Fiscale nieuwsflits 15 februari 2008
nieuwsbericht | 15-02-2008 | nr 20080215 | Directie Voorlichting
* IB: Wijziging Bijstellingsregeling 2008
* OB: Vrijstelling diensten lijkbezorgers, crematoria en
exploitanten van begraafplaatsen
IB: Wijziging Bijstellingsregeling 2008
o De staatssecretaris deelt mee dat de Bijstellingsregeling 2008 is
gewijzigd.
Art. II, onderdeel G, onder 1 van de Bijstellingsregeling 2008 betreft
een aanpassing van art. 3.76, lid 2 IB 2001 (tabel met bedragen
zelfstandigenaftrek). Beoogd is enkel die bedragen van de
zelfstandigenaftrek te corrigeren voor inflatie. Met de wijziging van
genoemd art. II is echter ook de tekst boven genoemde tabel veranderd,
doordat bij de Bijstellingsregeling 2008 geen rekening is gehouden met
de tekstwijziging per 1 januari 2007 van het tweede lid van art. 3.76.
Met de regeling is bewerkstelligd dat met terugwerkende kracht t/m 1
januari 2008 alsnog de juiste tekst van art. 3.76, tweede lid IB 2001
blijft gelden.
De regeling werkt terug t/m 31 december 2007 en is geplaatst in
Staatscourant nr. 31.
Besluit van 1 februari 2008, DB2008/16M Wet IB 2001 10.1 en 3.76
OB: Vrijstelling diensten lijkbezorgers, crematoria en exploitanten van
begraafplaatsen
o Dit besluit betreft een herziene versie van het besluit nr. CPP2005/2195.
De herziening houdt verband met beslissingen van de Hoge Raad over de
reikwijdte van de vrijstelling voor de diensten door lijkbezorgers.
Naast de herziening zijn in het besluit ook tekstuele aanpassingen
aangebracht, terwijl de teksten over integratieheffing en vervoer van
(overleden) personen geheel zijn verwijderd, omdat het rechtstreekse
toepassing van de wettelijke bepalingen betreft.
In 2006 heeft de Hoge Raad over de reikwijdte van de vrijstelling
geoordeeld dat deze een objectief karakter draagt. Hierbij is de aard
van de dienst bepalend voor de vrijstelling en niet de
dienstverrichter. Slechts die diensten kunnen worden vrijgesteld die
kenmerkend en essentieel zijn voor de diensten die door een
lijkbezorger worden verricht (HR 27 januari 2006, nrs. 40 403 en 40
750).
In het kader van dit besluit wordt als lijkbezorger aangemerkt diegene
die é én of meer kenmerkende en essentiële diensten verleent
(verzorging en opbaring overledene; verzorging uitvaartplechtigheid;
het dragen van de lijkkist; de teraardebestelling of crematie,
inclusief asverstrooiing). De diensten moeten een afzonderlijk geheel
vormen en een kenmerkend en essentieel deel uitmaken van de
lijkbezorging. Dat betekent dat een ondernemer geen aanspraak kan
maken op de vrijstelling als de verleende dienst slechts een onderdeel
vormt van een van genoemde kenmerkende en essentiële diensten.
De staatssecretaris keurt goed dat ook leveringen door lijkbezorgers,
die in rechtstreeks verband staan met eerdere genoemde kenmerkende en
essentiële diensten, buiten de heffing blijven. Voorwaarde is dat de
lijkbezorger de in rekening gebrachte omzetbelasting niet in aftrek
brengt.
Het besluit is geplaatst in Staatscourant nr. 32.
Besluit van 24 januari 2008, CPP2008/39M, OB 1968 11
Meer informatie
* Uitspraak Hoge Raad 27 januari 2006 nr. 40 750
* Uitspraak Hoge Raad 27 januari 2006 nr. 40 403
* Besluit 24 januari 2008 nr. CPP08-39
* Besluit 1 februari 2008 nr. DB0-16
* Laatst aangepast: 15-02-2008
Ministerie van Financiën