Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
14 januari 2008 MLB/M/2008/1185 4 januari 2008 2070807690
Onderwerp
vragen leden Gerkens en Van Dijk (beiden SP)
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van de leden Gerkens en Van Dijk (beiden SP) van uw
Kamer inzake reclame gericht op kinderen op internet.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2070807690.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/3
Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Gerkens en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de
minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over reclame gericht op kinderen op internet
(ingezonden 4 januari 2008, kenmerk 2070807690)
1
Wat is uw oordeel over het artikel "Bedrijven binden kinderen via internet"? 1)
Antwoord:
Het artikel gaat over mogelijk misleidende reclame-uitingen op internet. Misleidende reclame vind ik
onwenselijk, ongeacht het platform of doelgroep. Misleidende reclame is op grond van de Nederlandse
Reclame Code niet toegestaan (art. 7). Het oordeel of de desbetreffende reclame-uiting misleidend is,
is aan de Reclame Code Commissie.
2
Deelt u de analyse van de in het artikel genoemde ouder dat de Reclame Code wordt gebroken wanneer
er op naschoolse opvang voorleesboekjes worden uitgedeeld die reclame bevatten? Zo ja, wat is
daarmee uw oordeel over de werking van de Reclame Code? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Zoals in het antwoord op de eerste vraag is aangegeven, is het aan de Reclame Code Commissie om te
oordelen of een reclame-uiting misleidend en daarmee in strijd is met de Reclame Code. Tegen een
beslissing van de Reclame Code Commissie kan beroep worden ingesteld bij het College van Beroep.
3
Wat vindt u van het voorstel van de hoofdredacteur van Mijn Kind Online dat bij advertenties op het
internet altijd moet staan dat het product geld kost?
Antwoord:
Ik vind het een sympathiek voorstel. Het is echter aan bedrijven zelf om dit voorstel over te nemen.
Overigens bepaalt de Reclame Code dat: "Reclame dient duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn door
opmaak, presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor zij is bestemd" (art.10)
5
Bent u bereid om met wettelijke voorstellen te komen om de op kinderen gerichte reclame op websites
en elders beter herkenbaar te maken als reclame, als bedrijven zich regelmatig niet aan de Reclame
Code houden?
Antwoord:
Ik heb vertrouwen in het systeem van de Reclame Code en zie op dit moment geen aanleiding om
verdergaande maatregelen te nemen.
blad 3/3
6
Wat is volgens u de leeftijd dat kinderen goed het onderscheid kunnen maken tussen realiteit en
reclame?
Antwoord:
Uit onderzoek2) blijkt dat kinderen vanaf ongeveer 7 jaar wel goed het verschil zien tussen reclame en
de andere programma's. Tot 7 jaar is dit voor veel kinderen moeilijker.
7
Vindt u het wenselijk dat er reclame bestaat gericht op kinderen onder de 12 jaar oud? Zo neen, wat
gaat u hieraan doen? Zo ja, waarom?
Antwoord:
Reclame is ook voor kinderen een realiteit en daarmee niet weg te denken uit onze huidige
samenleving. Ik vind het belangrijk dat kinderen zich bewust zijn van het bestaan en doel van reclame.
Dit raakt aan het thema mediawijsheid, dat het huidige kabinet hoog op de agenda heeft staan.
Op een aantal gebieden is er sprake van dusdanig grote maatschappelijke belangen dat inhoudelijke
voorwaarden of zelfs verbod wel wenselijk zijn. Voorbeelden zijn de bescherming van minderjarigen in
het algemeen en de beperking van alcohol- en tabaksreclame. Als het gaat om reclame gericht op
kinderen is in de Reclame Code een aantal inhoudelijke voorwaarden opgenomen. Daarnaast is in de
Reclame Code een bijzondere code opgenomen voor reclame uitingen die tot kinderen en jeugdigen
worden gericht (Kinder- en Jeugdreclamecode).
8
Hoever bent u met het uitwerken van motie Jasper van Dijk over het oprichten van een internetportal?
3) Bent u bereid om ook de problemen rondom de (on-)herkenbaarheid van reclame op websites
gericht op kinderen mee te nemen in de uitvoering van deze motie?
Op welke termijn kunnen wij een eerste opzet ontvangen van de uitwerking van de motie?
Antwoord:
In de brief over mediawijsheid die ik uw Kamer begin dit jaar zal toezenden, zal ik mijn reactie op deze
motie betrekken.
1) NRC Handelsblad, 27 december 2007
2) Valkenburg, P.M. (2002). Beeldschermkinderen. Theorieën over kind en media. Amsterdam: Boom
en Nikken, P. (2001) Kind & Reclame. Stichting Jeugdinformatie Nederland. Beide publicaties
bevatten een overzicht van Nederlands en internationaal onderzoek naar kind en reclame
3) Kamerstuk 31200 VIII, nr.43