European Union



Brussel, 18 februari 2008

Joe Borg: ontwikkeling van een nalevingscultuur is de sleutel tot een duurzame en rechtvaardige visserij

Het ontwikkelen van een nalevingscultuur in de hele ketting van activiteiten van visser tot consument is de zekerste manier om tot een duurzame en rechtvaardige visserij in Europa te komen. Dit is de boodschap die Joe Borg, Europees commissaris voor Visserij en maritieme zaken, eerder vandaag heeft gebracht op de informele Raad inzake controle van visserijactiviteiten, die het Sloveense voorzitterschap van de Europese Unie had georganiseerd. Tijdens de vergadering heeft commissaris Borg zijn analyse voorgelegd van de ernstige tekortkomingen van het huidige systeem, die ook al waren aangekaart in een recent verslag van de Europese Rekenkamer. Daarnaast heeft hij zijn visie uiteengezet over een grondige hervorming die eerlijke marktdeelnemers ertoe zou moeten aanzetten de overeengekomen maatregelen in acht te nemen en potentiële overtreders daadwerkelijk zou moeten afschrikken door een betere opsporing van inbreuken en strenge sancties. De bevindingen van de discussie van vandaag zullen worden gebruikt bij de uitwerking van het voorstel van de Commissie voor een dergelijke hervorming. In het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) zijn controle op en handhaving van de bestaande regels een zaak van de lidstaten.

Commissaris Borg deelde de ministers mee dat, hoewel elk jaar 400 miljoen euro wordt gespendeerd aan controle en 200 miljoen euro daarvan aan controle op zee, de vangstregistratie onbetrouwbaar blijft, op slechts weinig gegevens verificaties of kruiscontroles worden verricht, en valse vangstaangiften bij de Commissie worden ingediend.

Commissaris Borg ziet het zo: "De zwakke punten van de EU-controles op de visserij stellen het hele gemeenschappelijk visserijbeleid ter discussie. Het huidige controlesysteem is zo inefficiënt dat het onze inspanningen om tot een duurzame exploitatie en een langetermijnbeheer van de bestanden te komen, in het gedrang brengt. De zwakke punten zijn duidelijk. Het gaat onder meer om de slechte kwaliteit van de door de lidstaten ingediende vangstgegevens, de manifeste leemtes in de systemen voor het volgen van vaartuigen en het gemiddelde peil van de sancties, dat veel te laag is om potentiële overtreders af te schrikken. Het verslag van de Rekenkamer van november vorig jaar bevestigt de analyse van de Commissie. Elk controlebeleid stort als een kaartenhuisje in elkaar als het niet correct wordt uitgevoerd en als inbreuken zonder gevolg blijven.

U hoeft geen helderziende te zijn om te begrijpen wat er zal gebeuren als we nu niets doen. Als die valse vangstaangiften worden gebruikt voor een wetenschappelijke evaluatie van de toestand van de visbestanden, ondermijnt dit de waarde van het wetenschappelijke advies. Dit is een vicieuze cirkel, aangezien het wetenschappelijke advies de grond vormt voor onze besluiten inzake het visserijbeheer. Als het advies niet deugt, brokkelt het respect voor de voorschriften nog verder af. Hierdoor neemt de druk op de bestanden opnieuw toe, terwijl wordt doorgegaan met het indienen van te lage vangstaangiften. Kortom, als de bestaande regels niet worden gehandhaafd, zullen al onze inspanningen om de visserij weer op een duurzaam peil te brengen, ernstig worden ondergraven.

Efficiënte controles bieden de eerlijke vissers ook de zekerheid dat de spelregels voor iedereen dezelfde zijn. Nu constateren diegenen in de visserijsector die de regels naleven, vaak dat overtreders hun sanctie ontlopen en daarbij ook nog grote winsten maken. Dit is in elke context onhoudbaar, maar des te meer in de huidige situatie waarin de visbestanden steeds verder inkrimpen.

Daarom is de Commissie van plan begin oktober 2008 een nieuw beleidskader voor te stellen met een algemene en geïntegreerde aanpak van de controle, van visser tot consument. Hierbij zal de aandacht niet alleen gaan naar de vangsten en de aanlandingen, maar ook naar de veilingen, de markten en de invoer. Dit beleidskader zal eenvoudiger zijn dan het huidige en gebaseerd zijn op harmonisatie en kostenefficiëntie. Het is van cruciaal belang dat we deze kans grijpen en een nalevingscultuur ontwikkelen die controleerbaarheid en traceerbaarheid garandeert."

De Commissie stelt zich o.m. tot doel het mandaat van het Communautair bureau voor visserijcontrole uit te breiden zodat het zijn rol bij de toekomstige samenwerking tussen de lidstaten en met de Commissie ten volle zal kunnen spelen.