Nederlands Vaccinatie Instituut


Nederlands poliovaccin in Korea

vrijdag, 15 februari 2008

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werkt er hard aan om polio de wereld uit te krijgen. Een van de stappen is dat het 'suikerklontjes'-vaccin met verzwakt, levend virus op termijn niet meer wordt gebruikt. Het alternatief is niet vaccineren of vaccineren met geïnactiveerd poliovaccin. Het NVI is een van de weinige partijen die dit vaccin maakt. Onlangs werd het Nederlandse vaccin geregistreerd in Korea.

Voor polio zijn er twee verschillende vaccins. In veel Aziatische en Afrikaanse landen wordt een poliovaccin gebruikt dat levend, maar verzwakt virus bevat: het oraal polio vaccin (OPV), ook wel suikerklontvaccin genoemd omdat het vaak op een suikerklontje gegeven wordt. Roeland van Dam van het NVI: 'Het voordeel van dit vaccin is, dat het erg goedkoop is. Het grote nadeel is, dat het vaccin levend virus bevat dat in zeldzame gevallen polio kan veroorzaken. Met alle inspanningen om polio definitief de wereld uit te krijgen, willen we dat risico niet meer lopen.'

Suikerklont stop

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wil daarom dat er gestopt wordt met vaccinatie met het levend verzwakte OPV. Het alternatief is dan niet meer vaccineren of het poliovaccin nemen dat in Nederland en de meeste geïndustrialiseerde landen gebruikt wordt: het Salkvaccin. Dit poliovaccin is gebaseerd op de zogenaamde 'Salk'-stam van poliovirussen. De virussen zijn aan het begin van de vaccinproductie nog wel levend, maar worden aan het einde van de productie onschadelijk gemaakt, oftewel 'geïnactiveerd'. Vandaar de naam: inactivated polio virus (IPV).

Van Dam van het NVI: 'Omdat de poliovirussen aan het begin van de productie nog wel virulent zijn, zijn de eisen die aan producenten van dit poliovaccin worden gesteld, erg hoog. Er zijn maar vier bedrijven wereldwijd die het IPV kunnen maken: 2 commerciële farmaceuten, het NVI en het Deense Statens Serum Institut (SSI). Maar wij zijn eigenlijk het enige bedrijf dat het vaccin in bulk kan aanbieden aan firma's in andere landen. Vandaar dat de firma Glovax uit Korea enige jaren geleden bij ons aanklopte.'

200.000 klantjes

Om het Nederlandse poliovaccin op te nemen in het Koreaanse Rijksvaccinatieprogramma moest het vaccin daar eerst worden geregistreerd. 'Dat traject heeft zo'n 3 jaar in beslag genomen', vertelt Roeland van Dam. 'Eind vorig jaar is de Korean Drug and Food Authority (KFDA) in Bilthoven geweest om het productieproces van ons poliovaccin onder de loep te nemen.' Na de goedkeuring van de KFDA kon het poliovaccin van het NVI geregistreerd worden in Korea. Het vaccin gaat in bulkvorm naar Korea waar de Koreaanse farmaceut Glovax het vaccin plaatselijk verder verwerkt. Waarom levert het NVI eigenlijk in bulk en niet in pasklare flesjes? Van Dam:'Als NVI zijn wij niet ingericht op zulke enorme hoeveelheden. We hebben genoeg capaciteit om aan 200.000 standaard klantjes (alle pasgeboren baby's in Nederland) te leveren, maar dit gaat om veel meer. Bovendien leveren we ook al aan India (in bulk) en is er meer interesse van firma's uit andere landen. Dus dat zou echt te veel worden. Maar hiermee kunnen we de landen prima van dienst zijn.'

Technologie transfer

Dat de landen het vaccin zelf gaan produceren, ligt niet in de verwachting. Bij de productie van het Salk-IPV zijn er fasen waarin virulent (levend) poliovirus aanwezig is. Daarom heeft de WHO de druk verhoogd om de veiligheidsnormen bij de productie van IPV aan te scherpen.

Voor veel ontwikkelingslanden is het aankopen van vaccin echter een te kostbare aangelegenheid. Daarom zoekt de WHO naar een veilige productietechnologie waarbij gebruik wordt gemaakt van verzwakte Sabin-stammen (van het suikerklontvaccin). Jan Hendriks van het NVI: 'Het NVI is een van de weinige instellingen in de wereld, die ervaring heeft in Sabin-IPV vaccinproces-ontwikkeling. De WHO wil dat op termijn landen de mogelijkheid moeten kunnen hebben om over te stappen op deze technologie en heeft het NVI gevraagd een voorstel op te stellen voor een project om een Sabin-IPV vaccinproces te ontwikkelen dat overdraagbaar is naar fabrikanten in de derde wereld, zodat lokale producenten zelf betaalbare vaccins kunnen produceren. Een pilot-project was al begin 2007 gestart. Begin februari 2008 is een delegatie van de WHO naar het NVI gekomen om de randvoorwaarden voor het vervolgproject te bespreken.'