Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
15 februari 2008
Gemeenten raken soms op bestuurlijk vlak in de problemen. Er is sprake
van onvermogen om lokale problemen op te lossen. De verhoudingen
tussen gemeentelijke organen en tussen de personen die daarin zitting
hebben, worden dan stroef. Bestuurders worden in hoog tempo vervangen.
Burgers lezen dit in de krant waardoor het vertrouwen van de burgers
in hun bestuur afneemt.
Op 24 januari 2008 organiseerde BZK, in samenspraak met IPO en VNG,
een themabijeenkomst bestuurlijke problematiek in gemeenten. Het doel
van die bijeenkomst was om oorzaken en oplossingen in kaart te
brengen. Zo werd ingegaan op de vraag op welke manier bestuurlijke
problemen kunnen worden voorkomen. Daarnaast kwam de vraag aan de orde
hoe het tij kan worden gekeerd als ze toch de kop opsteken.
Er blijkt bij burgemeesters, wethouders, kabinetchefs,
gemeentesecretarissen brede steun te zijn voor periodieke doorlichting
van gemeenten op bestuurscultuur én voor het ontwikkelen van een
protocol voor de behandeling van bestuurlijke crisissituaties.
Professor Fleurke heeft hierover op verzoek van BZK een rapport
geschreven dat hij `organische bijstand' heeft genoemd. Fleurke geeft
aan dat het huidige toezicht, zoals schorsing en vernietiging van
gemeentelijke besluiten door de Kroon tekort schiet als het gaat om
het oplossen van bestuurlijke problematiek. Hij vindt dat meer
structureel naar het voorkomen van bestuurlijke problematiek moet
worden gekeken. Gemeenten zouden zich daarom tenminste eens in de 6
jaar moeten doorlichten. Zo kunnen ze zicht krijgen op mogelijke
haarscheuren en tijdig zelf maatregelen nemen. Ook pleit hij voor een
meer faciliterende rol, die hij organische bijstand noemt, van
provincie en rijk als gemeenten er zelf niet meer goed uitkomen.
Omdat blijkt dat bestuurlijke problemen kunnen worden veroorzaakt door
het te lang op één plek zitten van raadsleden en burgemeesters en
wethouders pleit Fleurke voor een wettelijke regeling die er voor
moet zorgen dat een raadslid, burgemeester of wethouder maximaal 8
jaar dezelfde functie zou mogen hebben. Dit zou preventief goed
werken. Daarnaast pleit hij voor de mogelijkheid dat de bevolking na
een crisis door middel van nieuwe verkiezingen zich kan uitspreken en
de koers kan bepalen, zoals dat nu ook het geval is op rijksniveau.
De deelnemers waren het eens dat de zittingsduur van raadsleden,
wethouders en burgemeesters zou moeten worden beperkt. Echter velen
achtten dit een verantwoordelijkheid voor de politieke partijen en
achtten het onwenselijk dat de wetgever dat regelt. De reden om tegen
een wettelijke regeling te zijn lijkt vooral gelegen te zijn in de
angst dat dit een rekruteringsprobleem zal veroorzaken. En hoewel een
meerderheid voor de mogelijkheid van extra lokale verkiezingen na een
bestuurscrisis lijkt te zijn, zal daarbij veel afhangen van de
vormgeving.
Het voorstel om gezamenlijk een protocol te ontwikkelen voor
bestuurlijke crisissituaties werd positief ontvangen. Ook zal nog
worden nagedacht over de mogelijkheid en wenselijkheid van een
`resetbepaling', dat wil zeggen een manier waarop de gemeente als het
ware weer een nieuwe start kan krijgen in zeer uitzonderlijke
gevallen.
Naar boven
Zie ook
Zie het origineel
* Rapport Organische bijstand
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties