vindt u dit verantwoord?
Zo neen, waarom niet?
Er kan alleen worden gevangen wat ecologisch verantwoord is. Wat ecologisch verantwoord
is wordt binnen de beheersorganisatie CCAMLR op grond van wetenschappelijk
gegevens vastgesteld.
6
Deelt u de mening dat moet worden voorkomen dat deze nieuwe vorm van visserij een
grote aanslag pleegt op het mariene ecosysteem? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u
bereid regelgeving op te stellen rondom deze vorm van visserij, wanneer deze binnen
Nederland van de grond gaat komen? Zo ja, hoe zou u deze vorm willen geven? Zo neen,
waarom niet?
Het mariene ecosysteem moet zo goed mogelijk beschermd worden. Dat is ook de doelstelling
van de CCAMLR. Het is deze organisatie die de benodigde regelgeving reeds heeft
opgezet en deze zonodig jaarlijks aanpast.
7
Bent u bereid het initiatief te nemen om in Europees verband pro-actief in te zetten op dit
onderwerp? Zo ja, op welke manier en wat zal hierbij uw insteek zijn? Zo neen, waarom
niet?
De Europese Commissie is verantwoordelijk voor het EU-visserijbeleid en is een vooraanstaand
lid van CCAMLR. Nederland is een contracpartner bij de conventie, maar geen
volwaardig lid van de Commissie (het uitvoerend orgaan van de conventie). Nederland is
in die hoedanigheid de afgelopen jaren als waarnemer aanwezig geweest bij de jaarvergadering
en heeft zich daarbij ingespannen voor een verdere aanscherping van het
beheersysteem voor de krillvisserij.
Nederland overweegt overigens wel een volwaardig lidmaatschap van de CCAMLRCommissie.
Enerzijds omdat zonder zo'n lidmaatschap schepen onder Nederlandse vlag
niet in het beheersgebied mogen vissen, anderzijds omdat daar waar het visserijbeleid
onder de competentie van de Europese Commissie valt, de bescherming van het
antarctisch ecosysteem een competentie is van de individuele lidstaten. Om op dat laatste
terrein een duidelijk geluid te laten horen, is daarom lidmaatschap een pluspunt.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit