Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht

31 januari 2008

VU Poëzieprijs 2008 van start op Gedichtendag

Thema: Taalgrens voorbij

Op Gedichtendag 2008 presenteerde VU podium de negende editie van de VU Poëzieprijs, de enige Nederlandstalige poëzieprijs met wetenschap als onderwerp. Vanaf 31 januari 2008 kunnen gedichten worden ingezonden. Voor de winnaar is een geldprijs van maar liefst ¤ 1.000 beschikbaar.

Deelname staat open voor iedereen; amateur- en beroepsdichters, studenten, academici en niet-academici. De gedichten worden beoordeeld door een deskundige jury onder voorzitterschap van letterkundige Ad Zuiderent (VU). De prijsuitreiking vindt traditiegetrouw plaats op tweede pinksterdag 12 mei 2008 in Amsterdam tijdens een feestelijke poëziemanifestatie. Voor iedere aflevering van de poëzieprijsvraag wordt een thema gekozen. Het thema van 2008 is Taalgrens voorbij. De ingestuurde gedichten moeten op dit thema aansluiten. Creatieve vrijheid blijft daarbij echter altijd gewaarborgd. De VU Poëzieprijs, voorheen VU podium Poëzieprijs, werd eerder uitgereikt aan Thom Schrijer (2000), Andrea Voigt (2001), Lowie Gilissen (2002), Juliën Holtrigter (2003), Bernard Wesseling (2004), Hein Walter (2005) en Floor Buschenhenke (2006). In 2007 werd de eerste prijs gedeeld door Anne van Amstel en Rita van Hauwermeiren.

Deelname
Om deel te nemen zendt u voor zaterdag 15 maart 2008 maximaal drie gedichten aan VU podium, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, onder vermelding van 'Poëzieprijsvraag', naam, adres en telefoonnummer. Inzenden via e-mail kan ook: vupodium@dienst.vu.nl. Inzendingen worden niet geretourneerd, tenzij een geadresseerde en voldoende gefrankeerde antwoordenvelop is bijgesloten. Door aan de prijsvraag deel te nemen geven inzenders toestemming voor publicatie van hun gedicht(en) door VU podium, tenzij bij inzending nadrukkelijk anders vermeld.

Thema: Taalgrens voorbij
In poëzie staat taal centraal. Het is taal in haar meest esthetische functie, moeilijk verstaanbaar, weinig samenhangend en meerduidig. Daarin onderscheidt poëzie zich van wetenschappelijke taal. Poëzie gaat in wezen óver taal. Zij heeft zelden de helderheid van een dienstregeling. In gedichten ontstaat begrip vaak zelfs buiten de betekenis van de woorden. De klank, de vorm, het ritme, de voordracht, alles draagt bij tot interpretaties van een gedicht. Wetenschappelijke taal streeft daarentegen naar eenduidigheid. Wetenschap wil universeel zijn, terwijl ieder dialect zijn eigen dichters kent. Toch lijken ook wetenschappers op dichters als ze woorden zoeken voor nieuwe ontdekkingen. Zwarte gaten zouden dichterlijke vondsten kunnen zijn in plaats van een wetenschappelijke term. In fundamenteel onderzoek beschrijven wetenschappers het gevoel de woorden kwijt te zijn. Maar ook in de maatschappelijke interpretatie van onderzoeksresultaten is het vaak zoeken naar de juiste woorden met de juiste betekenissen. In de media krijgen woorden van wetenschappers een eigen duiding. De taal van het publieke debat is geen wetenschappelijke taal, maar wordt wel door wetenschap beïnvloed. Binnen de poëzie is een enorme diversiteit aan talen bespeurbaar, soms zelfs binnen één gedicht. Diversiteit in talen, denkwijzen en uitdrukkingswijzen is een uitdaging om elkaar te verstaan of om de veelheid van expressiewijzen voor ogen te brengen. Poëzie kan juist in die diversiteit haar esthetische functie tot uiting brengen. Lezers moeten moeite doen om anderen te begrijpen in hun eigen idioom. Dichters laten zien hoe taalgrenzen creativiteit kunnen oproepen. Zij maken gebruik van allerlei talen, en sluiten aan bij de internationale taal van de literatuur zelf. De VU Poëzieprijs vraagt in 2008 om gedichten die allerlei taalgrenzen overgaan maar thuis zijn in het Nederlands.



Vrije Universiteit Amsterdam