Vlaamse Overheid

moet meer mensen met arbeidshandicap aan het werk krijgen

Grondige hervorming en extra investering moet meer mensen met arbeidshandicap aan het werk krijgen

Persmededeling van de Vlaamse Regering

vrijdag 15 februari 2008

Een snellere en betere begeleiding van werkzoekenden met een arbeidshandicap, ondersteuning op maat voor wie aan de slag gaat en een forse premie voor wie personen met een handicap aanwerft. Dat is in een notendop de hervorming die minister van Werk Frank VANDENBROUCKE doorvoert om vanaf juli 2008 meer mensen met een arbeidshandicap aan het werk te krijgen en te houden in de private sector. Hij trekt hiervoor op kruissnelheid 23,9 miljoen euro extra uit. Collega minister Marino KEULEN legt daar op kruissnelheid nog eens tot 4,4 miljoen euro naast om ook het aandeel arbeidsgehandicapten in de lokale besturen op te trekken.

Minister van Werk Frank Vandenbroucke: "Alle goede bedoelingen en diversiteitsplannen ten spijt blijft het aandeel arbeidsgehandicapten op de werkvloer laag. Van alle kansengroepen is dit duidelijk de moeilijkste. Voor een deel heeft dat te maken met vooroordelen, maar werkgevers kijken ook op tegen de extra inspanningen die ze moeten doen voor deze mensen. Dat kan gaan van papierwerk over extra opleidingen naar aanpassingen op de arbeidsplek. We hebben daarom de regelgeving volledig hervormd. We hopen dat de werkzoekenden met een arbeidshandicap en de werkgevers elkaar zo vlotter vinden."

In de nieuwe regelgeving is daarom duidelijk aandacht voor zowel de aanbodzijde (arbeidsgehandicapten) als de vraagzijde (werkgevers). De VDAB krijgt de opdracht om vraag en aanbod samen te brengen. Om die opdracht goed uit te voeren kan de arbeidsbemiddelaar de steun inroepen van drie bestaande gespecialiseerde diensten voor beoordeling, begeleiding en opleiding van werkzoekenden met een arbeidshandicap. Binnen de VDAB wordt ook een expertisecentrum opgericht dat kennis moet verzamelen over de drempels voor arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt.

De hervorming brengt verandering op drie niveaus:


1. Op weg naar werk

Net als alle werkzoekenden kunnen mensen met een arbeidshandicap een beroep doen op de basisverlening van de VDAB. Voor een aantal onder hen volstaat dit om snel werk te vinden. Anderen hebben echter nood aan extra trajectbegeleiding. Momenteel is dat pas mogelijk als de betrokkene onderzocht is door een gespecialiseerd agentschap. Vanaf juli zal de VDAB zelf screenen naar indicaties van mogelijke handicaps. Indien nodig kunnen ze de hulp inroepen van de Gespecialiseerde Arbeidsonderzoeksdienst (GA). Bedoeling is de werkzoekenden met een handicap snel in een aangepast traject onder te brengen en hen niet nodeloos te laten wachten.

Vervolgens zal de VDAB nagaan wat het beste en kortste traject is voor de werkzoekende. Meestal zal dat een combinatie van gewone en gespecialiseerde trajectbegeleiding zijn. Voor het bepalen en verstrekken van de gespecialiseerde begeleiding kan de VDAB een beroep doen op de dienst voor Gespecialiseerde Trajectbepaling- en Begeleiding (GTB).

Binnen het gekozen traject worden voortdurend zowel algemene als gespecialiseerde mogelijkheden overwogen. Het is bijvoorbeeld zinloos om een aparte cursus in te richten als een tolk op zich al voldoende is. Waar nodig, wordt beroep gedaan op de Gespecialiseerde Opleiding en Begeleidingsdiensten (GOB), die instaan voor opleiding, begeleiding, jobcoaching en zelfs jobhunting van arbeidsgehandicapten.

Eventueel kunnen arbeidsgehandicapten op de werkvloer ervaring opdoen of onderzoeken wat hun mogelijkheden zijn. Naast het bestaande werkervaringsaanbod krijgen zij toegang tot oriënterende stages (niet-betaald) en tot een Gespecialiseerde Individuele Beroepsopleiding (GIBO): betaald, met verplichte aanwerving na afloop. De GIBO verschilt van de al bestaande IBO door de intensieve gespecialiseerde begeleiding en de kosteloosheid voor de werkgever.

Een laatste belangrijke vernieuwing in de aanloop naar werk: de rechthebbende werkzoekende zal al aanspraak kunnen maken op bijzondere ondersteuning, voordat er sprake is van werk. Dat kan gaan van hulp bij het solliciteren (een doventolk), maar zal vooral van toepassing zijn voor werkzoekenden in opleiding. Zij, of de verstrekker van de opleiding, kunnen geld krijgen voor specifiek arbeidsgereedschap, verplaatsingskosten en verblijfskosten, tolken en aanpassingen van de arbeidspost.


2. Voor de werknemer

Ook wanneer iemand aan de slag is, kan hij of zij rekenen op zowel de normale ondersteuning voor werknemers als de gespecialiseerde. Zo kunnen de reguliere VDAB-jobcoaches ingeschakeld worden of specialisten van de GOB's. Ook de GTB wordt een aanspreekpunt. Zij ondersteunen en adviseren de werknemers met een arbeidshandicap. Zo kunnen ze bijvoorbeeld werknemers die door een ongeval plots arbeidsgehandicapt zijn geworden bijstaan of helpen als een arbeidshandicap erger wordt.

Belangrijkste voor de rechthebbende werknemers wordt de Bijzondere Ondersteuning: tussenkomsten voor arbeidspostaanpassingen, aangepast arbeidsgereedschap, tolken, verplaatsingskosten of verblijfskosten. Al deze tussenkomsten kunnen, door de werkgever of werknemer, op eenvoudige wijze aangevraagd worden. Dat betekent voor de werknemer uiteraard een verhoogd werkgemak en meer mogelijkheden om werk gedaan te krijgen.


3. Voor de werkgever

Voor de werkgever is de vereenvoudiging van de loonkostsubsidie het belangrijkst. De twee bestaande systemen (CAO 26 en VIP) worden vervangen door één Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP). Met die premie hebben werkgevers de zekerheid dat ze in het eerste jaar 40% van de loonkost terugbetaald krijgen, daarna 30% en vanaf het vijfde jaar 20%. De premie wordt bovendien gebaseerd op het werkelijke loon en niet, zoals voordien, op het minimumloon in de sector. Reden voor de graduele benadering zijn de kosten die een werkgever vooral in het begin van de tewerkstelling maakt. Een werknemer met een handicap moet vaak langer ingewerkt worden, er zijn aanpassingen nodig in werkschema's en taakverdelingen, enz. Een hogere premie dan deze basisbedragen is mogelijk, maar de werkgever moet dan wel zijn reële meerkost aantonen.

In de nieuwe regeling wordt ook rekening gehouden met zelfstandige arbeidsgehandicapten. Ook zij kunnen vanaf juli 2008 een beroep doen op het systeem van de loonkostsubsidie. Dat is nieuw. Nog nieuw is dat ook het onderwijs en de lokale besturen aanspraak zullen kunnen maken op deze subsidie. Voor de laatste groep trekt minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen extra geld uit. Meer daarover vindt u in toegevoegd persbericht.

Verder zal de werkgever (of werknemer) ook een beroep kunnen doen op al dan niet gespecialiseerde VDAB-jobcoaches en zal ook het op te richten expertisecentrum en de arbeidsspecialisten van de VDAB de werkgevers bijstaan.

Voor al deze aanpassingen trekt minister van Werk Frank Vandenbroucke een pak extra geld uit. Het extra budget stijgt geleidelijk tot 23,9 miljoen euro in 2010. De verwachting is immers dat deze nieuwe combinatie van een algemene en een gespecialiseerde benadering er voor zal zorgen dat steeds meer mensen met een arbeidshandicap in het reguliere economische circuit zullen instromen.

Frank Vandenbroucke: "Met deze hervorming wil ik de werkgelegenheid voor arbeidsgehandicapten in de private sector een forse stimulans geven. De uitbreiding van de loonkostsubsidie naar onderwijs vind ik heel belangrijk: ik roep de onderwijsverantwoordelijken op om deze kans met beide handen te grijpen."

Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:

Hendrik Van Poele, persmedewerker minister Vandenbroucke Tel: 02 552 68 49
GSM: 0497 48 19 51
Email: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be

Bijlagen:


* Bijlage met Kenmerken VIP, CAO-26 en VOP(WORD DOCUMENT, 50 KB)