Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT/VDG 2827061
18 januari 2008
Inleiding
Afgelopen week heb ik u mijn langetermijnvisie op de extramurale
geneesmiddelen-voorziening aangeboden. In de begeleidende brief heb ik
aangegeven dat ik u later in de week zou informeren over de wijze
waarop ik het onderzoek naar inkoopvoordelen voor apotheekhoudenden
wil laten uitvoeren en u op de hoogte zou stellen als er belangrijke
verschuivingen optreden in de visie of het stappenplan .
Zoals ik u op 17 januari jl. tijdens het algemeen overleg over de dure
geneesmiddelen al mondeling heb meegedeeld, zijn er ontwikkelingen die
mogelijk al op korte termijn mogelijk kunnen leiden tot nadere
concretisering van de langetermijnvisie en versnelde uitvoering van
elementen van het stappenplan.
Laatste ontwikkelingen
Een aantal zorgverzekeraars heeft aangekondigd voornemens te zijn in
2008 individueel preferentiebeleid te gaan voeren. Binnen de kring van
de overige bij het Transitieakkoord farmaceutische zorg 2008/2009
betrokken partijen zijn vragen gerezen over het individuele karakter
daarvan.
Ik heb naar aanleiding hiervan gesproken met enkele van de betrokken
partijen. Daarbij is vastgesteld dat het de moeite waard is om te
verkennen of het mogelijk is om versneld volledig een einde te maken
aan de bestaande problematiek van margeconcurrentie en kortingen en
bonussen bij apotheekhoudenden. Daarmee zou voor zorgverzekeraars de
noodzaak kunnen worden weggenomen om individueel preferentiebeleid te
voeren.
Afgesproken is deze verkenning en de bijbehorende concrete uitwerking
af te ronden vóór
1 april 2008. Als hierbij resultaten worden bereikt, worden die
verwerkt in een nadere concretisering en zo mogelijk versnelde
uitvoering van het stappenplan dat onderdeel uitmaakt van de
langetermijnvisie extramurale geneesmiddelenvoorziening.
De betrokken zorgverzekeraars gaan verder met het voorbereiden van het
door hen voorgenomen individuele preferentiebeleid, maar hebben de
intentie de invoering daarvan op te schorten tot 1 april 2008.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink