NOS, Gesprek met de minister-president, Radio 1
Radio / TV-interview | 08-02-2008
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse
ministerraad, over gelaatsbedekkende kleding
SLOTBOOM:
Heeft u wel eens een vrouw met een boerka op straat gezien?
BALKENENDE:
Ja, een enkele keer.
SLOTBOOM:
Wat denkt u dan?
BALKENENDE:
Daar ben ik ongelukkig mee.
SLOTBOOM:
Want?
BALKENENDE:
Nou, je communiceert niet. Je ziet geen hoofd, je ziet geen mens. Dus
ik vind het een onwenselijk verschijnsel.
SLOTBOOM:
Nu heeft het kabinet vandaag een aantal besluiten genomen. Op een
aantal gebieden bijvoorbeeld het onderwijs mogen geen boerka's meer
worden gedragen.
BALKENENDE:
Het is toch onwenselijk dat in scholen sprake zou zijn van het gebruik
hiervan. Juist een school is een plek waarin mensen met elkaar moeten
kunnen omgaan en elkaar kunnen zien. Dat is echt onwenselijk. We
hebben ook afgesproken dat de minister van OCW, minister Plasterk, die
zal alvast een paar juridische methoden die je daarvoor kunt hanteren
verder uitwerken. Maar vandaag is heel duidelijk gezegd: verbod op
scholen.
SLOTBOOM:
Ook in het openbaar vervoer, maar ja, waar gaat dit nu over? Ik
bedoel: het zijn misschien honderdvijftig vrouwen. Dat is toch
helemaal geen probleem.
BALKENENDE:
Nou ja, kijk als het helemaal geen probleem zou zijn, dan zou het denk
ik ook geen aandacht in de media trekken. Je moet eens kijken hoeveel
over dit onderwerp wordt geschreven.
SLOTBOOM:
Ja, maar dat is toch geen reden om daar wetten voor te gaan maken.
BALKENENDE:
Je moet onderscheid maken tussen het aantal vrouwen dat een boerka
draagt - en dat is gering - en tegelijkertijd toch het beeld dat het
bij mensen oproept. En dan gaat het niet alleen om de boerka, het is
breder, het heeft te maken met wat wij noemen gelaatsbedekkende
kleding; bivakmutsen of anderszins. Maar dat fenomeen op zichzelf is
wel onwenselijk en dat houdt mensen wel bezig. En dan is natuurlijk
toch de vraag dat als je het fenomeen onwenselijk vindt, wat dan de
antwoorden zijn die je geeft.
SLOTBOOM:
Maar er zijn toch een heleboel dingen die onwenselijk zijn, en waarvan
je zegt: nu ja, het is heel vervelend dat mensen het doen, maar ja. Er
is ook een zekere vrijheid om te doen en laten wat je wilt met je
kleding.
BALKENENDE:
Ik geloof dat we in dit geval moeten kijken naar de vraag wat de
juridische mogelijkheden zijn om het tegen te gaan als er aanleiding
voor is. Ik vind ook dat wij hebben gezegd van laten we vooral ook
kijken wat er op lokaal niveau kan gebeuren, want het is natuurlijk
ook een lokaal verschijnsel. Nou, dat betekent dat je niet doorschiet
in juridische instrumenten, maar je kijkt of er een aanleiding is om
op lokaal niveau iets te doen op grond van openbare orde en
veiligheid. En in de sfeer van scholen, echt ongewenst. Nou, dan
pakken we de zaken aan. Ambtenaren en veel mensen die voor openbare
diensten werken...
SLOTBOOM:
Laten we er een paar dingen uitpikken. Bijvoorbeeld het openbaar
vervoer. Waarom mag het daar niet?
BALKENENDE:
Nou, ik denk dat het een heel onprettig gevoel geeft als je in het
openbaar vervoer zit en er mensen zijn waarvan je het gezicht helemaal
niet kunt zien.
SLOTBOOM:
Vanwege de veiligheid ofzo?
BALKENENDE:
Bijvoorbeeld, of een unheimisch gevoel.
SLOTBOOM:
Je kunt toch moeilijk iets gaan verbieden dat een unheimisch gevoel
oproept van mensen in een bus. Tenzij het bijvoorbeeld voor de
veiligheid is, ofzo.
BALKENENDE:
Op het ogenblik is het natuurlijk heel anders met mijn
vervoerssituatie, maar ik heb heel veel met de trein gereisd. Ook toen
ik nog in Amstelveen woonde en werk in Den Haag had.
SLOTBOOM:
En dan ziet u iemand die u een unheimisch gevoel geeft.
BALKENENDE:
Nou, maar als ik in een trein zit, en je reist en je hebt te maken met
zoveel mensen met bivakmutsen die er gaan zitten. Ik vind dat niet
plezierig.
SLOTBOOM:
Hoe vaak komt het voor dat je in de trein mensen met bivakmutsen
tegenkomt?
BALKENENDE:
Ik denk het niet. Het is toch goed om in ieder geval de
onwenselijkheid van geen gezichten te kunnen zien te benoemen. Nou, ik
heb heel duidelijk gemerkt dat minister Eurlings het gesprek zal
aangaan met de mensen van de openbaar vervoerssector.
SLOTBOOM:
Ja, daar zegt u wat, want die vervoersbedrijven hebben de mogelijkheid
om iets te doen. Als ze dat niet doen, gaat u dat dan afdwingen?
BALKENENDE:
Wij hebben vandaag gezegd: is het verschijnsel onwenselijk? Ja, het is
onwenselijk. Twee: hebben we juridische mogelijkheden om het tegen te
gaan? Ja, dat hebben ook vervoersbedrijven. Drie: hoe gaan bedrijven
daarmee om? Dat is nu het punt van gesprek tussen de minister van
Verkeer en Waterstaat en we hebben vandaag in onze brief aan de Kamer
nog eens gezegd dat wij zonodig maatregelen zullen treffen.
SLOTBOOM:
Dus als er vervoersbedrijven zijn die het niet gaan effectueren, dan
gaat u ingrijpen?
BALKENENDE:
Nou nee, in volgorde. We gaan eerst die gesprekken houden. Het is
juist het belang van de gesprekken om met elkaar eens te bespreken van
hoe wordt het beleefd. Wat zijn de juridische instrumenten? N dan gaan
we kijken welke stappen je nog zou kunnen zetten.
SLOTBOOM:
Dat begrijp ik, maar de vraag is natuurlijk of er nu wel of geen
verbod komt in die bussen?
BALKENENDE:
Wij zullen het tegengaan.
SLOTBOOM:
Ja, maar de vraag is komt er wel of geen verbod uiteindelijk?
BALKENENDE:
Het is precies zoals in de brief is aangegeven. Er vindt overleg
plaats met de sector, en daarna zullen we zonodig maatregelen treffen.
SLOTBOOM:
Zonodig. Dus als de vervoersbedrijven zeggen: nou ja, wat ons betreft
hoeft het niet, bijvoorbeeld in Groningen doen ze het wel, in Zeeland
doen ze het niet. Zou dat kunnen?
BALKENENDE:
Ik ga even niet vooruitlopen op de inhoud van het gesprek van de
minister van Verkeer en Waterstaat en de bedrijven zelf. Want dan kun
je net zo goed zeggen: neem zelf stappen. Nee, we willen gewoon dit
vraagstuk met de sector bespreken. We zullen dan zien wat eruit komt.
En dan zullen we dat opnieuw wegen in het kabinet.
SLOTBOOM:
Een paar andere vragen. Iemand die een boerka draagt op het Binnenhof.
Mag dat?
BALKENENDE:
Dat mag zolang bijvoorbeeld de gemeente Den Haag niet zegt van het
moet anders.
SLOTBOOM:
Een boerka dragen als bezoeker van de Tweede Kamer. Mag dat?
BALKENENDE:
Hangt van de Tweede Kamer af, want dat is natuurlijk een interne
regeling. Als de mensen in het gebouw zelf zouden zeggen dat ze het
onwenselijk vinden, dan
SLOTBOOM:
Ik wil niet vervelend doen, maar toch nog een vraag: een vrouw die 's
ochtends haar kind naar school brengt. Mag die met een boerka aan het
schoolplein op?
BALKENENDE:
We hebben het over in de scholen.
SLOTBOOM:
Minister Plasterk had het ook over schoolpleinen.
BALKENENDE:
Ik neem aan, dat is een kwestie van uitwerken, want u zegt terecht:
minister Plasterk is bezig om te kijken wat precies aan de orde is, en
ik kan me voorstellen - maar dat wordt nu ook juridisch bekeken - dat
de school te maken krijgt met een verbod. De precieze juridische
invulling zal dan beslag krijgen. En dan is het vervolgens een kwestie
van definitie, van hoe definieer je dat. Het feit dat de minister van
Onderwijs kennelijk al iets heeft gezegd - ik heb het zelf niet
gehoord hoor - over het schoolplein, betekent dat hij de school
dusdanig definieert, van dat het te maken heeft met de ruimte en de
locatie van de school.
SLOTBOOM:
En als een vrouw 's avonds de school ingaat omdat ze een
rapportbespreking heeft?
BALKENENDE:
Dan blijft het verhaal van de school.
SLOTBOOM:
Dus dan mag zij geen boerka dragen?
BALKENENDE:
Maar goed, zoals gezegd dit is weer afhankelijk van wat er precies
uitkomt. Maar wanneer er een verbod op scholen komt - maar goed dat is
een kwestie van uitwerking - dan neem ik aan dat het ook volldig
geldt.
SLOTBOOM:
U bent niet bang dat het een hoop onduidelijkheid oplevert?
BALKENENDE:
Nee, maar dat hangt ook weer samen met de omvang van het fenomeen.
SLOTBOOM:
Ja, maar een algemeen verbod zou wel heel helder zijn.
BALKENENDE:
Ja, maar toch heb ik de indruk dat zoals we er op het ogenblik over
spreken, dat je ook veel meer recht doet aan de feitelijke situatie.
Ik merk onder journalisten twee dingen: de ene vraag is dat het om een
hele kleine groep gaat, waar praten we eigenlijk over? Dat is een
reactie. En de andere is: een algemeen verbod. Zoals de vraag die u nu
stelt. Ja, dan denk ik van...
SLOTBOOM:
Ik vind het een hybride besluit.
BALKENENDE:
Ik vind het besluit eigenlijk recht doen aan de feitelijke situatie.
Het gaat absoluut niet om grote aantallen. Maar het gaat wel om een
onwenselijk verschijnsel, en dat verdient een antwoord en dat hebben
we vandaag gegeven
SLOTBOOM:
Ik dank u voor het gesprek.
BALKENENDE:
Graag gedaan.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RS)
Ministerie van Algemene Zaken