Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk

15 februari 2008 DE/2008/4655

Onderwerp
Monitoring emancipatiebeleid en jaarlijkse
voortgangsrapportage (invulling motie Hamer)

Hierbij wil ik u informeren over de voorgenomen uitvoering van de motie Hamer (kamerstuknr. 2007 ­
2008 30420 nr. 86). In deze motie vraagt u mij de Kamer nader te informeren op welke onderdelen en op welke wijze ik het emancipatiebeleid ga monitoren.

Algemeen
Het emancipatiebeleid kent verschillende monitoringsmomenten en -vormen. Waar het gaat om de toetsing van de algemene voortgang op het terrein van emancipatie in Nederland (`de stand in het land') laat ik tweejaarlijks de Emancipatiemonitor opstellen. De publicatie van de eerstvolgende uitgave van de Emancipatiemonitor is voorzien voor begin 2009.

Waar het gaat om het emancipatiebeleid op de departementen (waarvan de overzichten door mijn collega's ieder afzonderlijk naar de Kamer zijn gezonden) heb ik met mijn collega's de afspraak gemaakt dat het kabinet in 2010 een midterm review uitvoert. Deze review wordt door de departementen zelf uitgevoerd, gaat in op de resultaten die behaald zijn in de kabinetsperiode tot op dat moment, en bevat een verkenning van nieuwe kansen. In aanvulling op de departementale reviews en verkenningen zal ik als minister voor Emancipatie in
2010 een overzicht geven van de voortgang op alle prioritaire doelstellingen zoals die in de Emancipatienota zijn opgenomen.

Jaarlijkse voortgangsrapportage
Over de voortgang op de doelstellingen van het emancipatiebeleid die in de Emancipatienota zijn uitgewerkt het volgende. Zoals ik in mijn brief over de verantwoordelijkheidsverdeling heb uiteengezet (Kamerstuknr. 2007 ­ 2008, 30420 nr.61) ligt de primaire verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid en het bereiken van de doelstellingen op de verschillende terreinen ondubbelzinnig bij de vakdepartementen. Zij zijn daarop ook aanspreekbaar en zullen hierover ook zelf rapporteren aan de Kamer.

blad 2/2

Als minister voor Emancipatie lever ik, waar nodig of gewenst, een bijdrage op de prioritaire thema's. Om deze bijdrage in te vullen heb ik op onderdelen samenwerkingsafspraken gemaakt met de verantwoordelijke departementen om (tijdelijke) ondersteuning te verlenen en zodoende bij te dragen aan het realiseren van de doelstellingen. De resultaatsverplichting voor het behalen van de doelstellingen ligt bij de vakdepartementen, maar ik ben mede aanspreekbaar op de onderdelen waarop wordt samengewerkt. Over die onderdelen waarop ik samenwerk en/of waarop ik zelf het voortouw heb genomen, zal ik jaarlijks aan uw Kamer rapporteren.

In concreto gaat het om de volgende onderdelen/projecten:


- de Taskforce DeeltijdPlus, gericht op meer werken en meer uren werken door vrouwen;
- bestuurlijke afspraken met koplopers onder provincies en gemeenten over flexibele openingstijden en dienstverlening op maat t.b.v. betere combineerbaarheid arbeid en zorg;
- vermindering segregatie m/v in onderwijs en arbeidsmarkt;
- nadere uitwerking van de TopBrainstorm en het Charter Vrouwen naar de Top;
- het project 1001 Kracht, waarmee vrouwen uit etnische minderheden begeleid worden naar maatschappelijke participatie;

- emancipatie van jongens en mannen uit etnische minderheden;
- landelijke uitrol van effectief gebleken emancipatie-initiatieven van maatschappelijke instellingen;

- het onderzoek naar de gevolgen van de seksualisering van (de rol van meisjes en vrouwen in) de maatschappij voor zowel jongeren als de maatschappij;
- vergroting van de weerbaarheid van jongeren tegen (seksueel) geweld en van de mediawijsheid van jongeren;

- vergroting van deskundigheid van professionals om signalen van seksuele intimidatie en (seksueel) geweld tijdig te herkennen;

- ondersteuning innovatieve programma's van vrouwennetwerken;
- ondersteuning kennisinfrastructuur emancipatie;
- bestuurlijke afspraken met gemeenten over emancipatiebeleid;
- samenwerkings- en ondersteuningsafspraken met departementen over emancipatiebeleid.

Een voortgangsrapportage, waarin de stand van zaken op bovengenoemde onderwerpen wordt gegeven, zal ik u jaarlijks doen toekomen voorafgaand aan de begrotingsbehandeling.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk