P E R S
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 14 februari 2008
6274/08 (Presse 36)
P 19/08
(OR. en)
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie
over de vrijlating van mensenrechtenactivisten in Oezbekistan
De Europese Unie is verheugd dat tussen 2 en 4 februari 2008 in Oezbekistan vier
mensenrechtenactivisten, namelijk Saidjahon Zainabitdinov, Ikhtior Khamraev, Ulugbek
Kattabaev en Bobomurod Mavlanov, zijn vrijgelaten en dat de proeftijd van twee andere
mensenrechtenactivisten, Gulbahor Turaeva en Umida Niazova, die vorig jaar uit de
gevangenis zijn vrijgelaten, is ingetrokken. Dit is een positieve stap in de bevordering en
bescherming van de mensenrechten in Oezbekistan.
Niettemin neemt de Europese Unie er nota van dat een aantal mensenrechtenactivisten nog
in hechtenis wordt gehouden. De EU blijft met name ernstig bezorgd over de opsluiting
van Mutabar Tadjibaeva. De Europese Unie herhaalt haar oproep aan de regering van
Oezbekistan om alle mensenrechtenactivisten spoedig vrij te laten. De Europese Unie
moedigt Oezbekistan aan vorderingen te blijven maken om de eerbiediging van de
mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsook van de rechtsstaat, te waarborgen.
De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaatlidstaten
Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië, en de EVA-landen
IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte,
alsmede de Republiek Moldavië, Armenië en Georgië, sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen
aan het stabilisatie- en associatieproces.
We t s t r a a t 1 7 5 B - 1 0 4 8 B R US S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6
press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
Raad van de Europese Unie