Waterschap Rivierenland

Waterschap Rivierenland meet dijken met helikopter en laser

Waterschap Rivierenland meet in januari zo'n 240 kilometer dijk op. Het waterschap doet dat met behulp van een helikopter en lasertechnologie. Met deze techniek kan het waterschap de hoogte en de vorm van de dijken precies meten. Het waterschap gebruikt de informatie om de dijken in goede staat te houden, zodat deze goede bescherming tegen het rivierwater blijven bieden. De metingen starten 2 januari en duren minstens enkele weken.

Het gaat bij deze meting om de dijken langs de grote rivieren meten aan de zuidzijde van de Waal en aan de noordzijde van de Maas. Het betreft dus de dijken van het Land van Heusden en Altena, de Bommelerwaard, Alem, Heerewaarden, het Land van Maas en Waal en de Ooijpolder.

Afhankelijk van het weer

Het is op dit moment nog niet mogelijk om aan te geven, wanneer er waar gevlogen wordt. Dat hangt onder andere van het weer af. Om goed te kunnen meten, is het belangrijk dat het zicht goed is. De laser kan de grond anders niet goed 'zien'. Er zal in ieder geval bij daglicht worden gevlogen.

Op veilige hoogte

De meting gebeurt met behulp van onschadelijke lasers, die de vorm en hoogte van de dijken in kaart brengen. De helikopter vliegt op een veilige hoogte van 200 tot 250 meter en met een snelheid van ongeveer 65 kilometer per uur over de dijken. Tijdens de meting stuurt de laser 150.000 laserpulsen per seconde naar de grond. De informatie die dit oplevert, geeft in combinatie met een Global Positioning System (GPS-systeem) precies de hoogte en vorm van de dijken weer. Tegelijkertijd worden de dijken digitaal gefotografeerd om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen.

Snel, nauwkeurig en minder overlast

Door de metingen met helikopter en lasers beschikt het waterschap binnen veel kortere tijd over de benodigde gegevens. En tegen lagere kosten. Ook hoeft het waterschap nu niet meer op de privépercelen van bewoners te komen om de metingen uit te voeren. Bij het landmeten was dat wel nodig.