Kamerbrief inzake Nederlandse bijdrage aan de militaire operatie van de EU
in Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek (EUFOR Tchad/RCA)
29-02-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
De Verenigde Naties Veiligheidsraad resolutie 1778 van 25 september
2007 geeft het mandaat voor de VN-operatie (MINURCAT) en de militaire
EU-operatie (EUFOR Tchad/RCA) in Tsjaad en de Centraal Afrikaanse
Republiek (CAR). In onze brief van 2 november jl., hebben wij u kennis
gegeven van het onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid om een
beperkte bijdrage te leveren aan de EU-operatie EUFOR Tchad/RCA. Dit
onderzoek is nu afgerond en gelet op artikel 100 van de Grondwet
melden wij u hierbij dat de regering besloten heeft aan deze operatie
deel te nemen.
Kern van het besluit
De regering heeft besloten voor een periode van één jaar een beperkte
bijdrage te leveren met een verkenningseenheid van circa 60 militairen
aan de EU-operatie EUFOR Tchad/RCA. De verkenningseenheid zal deel
uitmaken van een Iers bataljon. Voorts is een aantal Nederlandse
militairen geplaatst bij het operationeel hoofdkwartier in Parijs en
het veldhoofdkwartier te Abéché. De uitzendperiode zal naar
verwachting medio april beginnen.
De regering heeft het besluit tot deelname aan EUFOR Tchad/RCA genomen
na een zorgvuldige afweging van de aandachtspunten van het
Toetsingskader 2001 (23591/26454, nr. 7). Het besluit maakt tevens
onderdeel van de 3D-benadering, waarbij diplomatie,
ontwikkelingssamenwerking en bevordering van de veiligheid
geïntegreerd worden ingezet. Aan de hand van deze aandachtspunten
wordt in deze brief het kabinetsbesluit nader toegelicht.
I Gronden voor deelname
In Sudan, Tsjaad en de CAR doen zich verschillende gewelddadige
conflicten voor die de afgelopen jaren in toenemende mate met elkaar
verbonden zijn geraakt. De rebellie in Tsjaad is nauw verbonden met
het conflict in het aangrenzende Darfur. Ook de rebellie in de CAR is
nauw verbonden met deze conflicten. De CAR heeft als uitvalsbasis
gediend voor verschillende rebellengroeperingen uit de regio.
Stabilisering van de situatie in het oosten van Tsjaad en het noorden
van de CAR is van groot belang voor het oplossen van de conflicten in
deze regio. Nederland is voorstander van de ontplooiing van de
EU-operatie in Tsjaad en de CAR naast de operatie van de Verenigde
Naties en de Afrikaanse Unie in Darfur (UNAMID). Beide missies zullen
deel uitmaken van een regionale aanpak van de grensoverschrijdende
problematiek en ertoe bijdragen dat er een einde komt aan de
verschrikkingen die de bevolking van dit gebied heeft moeten
ondergaan.
Gewapende regionale groepen hebben zonder veel weerstand acties
ondernomen in het grensgebied van Tsjaad, de CAR en Sudan, die tot
grove schendingen van de mensenrechten en van het internationaal
humanitair recht hebben geleid. Als gevolg van de geweldescalaties is
inmiddels een omvangrijk vluchtelingenprobleem ontstaan. De operatie
EUFOR Tchad/RCA heeft onder meer als taak bij te dragen aan veiligheid
en stabiliteit zodat vluchtelingen vrijwillig naar huis kunnen
terugkeren. De operatie draagt bij aan de bescherming van
vluchtelingen, ontheemden en burgers, maar schept ook de voorwaarden
voor humanitaire hulp, wederopbouw en ontwikkeling. De operatie zal
zich in het conflict tussen de regering en rebellen onpartijdig
opstellen. Het beoogt effect van de missie is rust en veiligheid in
het grensgebied te brengen.
De operatie EUFOR Tchad/RCA zal samen met een VN-missie (MINURCAT)
worden ontplooid in Tsjaad en de CAR. MINURCAT is reeds begonnen met
het opzetten en trainen van een Tsjadische politie eenheid, de Police
Tchadienne pour la Protection Humanitaire (PTPH), die zal bijdragen
aan een langere termijn oplossing voor veiligheid in de
vluchtelingenkampen. De EU-operatie zal de VN-missie steunen door
buiten de vluchtelingenkampen bescherming te bieden aan het personeel
en de faciliteiten van MINURCAT. EUFOR Tchad/RCA is de grootste
militaire operatie van de EU tot nu toe. Met zijn bijdrage committeert
ons land zich aan de doelen die de EU samen met de VN in het
grensgebied met Darfur wil behalen en is het solidair met de lidstaten
die hieraan bijdragen. Een besluit van de EU tot een operatie als deze
schept de verantwoordelijkheid voor lidstaten om hieraan een bijdrage
van betekenis te leveren.
II Politieke aspecten
Regionale context conflicten
In de praktijk blijken de meeste conflicten in de regio weerbarstig.
Zowel de Verenigde Naties, als de Afrikaanse Unie spannen zich in voor
het tot stand komen van vredesakkoorden. Het enige vredesakkoord dat
tot nu toe, zij het met moeite, wordt geïmplementeerd, is het
Comprehensive Peace Agreement (CPA) tussen Noord- en Zuid-Sudan. Het
CPA is de ruggengraat van structurele vrede en stabiliteit in Sudan en
daarmee voor vrede en stabiliteit in de regio. Nederland steunt de
uitvoering van het CPA door een zo geïntegreerd mogelijke inzet van
diplomatieke, financiële en militaire middelen. Nederland draagt aan
de VN-vredesmissie UNMIS met vijftien militaire waarnemers, vijftien
politiefunctionarissen en enkele staffunctionarissen bij.
In het oostelijke deel van Tsjaad, het noordoostelijke deel van de CAR
en West-Sudan (Darfur) zorgen de gewelddadigheden van verschillende
gewapende groepen al geruime tijd voor grote onveiligheid. Sudan en
Tsjaad steunen over en weer rebellengroeperingen die actief zijn op
het grondgebied van de ander. Op 8 februari 2006 sloten Sudan en
Tsjaad het "Akkoord van Tripoli", waarbij zij toezegden de integriteit
van elkaars grondgebied te zullen respecteren. In de praktijk zijn
deze akkoorden gericht op het niet langer steunen van wederzijdse
rebellengroeperingen. En marge van de Frans-Afrikaanse Top van
februari 2007 sloten Sudan, Tsjaad en de CAR een vergelijkbaar
akkoord. Beide akkoorden zijn tot op heden een dode letter gebleken.
Het is in die context niet uit te sluiten dat Sudan de recente aanval
van rebellen op de hoofdstad N'Djaména in Tsjaad heeft gesteund. De
recente geweldsescalatie in N'Djaména heeft niet tot een
machtswisseling in Tsjaad geleid en de veiligheidsituatie lijkt zich
te herstellen. Momenteel is er wel sprake van een verslechtering van
de situatie in Darfur bij de grens met Tsjaad, waar aanvallen van
troepen van de regering en de Janjaweed op posities van de met Tsjaad
bevriende rebellengroeperingen JEM hebben plaatsgevonden. Ook landen
als Eritrea en Libië onderhouden nauwe banden met gewapende groepen in
dit grensgebied.
De operatie EUFOR Tsjaad/CAR zal deel uitmaken van een regionale
aanpak om de grensoverstijgende problematiek in en rondom Darfur aan
te pakken. Naast de EU-operatie vormt de gezamenlijke VN/AU-operatie
UNAMID hiertoe het centrale element. Op 31 juli 2007 besloot de
VN-Veiligheidsraad tot instelling van deze vredesmacht van 26.000 man
onder gezag van de VN en de AU. Deze operatie is officieel in januari
2008 van start gegaan, maar verkeert op dit moment nog in de
beginfase. De verwachting is dat deze operatie pas volledig
operationeel zal zijn in het najaar van 2008. Een onderzoek naar de
mogelijkheid en wenselijkheid van een Nederlandse bijdrage aan deze
operatie, waarover de regering de Kamer op 13 juli 2007 heeft
geïnformeerd (Kamerstuk 29 521), is thans gaande.
Achtergrond van het conflict in Tsjaad
De geschiedenis van Tsjaad wordt gekenmerkt door interne regionale en
etnische tegenstellingen. Het land heeft sinds zijn onafhankelijkheid
in 1960 zonder onderbreking politieke onrust en binnenlandse strijd
gekend. De vier belangrijkste bewegingen zijn de Union des Forces pour
la Démocratie et le Développement (UFDD), de Ralliement des Forces
pour le Changement (RFC), de UFDD-Fondamentale (UFDD-F) en de Concorde
nationale Tchadienne (CNT). Eind 2005 is de rebellie in het oosten van
Tsjaad opgelaaid en uitgemond in een aanval op de hoofdstad N'Djaména
in 2006.
Onder auspiciën van president Khadaffi van Libië is op 25 oktober 2007
het Akkoord van Sirte tussen regering en de `gewapende oppositie' van
de vier belangrijkste rebellenbewegingen getekend. Dit akkoord heeft
het oplaaien van de strijd tussen rebellen en regeringsleger echter
niet kunnen voorkomen. Reeds op 26 november 2007 zijn op verschillende
plaatsen in Oost-Tsjaad honderden doden gevallen bij heftige strijd
tussen regeringsleger en de UFDD. De UFDD, RFC en UFDD-F hebben hierop
op 14 december 2007 een alliantie gesloten, met een gezamenlijke
bevelsstructuur per 1 januari 2008. Zij noemen zich de Coordination
Militaire Unifiée (CMU).
Na het vastlopen van vredesonderhandelingen met president Déby is de
CMU in de week van 28 januari vanuit Oost-Tsjaad een opmars gestart
naar N'Djaména. In het weekend van 2 en 3 februari trokken de rebellen
de Tsjadische hoofdstad binnen en leverden zij strijd met de
regeringstroepen van president Déby. Naar verluidt zou de
rebellengroepering uit Darfur, de Justice and Equality Movement (JEM),
de regering Déby te hulp zijn gekomen tijdens de recente
geweldsescalatie in N'Djaména. President Déby heeft op 6 februari 2008
in het openbaar gemeld dat de regering weer de totale controle over
heel Tsjaad heeft. De rebellen hebben zich teruggetrokken, maar de
situatie in Tsjaad blijft instabiel. Naast vele slachtoffers onder de
burgerbevolking zijn sinds het recente geweld 50.000 tot 60.000 mensen
gevlucht naar Noord Kameroen en Nigeria. Hiervan zijn de meesten
inmiddels weer teruggekeerd naar Tsjaad.
Politieke context Tsjaad
De positie van de huidige president, Idris Déby Itno (aan de macht
sinds 1990), wordt verzwakt door verdeeldheid in het leger en binnen
zijn eigen stam. In maart 2006 werd een aanslag op hem verijdeld. Déby
werd in mei 2006 herkozen, maar de verkiezingen werden geboycot door
het grootste deel van de oppositie. Dankzij druk van de EU heeft de
president in de loop van 2007 een begin gemaakt met een dialoog met de
oppositie. Een in september 2007 gesloten akkoord tussen de regering
en een deel van de oppositie (verenigd onder de naam Coordination des
Partis Politiques pour la Défense de la Constitution, (CPDC) is, na
aanloopproblemen, sinds december 2007 in uitvoering. De eerste
werkzaamheden betreffen de herziening van de wetsvoorstellen voor een
onafhankelijke verkiezingscommissie en het kiesstelsel. De
aanvankelijk voor 2006 voorziene parlementsverkiezingen staan thans op
de agenda voor 2009. Een definitieve datum voor de
parlementsverkiezingen is nog niet bekend. Arrestaties van leden van
de oppositie zouden het verkiezingsproces kunnen frustreren. Uit
N'Djaména zijn hierover begin februari, kort na de gevechten in de
hoofdstad, berichten ontvangen. Onder de arrestanten bevindt zich
ex-president Lol Mahamat Choua. Hij is een sleutelfiguur in de interne
politieke dialoog, die in augustus 2007 op instigatie van de EU
aarzelend op gang is gekomen. Tijdens de Raad Algemene Zaken en
Externe Betrekkingen (RAZEB) van 18 februari 2008 zijn door de
EU-lidstaten raadsconclusies aangenomen die de regering van Tsjaad
oproepen de oppositieleden vrij te laten.
Achtergrond van het conflict in de CAR
De geschiedenis van de Centraal-Afrikaanse Republiek na de
onafhankelijkheid in 1960 wordt gekenmerkt door een aaneenschakeling
van al dan niet geslaagde (militaire) staatsgrepen. De regering van de
huidige president François Bozizé wordt sinds 2006 geteisterd door
rebellie in het noordwesten en noordoosten van het land. De
vredesbemiddelingen sinds augustus 2007 onder auspiciën van de United
Nations Peacebuilding Support Office en de Organisation Internationale
de la Francophonie hebben tot dusverre geen duurzame resultaten
opgeleverd. Dit geldt ook voor de door de regering geïnitieerde
consultaties met leiders van de coalitie van oppositiepartijen en de
rebellengroeperingen.
De rebellenbewegingen in het noordwesten (langs de grens met Tsjaad)
hebben vaak banden met vroegere machthebbers die uit zijn op het
destabiliseren van de huidige regering in Bangui. De voornaamste
bewegingen zijn de Union des Forces Démocratiques pour le
Rassemblement (UFDR), het Front Démocratique pour le Peuple
Centrafricain (FDPC, ook wel FDC) en de Armée Pour la Restauration de
la Démocratie (APRD), deels bestaande uit leden van de presidentiële
garde van oud-president Ange-Félix Patassé).
Politieke context in de Centraal Afrikaanse Republiek
Binnenlandse politieke situatie
De CAR heeft sinds 1979 vrijwel alle institutionele capaciteit
verloren. Het overheidsapparaat wordt gekenmerkt door corruptie en
nepotisme. Het regeringsleger is ongedisciplineerd en wordt, evenals
de rebellen, door de bevolking gewantrouwd. Hetzelfde geldt voor de
Presidentiële Garde, die sinds kort door Zuid-Afrikaanse officieren
wordt getraind. De huidige president, generaal François Bozizé, kwam
in maart 2003 via een staatsgreep aan de macht, na het verdrijven van
zijn voorganger Ange-Félix Patassé. De presidentsverkiezingen van
maart 2005 werden gewonnen door Bozizé en kregen van buitenlandse
waarnemers het predicaat `free and fair'. Sinds een in april 2007 tot
stand gekomen overeenkomst tussen de regering en de UFDR is het gebied
in en rond de stad Birao relatief stabiel, met gezamenlijk door het
regeringsleger en UFDR uitgevoerde patrouilles. Voor de tijd dat dit
(volatiele) bestand duurt, vergemakkelijkt het de plaatselijke
humanitaire noodhulp.
Regionale aspecten
Ook de rebellie in de CAR is nauw verbonden met het conflict in het
aangrenzende Darfur. Het noordoosten van de CAR (met name de provincie
Vakaga, aan de grens met Sudan en Tsjaad) is een toevluchtoord voor
vluchtelingen en rebellen uit de omgeving mede als gevolg van het
nagenoeg volledig ontbreken van gezag van de centrale overheid in dit
afgelegen gebied. Deze regio heeft in de loop der jaren kunnen dienen
als terugvalbasis voor zowel de UFDR als voor buitenlandse bewegingen
als de Tsjadische FUC, de Zuid-Sudanese SPLA en de Noord-Ugandese LRA.
In oktober 2006 en maart 2007 vonden bij de stad Birao zware gevechten
plaats tussen de UFDR en regeringstroepen.
EU inspanningen in de Centraal Afrikaanse Republiek
De Europese Unie steunt uit de African Peace Facility sinds 2004 de
Force Multinationale en Centrafrique (FOMUC), die onder
verantwoordelijkheid van de CEMAC (Communauté Economique et Monétaire
de l'Afrique Centrale) in de CAR aanwezig is. FOMUC speelt een
belangrijke rol bij het bevorderen van de stabiliteit in de CAR. De
missie bestaat uit militairen uit Tsjaad, Gabon en Congo-Brazzaville
en zal na een uitbreiding met 120 militairen uit Kameroen, binnenkort
een sterkte hebben van 500 militairen. Een gezamenlijke EU-AU
delegatie kwam in november 2007 tot de conclusie dat FOMUC verdere
(EU) steun nodig heeft voor ten minste twee jaar. In 2008 zal CEMAC
een nieuwe structuur krijgen en worden omgedoopt tot de Commission
Economique des Etats d'Afrique Centrale (CEEAC). De
verantwoordelijkheid voor FOMUC zal dan van de CEMAC aan de CEEAC
worden overgedragen.
De rol van Frankrijk in Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek
Zoals bekend heeft Frankrijk historische banden met Tsjaad en de CAR.
Frankrijk is de belangrijkste buitenlandse partner van de CAR en heeft
ongeveer 300 militairen gelegerd in het land. Bij crises worden vanuit
de regio versterking ingevlogen. Frankrijk heeft op grond van een
bilaterale overeenkomst met Tsjaad permanent 150 militairen in het
land gestationeerd. Frankrijk heeft in het verleden en tijdens het
meest recente conflict met opstandige rebellen logistieke steun
verleend aan de regering van Tsjaad. Dit heeft eveneens de vorm
aangenomen van de levering van militaire goederen aan het Tsjadische
leger. Ook hebben Franse jachtvliegtuigen verkenningen uitgevoerd in
de grensregio met Sudan. Op militair gebied heeft Frankrijk tijdens de
opmars van rebellen richting N'Djaména eind januari defensief
opgetreden om het vliegveld en burgers van de internationale
gemeenschap te beschermen en een evacuatieoperatie mogelijk te maken.
Frankrijk werd gesteund door de voorzitterschapsverklaring van de
VN-Veiligheidsraad van 4 februari jl., die lidstaten opriep de
regering van Tsjaad desgevraagd binnen de mogelijkheden van het
VN-Handvest te steunen. Frankrijk heeft zich zeer bewust terughoudend
opgesteld, omdat het beseft dat actieve bemoeienis zijn weerslag heeft
op de operatie EUFOR Tchad/RCA die belang heeft bij het behouden van
een onpartijdige, multinationaal en onafhankelijke karakter.
Positionering van de EU-operatie
De recente geweldsescalatie heeft niet geleid tot een machtswisseling
in Tsjaad en de veiligheidsituatie lijkt zich te herstellen. De VN en
de EU zijn van mening dat alle redenen die ten grondslag liggen aan de
ontplooiing van de EU-operatie nog steeds geldig zijn. De huidige
geweldsescalatie in Tsjaad geeft temeer de noodzaak aan van de
ontplooiing van EUFOR Tchad/RCA in het grensgebied. De operatie zet
zich in om de veiligheid en bescherming aan de burgerbevolking te
verbeteren en schept de voorwaarden voor het verlenen van humanitaire
hulp, wederopbouw en ontwikkeling in het gebied. De operatie zal zich
in het conflict tussen de regering en rebellen onpartijdig opstellen.
Het mandaat is gericht op een defensieve rol. Dit komt ten goede aan
de onpartijdige opstelling van de operatie, aangezien militairen
alleen die groepen kunnen aanpakken die daadwerkelijk een directe
bedreiging vormen voor de burgers in het inzetgebied. EUFOR Tchad/RCA
beschikt hiervoor over ruim voldoende slagkracht. Het beoogde effect
van de missie is rust en veiligheid in het grensgebied te brengen. De
ontplooiing van de EU-missie zal daarmee ook de ontplooiing en
effectiviteit van UNAMID in Darfur bevorderen.
De humanitaire en economische situatie
Darfur
De humanitaire situatie in Darfur is complex en prangend. De slechte
veiligheidssituatie in Darfur heeft ernstige gevolgen voor de toegang
tot de getroffenen en de kwaliteit van de hulpverlening. Ook binnen de
kampen voor ontheemden is geweld nog steeds aan de orde van de dag,
vooral omdat gewapende groeperingen steeds vaker de kampen
binnendringen. Daarnaast verhoogt de Sudanese regering de druk op de
ontheemden in de kampen om terug te keren. In 2007 woonden ruim twee
miljoen mensen in vluchtelingen- en ontheemdenkampen en hadden zo'n
250.000 mensen hun toevlucht gezocht in buurland Tsjaad. Echter, daar
waar de humanitaire hulp de mensen kan bereiken, is zij succesvol. In
de kampen geven de indicatoren voor beschikbare basisvoorzieningen als
veilig water, gezondheidszorg, voedsel en scholing aan dat deze nu op
een hoger niveau liggen dan in Darfur vanouds het geval is. Maar het
aantal mensen dat niet kan worden bereikt is in de tweede helft van
2007, meer dan verdubbeld (van 60.000 tot 122.000).
Tsjaad
Tsjaad herbergt een kleine 250.000 vluchtelingen uit Darfur en zo'n
50.000 uit de CAR. In Oost-Tsjaad, waar de meeste Darfuris worden
opgevangen in kampen, zijn door het interne conflict ook nog eens ruim
170.000 Tsjadiërs ontheemd geraakt. De natuurlijke hulpbronnen in
Oost-Tsjaad, zoals veilig drinkwater en landbouwgrond, waren al voor
het conflict uitbrak zeer schaars. Mede door het conflict ligt de
kindersterfte in Tsjaad hoog, op 124 per 1000, de gemiddelde
levensverwachting is slechts 44 jaar. Bijna 37 procent van de
bevolking lijdt aan chronische ondervoeding en 65 procent van de
bevolking heeft geen toegang tot veilig drinkwater. Ruim de helft van
de Tsjadiërs leeft van minder dan één dollar per dag. Toenemende
onveiligheid maakt het steeds moeilijker om de getroffen bevolking met
humanitaire hulp goed te kunnen bedienen. Door de aanwezigheid van
EUFOR Tchad/RCA kan deze trend worden gekeerd.
Toenemende onveiligheid maakt het steeds moeilijker om de getroffen
bevolking met humanitaire hulp goed te kunnen bedienen. De VN vraagt
voor humanitaire hulp aan Tsjaad in 2008 totaal ruim $ 287 miljoen.
Nederland heeft in 2007 ruim EUR 6 miljoen Euro bijgedragen aan
humanitaire hulp en heeft voor 2008 een indicatief noodhulpbudget van
EUR 4 miljoen beschikbaar. Ook wordt het huidige niveau van
humanitaire hulp door de EU voortgezet, voor Tsjaad was dit in 2007
EUR 30 miljoen.
De Centraal Afrikaanse Republiek
De humanitaire situatie in de CAR is zo mogelijk nog dramatischer dan
die in Tsjaad. De kindersterfte is 127 per 1000, de gemiddelde
levensverwachting niet hoger dan 42,7 jaar. Drie kwart van de
bevolking lijdt aan chronische ondervoeding en 25 procent van de
bevolking heeft geen toegang tot veilig drinkwater. Van ruim vier
miljoen Centraal Afrikanen leeft 67 procent van minder dan één dollar
per dag, één miljoen mensen is direct getroffen door het conflict,
onder wie 200.000 ontheemden. Ook dit hangt nauw samen met de con
flicten in de regio.
Naast de `eigen' rebellie heeft de CAR te maken met instromende
vluchtelingen uit Tsjaad en Darfur. Dit is tekenend voor de regio.
Vanuit de CAR zijn 98.000 mensen gevlucht naar buurlanden, waaronder
Sudan (Darfur) en Tsjaad, maar dat tegelijkertijd ruim 8.000 mensen
uit vooral Sudan en Tsjaad naar de CAR zijn gevlucht. Tenminste 20.000
mensen zijn vanuit Tsjaad naar Darfur gevlucht. Dit vergroot de
humanitaire nood, omdat er voor meer mensen verzorging nodig is.
Vorig jaar gaf Nederland in de CAR EUR 2,6 miljoen humanitaire hulp,
ook in 2008 zal Nederland een bijdrage leveren. EU zal naar
verwachting in 2008 wederom EUR 4 miljoen vrij maken voor humanitaire
hulp in de CAR.
De inzet van de EU-operatie zal in Tsjaad en de CAR naar verwachting
grotere veiligheid in het veld kunnen realiseren, waardoor de
slagkracht en effectiviteit van humanitaire organisaties wordt
vergroot. De operatie beoogt niet om zelf humanitaire hulp te gaan
verlenen, maar de omstandigheden verbeteren waarin humanitaire
organisaties hun werk kunnen doen.
Wederopbouw
Een van de pijlers van de Nederlandse inzet in Darfur is ontwikkeling
en wederopbouw. Nederland is als voorzitter van de Core Coordination
Group (CCG) die de Darfur Joint Assessment Mission (DJAM) coördineert,
gecommitteerd aan Darfur-brede wederopbouw. De DJAM die de noden in
kaart brengt, is vorig jaar in overleg met andere donoren tijdelijk
stopgezet, mede vanwege de slechte veiligheidssituatie in het gebied.
De DJAM kan alleen worden afgerond als alle betrokken partijen zich
committeren aan een politieke oplossing van het conflict en een
staakt-het-vuren. Nederland zal, na afronding van de DJAM, een
donorconferentie organiseren. Op basis van deze conferentie kan
wederopbouw werkelijk ter hand worden genomen door de Sudanese
regering en de internationale gemeenschap.
Nederland is van mening dat vanwege het langdurige karakter van de
crisis in Darfur naast basale humanitaire hulp eveneens, waar mogelijk
en verantwoord, geïnvesteerd moet worden in de economische en sociale
zelfredzaamheid van de bevolking en in een duurzaam gebruik van
natuurlijke hulpbronnen. Nederland financiert daarom een aantal
projecten (humanitair plus) dat zich, in de humanitaire context,
specifiek richt op het verbeteren van sociale, economische en
ecologische weerbaarheid. Deze projecten richten zich zowel op
vluchtelingen en ontheemden als op de rurale bevolking.
Daarnaast is mede op initiatief van Nederland, het Darfur Community,
Peace and Stability Fund opgericht (DCPSF). Dit fonds is voortgekomen
uit de door Nederland geleide beleidsdiscussies over de koppeling van
ontwikkeling aan de politieke en veiligheidssituatie. In deze
discussies werd de noodzaak erkend om stabiliteit in Darfur te
bevorderen door middel van activiteiten die gericht zijn op lokale
vredesopbouw en kleinschalige wederopbouwprojecten. De zogenaamde
humanitaire plus projecten kunnen als voorloper worden gezien van de
onder dit fonds te financieren activiteiten. Het DCPSF richt zich met
name op het verbeteren van basis sociale voorzieningen, de rechtstaat,
vredesopbouw en economische zelfredzaamheid.
In Tsjaad en de CAR wordt de belangrijkste wederopbouw bijdrage aan de
geïntegreerde benadering geleverd via multilaterale kanalen en in het
bijzonder via de Europese Commissie (EC). In de CAR is de EC sinds
2002 een actieve donor die zich richt op transport, macro-economische
steun, goed bestuur, gezondheid en microkredieten. In de periode
2002-2007 begrootte de EC hiervoor EUR 106,5 miljoen uit het negende
Europees Ontwikkelingsfonds, waar Nederland een belangrijk deel aan
bijdraagt. In Tsjaad onderhoudt de EU een actieve politieke dialoog
met de regering en voorts is de EU een belangrijke (handels) partner
en de grootste donor met een budget van EUR 273 miljoen.
Hervorming veiligheidssector
Tsjaad
De VN-missie MINURCAT zal parallel aan EUFOR Tchad/RCA worden
ontplooid in de vluchtelingenkampen in oostelijk Tsjaad en in het
noordoostelijk deel van de CAR. Deze missie zal zich onder andere
richten op het adviseren en trainen van de Tsjadische politie in het
verlenen van humanitaire bescherming. Tevens zal deze missie met de
strijdkrachten, de gendarmerie en politie van zowel de CAR als Tsjaad
samenwerken om gezamenlijk bij te dragen aan een betere
veiligheidssituatie. De regionale VN-kantoren in beide landen zullen
de missie actief steunen. MINURCAT zal bestaan uit maximaal 300
politie medewerkers, 50 militaire liaison officieren en een aantal
burgermedewerkers. De EC zal MINURCAT ondersteunen met EUR 10 miljoen
uit het Stability Instrument.
De Centraal Afrikaanse Republiek
Hervorming van de veiligheidssector (SSR) vormt één van de centrale
thema's van het Poverty Reduction Strategy Paper (PRSP) van de CAR en
staat derhalve hoog op de politieke agenda. Momenteel werkt de
regering van de CAR aan een nationale SSR strategie. Hiertoe werd een
nationaal voorbereidingscomité opgericht en is een communicatie
campagne opgestart om een maatschappelijke dialoog op gang te brengen.
Het proces wordt ondersteund door UNDP-CAR.
III Mandaat en rechtsbasis
De VN Veiligheidsraad resolutie 1778 van 25 september 2007 vormt de
rechtsbasis voor EUFOR Tchad/RCA. In deze resolutie autoriseert de VN
Veiligheidsraad de EU om voor de duur van één jaar vanaf initial
operating capability een operatie te ontplooien. Deze autorisatie is
gebaseerd op hoofdstuk VII van het VN Handvest. Dit betekent dat
instemming van de landen waarin operatie EUFOR Tchad/RCA zal opereren,
formeel niet noodzakelijk is voor een rechtmatige taakuitvoering. De
regeringen van Tsjaad en de CAR hebben in brieven aan de
secretaris-generaal van de VN en de voorzitter van de VN
Veiligheidsraad overigens wel laten weten in te stemmen met de
ontplooiing van de operatie. Dit zal de effectiviteit van de operatie
ten goede komen.
Het mandaat van de operatie wordt in resolutie 1778 omschreven als het
ondersteunen van de VN-operatie MINURCAT en de organisaties waar
MINURCAT mee samenwerkt. EUFOR Tchad/RCA heeft op grond van de
resolutie de bevoegdheid binnen het operatiegebied in Oost-Tsjaad en
het noordoosten van de CAR alle noodzakelijke maatregelen te
ondernemen om de volgende taken uit te oefenen:
1. Het bijdragen aan de bescherming van burgers in gevaar, in het
bijzonder vluchtelingen en ontheemden;
2. Het faciliteren van het verstrekken van humanitaire hulp en de
bewegingsvrijheid van humanitair personeel door hulp bij het
verbeteren van de veiligheidssituatie in het operatiegebied;
3. Het bijdragen aan de bescherming van personeel, faciliteiten,
installaties en uitrusting van de VN en het garanderen van de
veiligheid en bewegingsvrijheid van haar staf en van VN en
geassocieerd personeel.
IV Deelnemende Landen
Frankrijk met circa 1850 militairen, Ierland met circa 700 militairen
en Polen met circa 440 militairen zijn de belangrijkste
troepenleveranciers aan EUFOR Tchad/RCA. Voorts leveren Zweden,
Oostenrijk, Roemenië, België, Spanje, Griekenland, Portugal, Italië,
Slowakije en Finland een bijdrage aan de operatie. Ook enkele
niet-EU-lidstaten overwegen een beperkte bijdrage te leveren, zoals
Rusland en de Oekraïne. Albanië heeft reeds toegezegd een peloton
force protection bij te dragen voor het veldhoofdkwartier.
Invloed op de besluitvorming
EUFOR Tchad/RCA is een EVDB-operatie die onder leiding en commando van
de EU staat. De politieke controle vindt plaats door de RAZEB en
strategische aansturing door het Politiek en Veiligheids Comité waarin
Nederland, net als alle EU-lidstaten, zitting heeft. Verder zal het
Nederlandse verkenningseenheid worden ingebed in een Iers bataljon.
Ierland heeft als een van de belangrijkste troepenleverende landen
invloed op de militair-operationele besluitvorming van de operatie.
Ten slotte zijn enkele Nederlandse staffunctionarissen in het
operationele hoofdkwartier te Parijs en het veldhoofdkwartier te
Abéché geplaatst. Deze plaatsingen komen voort uit reeds bestaande
EU-afspraken over het inzetten van militairen in EVDB-operaties.
V Militaire aspecten
Haalbaarheid
Militaire opdracht
Op 15 oktober 2007 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen (RAZEB) het gemeenschappelijk optreden met betrekking tot
de EVDB-operatie EUFOR Tsjaad/CAR goedgekeurd (Council Joint Action
2007/677/CFSP). Na het aanvaarden hiervan is de EU begonnen met het
plannen van een militaire operatie in het oosten van Tsjaad en het
noordoosten van de CAR. De planning van de operatie vindt plaats in
volledige coördinatie met de VN en in overleg met de Afrikaanse
partners. Op 28 januari 2008 nam de RAZEB het besluit de operatie te
lanceren.
De militaire opdracht van EUFOR Tchad/RCA is om veiligheid en
stabiliteit te bevorderen in de regio grenzend aan Darfur, in
Oost-Tsjaad en het noorden van de CAR. Stabilisatie van de regio moet
leiden tot vrijwillige terugkeer van vluchtelingen en ontheemden naar
hun woongebieden.
EUFOR Tchad/RCA zal hieraan bijdragen door:
* De Tsjadische politie en de VN politie (MINURCAT) de mogelijkheid
te geven in het gebied te ontplooien en hun politietaken, met name
in de vluchtelingenkampen, uit te voeren;
* Humanitaire organisaties in de gelegenheid te stellen hulp te
verlenen onder verbeterde veiligheidscondities;
* De burgerbevolking te beschermen.
Om haar opdracht optimaal te kunnen uitvoeren, is het van belang dat
de EUFOR Tchad/RCA zich onpartijdig opstelt en als onpartijdig wordt
beschouwd. Derhalve is het principe van onpartijdigheid specifiek
vastgelegd in het operatieplan en is er een informatiestrategie
opgesteld om de inwoners van Tsjaad, de CAR, de omringende regio en de
EU te informeren over de doelstellingen van de operatie. De boodschap
van onpartijdigheid komt daarin prominent naar voren.
Opstelling conflictpartijen
In het oosten van Tsjaad zijn de belangrijkste rebellengroeperingen
sinds medio december 2007 verenigd in de Coordination Militaire
Unifiée( CMU). Deze groeperingen hebben de handen ineen gesloten na
het vastlopen van vredesonderhandelingen met president Déby en willen
samen de huidige regering omverwerpen.
De CMU bestond ten tijde van de grootschalige aanval op N'Djaména
begin februari uit rond de 4500 man en beschikte over ongeveer 300
pick-up voertuigen en diverse soorten wapens. De regering van Tsjaad
had in de eerste instantie moeite om de aanval het hoofd te bieden
aangezien de 57000 militairen van het Tsjadische leger, de Forces
Armées et de Securité (FAS), over het hele land waren verspreid. Op
het moment van de inval in N'Djaména was de aanwezigheid van de FAS in
de hoofdstad beperkt en het was niet wenselijk de beschikbare
gevechtshelikopters of gevechtsvliegtuigen in de dichtbevolkte stad in
te zetten. Uiteindelijk heeft de FAS de rebellen toch kunnen
verdrijven, mede omdat ze op vaste logistieke structuren kon
terugvallen en de rebellen niet. Tijdens de gevechten zijn naar
verluid 160 mensen om het leven gekomen.
De rebellen hebben zich meerdere malen tegen de komst van EUFOR
Tchad/RCA uitgesproken, waarbij zij in het bijzonder de neutraliteit
van de operatie in twijfel trokken. Tijdens de inval in N'Djaména
hebben de rebellen de EUFOR Tchad/RCA militairen echter ongemoeid
gelaten. Het is niet waarschijnlijk dat de rebellen zich in de
toekomst tegen EUFOR Tchad/RCA zullen richten, mede gezien de veel
grotere slagkracht van de operatie ten opzichte de CMU. Mocht dat
echter toch gebeuren, dan zijn de eenheden van EUFOR Tchad/RCA in
staat daar op adequate wijze op te reageren.
Het vereiste militaire vermogen
EUFOR Tchad/RCA zal naar verwachting over enkele weken over de
initiële operationele capaciteit beschikken om een bijdrage te leveren
aan de veiligheid en stabiliteit van het zuidoostelijk deel van Tsjaad
en het noordoostelijk deel van de CAR langs de grens met Sudan. De
operatie zal drie Bataljons en een snelle reactie eenheid van
compagniesgrootte omvatten en een totale omvang van 3.700 militairen
hebben. EUFOR Tchad/RCA zal worden uitgerust met gepantserde
infanterievoertuigen en andere wapensystemen aangevuld met
luchtstrijdkrachten die in voorkomend geval kunnen voorzien in steun
aan de grondtroepen vanuit de lucht. Frankrijk draagt daartoe bij met
zes Mirage F1 gevechtsvliegtuigen. In verhouding tot de rebellen zijn
de eenheden van EUFOR Tchad/RCA uitgebreid en modern uitgerust.
De logistieke ondersteuning van de operatie, vooral ten behoeve van de
ontplooiing van de missie, is voor verbetering vatbaar. Er zijn nog
tekorten op het gebied van luchttransport in het inzetgebied en
gevechtshelikopters. Het operationele hoofdkwartier en het
veldhoofdkwartier werken aan het verbeteren van de logistieke
ondersteuning en het opheffen van de tekorten.
De Nederlandse verkenningseenheid zal logistiek worden ingebed in een
Iers bataljon. Dit houdt in dat Ierland zorg draagt voor onder andere
de legering, watervoorziening, de voeding, de brandstof en de
verbindingen van de Nederlandse eenheid. Het Ierse bataljon is ook
verantwoordelijk voor de Force Protection op de bataljonslocatie waar
de Nederlandse eenheid is gestationeerd. Buiten de poort zal de
verkenningseenheid zelf zorg dragen voor haar Force Protection.
Geschiktheid en beschikbaarheid
EUFOR Tchad/RCA zal vooral door middel van frequente patrouilles en
bescherming van locaties en/of personen een bijdrage leveren aan de
veiligheid en stabiliteit in het operatiegebied. EUFOR Tchad/RCA is
goed uitgerust om deze werkzaamheden te verrichten en om in voorkomend
geval tegen agressie te kunnen optreden. De Nederlandse
verkenningseenheid is snel verplaatsbaar en uitgerust met speciale
waarnemingsmiddelen, waardoor ze de bataljonscommandant kan helpen een
beter begrip van de situatie ter plaatse te krijgen. Nederland levert
hiermee een bescheiden, maar belangrijke bijdrage aan de operatie die
door de omvang van het inzetgebied afhankelijk is van een goede
informatievoorziening. De verkenningseenheid, die met
pantservoertuigen optreedt, beschikt over afdoende en goede bewapening
waarmee tijdens een onverhoopt vuurcontact adequaat kan worden
gereageerd. De verkenningstaken zullen de eerste acht maanden, met één
aflossing na vier maanden, door het Korps mariniers worden uitgevoerd
en de laatste vier maanden door een verkenningseenheid van de
Koninklijke landmacht. Deze inzet zal niet ten koste gaan van lopende
missies.
Wijze van optreden
De EUFOR-militairen zullen in het zuidoostelijke deel van Tsjaad en
het noordoosten van de CAR langs de grens met Sudan opereren. Het
operatiegebied in Tsjaad is in drie sectoren opgedeeld; noord, midden
en zuid. In elk van de sectoren zal een bataljon worden gestationeerd
dat voor zijn sector is belast met het bevorderen van veiligheid en
stabiliteit. Polen is hoofdverantwoordelijk voor de noordelijke
sector, Frankrijk voor de centrale sector en Ierland voor de
zuidelijke sector. In het noordoosten van de CAR zal een compagnie van
Frankrijk zich toeleggen op het bevorderen van veiligheid en
stabiliteit. Indien één van de bataljons assistentie nodig heeft kan
een beroep worden gedaan op de snelle reactie eenheid in de centrale
sector van Tsjaad.
Geweldsinstructie
De EU heeft Rules Of Engagement (ROE) vastgesteld voor EUFOR
Tchad/RCA. Deze zijn gebaseerd op de bevoegdheid die de operatie onder
VN Veiligheidsresolutie 1778 heeft gekregen. De ROE zijn voldoende
robuust om de opgedragen taken te kunnen uitvoeren. Op basis van de
ROE zal een Nederlandstalige instructiekaart worden opgesteld.
Bevelstructuur
De EU heeft directe zeggenschap over de inzet van haar troepen, maar
zal bij het uitoefenen van haar taken intensief contact met MINURCAT
onderhouden. De algehele leiding van EUFOR Tchad/RCA berust bij de
Ierse operatiecommandant, luitenant-generaal Patrick Nash,
gestationeerd op het operatiehoofdkwartier te Parijs. De
operatiecommandant rapporteert aan het militaire comité van de EU
(EUMC). Luitenant-generaal Jean-Philippe Ganascia is de veldcommandant
van de operatie. Hij leidt EUFOR Tchad/RCA vanuit het operatiegebied.
De Nederlandse eenheid staat onder direct bevel van een Ierse
bataljonscommandant. In zijn bataljonsstaf zal een Nederlandse
officier worden geplaatst die in voorkomend geval kan optreden als red
card holder.
Risico's
Klimaat en terrein
Het klimaat in het operatiegebied kenmerkt zich van noord naar zuid
door de overgang van een woestijn- naar subtropisch klimaat. In het
terrein zien we dit terug als een overgang van de Sahara via berg- en
heuvelachtige savannes naar meer bebossing (grens met de CAR).
Nederland zal voornamelijk in savannegebied optreden. Het regenseizoen
in Tsjaad en de CAR duurt van circa mei tot oktober. In deze periode
zal het moeilijker zijn troepen te verplaatsen, mede door het gebrek
aan verharde wegen.
Medische omstandigheden
De grootste gezondheidrisico's zijn (tropische) ziekten die onder
andere samenhangen met de klimatologische omstandigheden. De voorziene
medische zorg zal naar verwachting adequaat zijn. Zo is op
bataljonsniveau eerstelijns medische zorg aanwezig en beschikt de
operatie over twee veldhospitaals met beperkte chirurgische-en
verpleegcapaciteit en één veldhospitaal met een meer uitgebreide
chirurgische-en verpleegcapaciteit. Voorts zijn voor de noordelijke,
centrale en zuidelijke sector in Tsjaad medische transporthelikopters
beschikbaar. Voor de Franse eenheid in de CAR wordt nog gezocht naar
een medische transporthelikopter en tevens tracht de EU de beschikking
te krijgen over een medisch transportvliegtuig. De Nederlandse
verkenningseenheid kan terugvallen op medische faciliteiten en een
medische transporthelikopter van Ierland. Ten slotte heeft Nederland
een medische adviseur in het operationele hoofdkwartier geplaatst die
onder andere toeziet dat de kwaliteit van de medische zorg op een
constant hoog niveau blijft.
Mijnen en niet ontplofte munitie
In het noorden van Tsjaad zijn op beperkte schaal mijnen en niet
ontplofte munitie aanwezig. De kans dat dit een veiligheidsbedreiging
zal vormen is gering. Voor de overige inzetgebieden, waaronder dat van
Nederland, is het gevaar van mijnen of niet ontplofte munitie klein.
Duur van de uitzending
Het mandaat voor EUFOR Tchad/RCA is één jaar geldig vanaf het moment
van initiële operationele gereedheid. Naar verwachting kan dit half
maart worden vastgesteld en zal het mandaat van de operatie in maart
2009 aflopen. Zes maanden na aanvang van de operatie zal door de
operationele commandant een tussentijdse analyse van de omstandigheden
en de operatie worden uitgevoerd waarin hij aanbevelingen aan het
Militair Comité van de EU (EUMC) doet over de opvolging van de
operatie. In de VN Veiligheidsraadresolutie 1778 wordt rekening
gehouden met opvolging door een VN-presentie.
Financiering
De additionele uitgaven die gemoeid zijn met een Nederlandse bijdrage
van circa 60 militairen aan de EU-operatie in Tsjaad (EUFOR Tchad/RCA)
gedurende twaalf maanden bedragen tussen de EUR 12,5 en EUR 15,5
miljoen euro. De hoogte van het uiteindelijke bedrag is afhankelijk
van de wijze waarop het Nederlandse materieel kan worden
getransporteerd. De logistieke inbedding in het Ierse bataljon is
reeds in de kosten verdisconteerd. De additionele uitgaven komen ten
laste van de structurele voorziening 'uitvoeren
crisisbeheersingsoperaties' van de Homogene Groep Internationale
Samenwerking (HGIS) op de defensiebegroting.
Voorts zal de Nederlandse bijdrage aan het EU Athena budget als gevolg
van deze operatie circa EUR 6,5 miljoen extra bedragen. Hiervan is in
2007 al een eerste termijn van circa EUR 2,3 miljoen vooruitbetaald.
Deze bijdrage vloeit voort uit het Nederlandse EU lidmaatschap, te
weten een bijdrage leveren aan afgesproken gemeenschappelijke uitgaven
betreffende EU-operaties en is onafhankelijk van Nederlandse deelname
aan EU-operaties. Ook deze uitgaven komen ten laste van de HGIS.
De budgettaire gevolgen van deze operatie zullen bij de Voorjaarsnota
2008 worden verwerkt.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken