over een 88-jarige vrouw die wacht op een passende rolstoel

Antwoorden op kamervragen van Agema over een 88-jarige vrouw die wacht op een passende rolstoel

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2832336

29 februari 2008

Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over een 88-jarige vrouw die wacht op een passende rolstoel (2070811040).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht "Geen rolstoel voor 88-jarige"? 1)

Antwoord 1

Met dat bericht ben ik bekend.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het in een beschaafd land niet nodig zou moeten zijn dat de dochter van een 88-jarige vrouw (die een hersenbloeding heeft gehad en daardoor scheef hangt in haar rolstoel) een jarenlange strijd met de gemeente aan moet gaan voor een fatsoenlijke rolstoel?

Vraag 3

Op welke wijze gaat u bewerkstelligen dat de gemeente Rotterdam haar werk goed doet, en niet beknibbelt op noodzakelijke hulpmiddelen voor een bejaarde vrouw?

Antwoord 2 en 3

Ik ben van mening dat de gemeente Rotterdam adequate ondersteuning heeft geleverd. Zo heeft de gemeente in 2005 in samenspraak met ergotheropeute en verzorgenden van het verzorgingshuis waar mevrouw verblijft, een nieuwe rolstoel verstrekt. De ergotherapeute van het verzorgingshuis heeft vervolgens -vanwege de verslechterde toestand van mevrouw-, in oktober 2007 een verzoek ingediend voor aanpassing van deze rolstoel, waarop de gemeente meermalen overleg heeft gehad met betrokkenen. De dochter van mevrouw was hiervan niet op de hoogte, maar wordt tot haar tevredenheid er nu actief bij betrokken.

Vraag 4

Hoe controleert u dat gemeenten noodzakelijke hulpmiddelen tijdig verstrekken?

Antwoord 4

Ik zie geen aanleiding om specifiek te controleren of gemeenten hulpmiddelen tijdig verstrekken. Gemeenten zijn gehouden aan de beslistermijn, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat betreft een aanvraag van een hulpmiddel. Daaruit volgt dat een gemeente binnen een redelijke termijn (die in ieder geval is verstreken na 8 weken) een beslissing moet nemen.

Vraag 5

Per wanneer kan mevrouw W. over de aangepaste rolstoel beschikken?

Antwoord 5

De gemeente Rotterdam heeft mij laten weten, dat mevrouw W. nu een nieuwe rolstoel heeft. Hierdoor is haar zitcomfort beduidend verbeterd. Er zullen zo spoedig mogelijk nog enkele aanpassingen worden gerealiseerd. De leverancier moet hiervoor één en ander bestellen.


1) De Telegraaf, 7 februari 2008