Stikstof toch eerder vijand dan vriend

Wageningen, 15 februari 2008

In het wetenschappelijk tijdschrift Nature van deze week weerlegt een internationaal onderzoeksteam onder leiding van Alterra-onderzoeker Wim de Vries een eerdere stellingname over stikstof. Het bewijs heeft gevolgen voor het omgaan met klimaatverandering.

Bodemchemicus De Vries bewijst dat de opzienbarende bevindingen van het onderzoeksteam van Federico Magnani (Universiteit van Bologna) onjuist zijn. Magnami stelde dat voor elke kilogram stikstof, 400 kilogram koolstof in de bossen vastgehouden wordt. Dit zou betekenen, dat het verhogen van de stikstofuitstoot een gunstig effect heeft op de klimaatverandering. In Nature (uitgave 15 februari, p. 1-3) bewijst Wim de Vries met zijn team dat de hoeveelheid vastgehouden koolstof feitelijk tot een factor tien lager is.

De Vries analyseerde ongeveer 400 Europese bossen om aan te tonen dat de gemiddelde verhouding van koolstof tot stikstof 30 to 70 kilogram koolstof per kilogram stikstof is. Dat is ongeveer een tiende van de hoeveelheid die Magnani claimt. Hij laat verder zien dat dit resultaat ook overeenkomt met bemestingsexperimenten naar de rol van stikstof. Door deze veel lagere uitkomst blijft het belangrijk om de uitstoot van stikstof juist te verlagen vanwege het gunstige effect hiervan op de biodiversiteit en vermindering van de watervervuiling.

Het stikstofdebat

De rol van overmatig stikstofgebruik is een terugkerend debat tussen wetenschappers. Met name naar de invloed van reactief stikstof op het milieu wordt veel onderzoek gedaan. In tegenstelling tot 'gewone' stikstof (N2), waaruit de atmosfeer voor bijna 80% bestaat, kan reactief stikstof (Nr) door planten, (bodem)dieren en mensen benut worden. Reactief stikstof zijn alle stikstofverbindingen exclusief N2, die onder meer vrijkomen uit het verkeer (met name stikstofoxiden) en de landbouw (met name ammoniak). Menselijke activiteiten hebben de productie van reactief stikstof vrijwel verdubbeld ten opzichte van de natuurlijke cyclus. De extra stikstof heeft een bemestend effect op bossen en beplanting. Echter, tegelijkertijd heeft de uitstoot in de atmosfeer en in water een negatief effect, door een afname van de biodiversiteit. Die treedt op in de vorm van een vermindering van de diversiteit aan plantensoorten in de natuur.

NitroEurope-conferentie

Het debat wordt voortgezet tijdens een conferentie volgende week in België, waar 170 wetenschappers uit 20 landen hun bevindingen uitwisselen over de kwestie of stikstof eerder een vriend of een vijand is.

Volledige citatie

De volledige citatie van de reactie van de Vries en zijn team is: Wim de Vries, Svein Solberg, Matthias Dobbertin, Hubert Sterba, Daniel Laubhahn, Gert Jan Reinds, Gert-Jan Nabuurs, Per Gundersen & Mark A. Sutton (Nature, 15 February 2008, pages A1-A2, on line) Ecologically implausible carbon response?

Verklaring van begrippen

Stikstof is een reukloos en kleurloos gas dat 78% van de aardatmosfeer uitmaakt. Het is een bijzonder essentieel element voor het leven op aarde. Stikstof komt in veel vormen voor, zoals ammoniak, lachgas, ammonium en nitraat en al deze vormen zijn beschikbaar voor gebruik door planten, (bodem)dieren en mensen. De stikstofkringloop is een belangrijk onderdeel van de natuur.

Biodiversiteit is de verscheidenheid in genen, soorten en ecosystemen in een regio.

Contact

Wageningen Universiteit en Researchcentrum

dep. Omgevingswetenschappen en Alterra

Francine Loos, communicatieadviseur

Telefoon 0317 477 825

Email francine.loos(at)wur.nl