Universiteit van Amsterdam

Cultuurhistoricus Herman Pleij neemt afscheid van UvA

Vakgenoten belichten betekenis Pleij's werk tijdens symposium

Prof. dr. Herman Pleij neemt op vrijdag 29 februari afscheid als hoogleraar Historische Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In zijn afscheidscollege, getiteld Komt een vrouwtje bij de drukker? Over nieuwe verstandhoudingen met Anna Bijns benadrukt Pleij aan de hand van de zestiende-eeuwse dichteres Anna Bijns het belang van de bestudering van de historische Nederlandse letterkunde. Voorafgaand aan het afscheidscollege is er een symposium waarin vakgenoten de betekenis van Pleij's werk voor de literatuur- en cultuurgeschiedenis van de Nederlanden vanuit verschillende gezichtspunten belichten.

De bestudering van de historische Nederlandse letterkunde is urgent, stelt Herman Pleij in zijn afscheidscollege. Literatuur uit het verleden heeft de cultivering bevorderd van zelfbeelden die nog steeds voortbestaan. Nederlanders zien zichzelf graag als ijverig, spaarzaam, gematigd, tolerant, schrobzuchtig en vooral als handig en zelfstandig. Dat deugdenpakket is aangemaakt in de laatmiddeleeuwse literatuur, gedomineerd door burgerbelangen. Wij zijn de kinderen van Reynaert de vos, Elckerlijc en Uilenspiegel. En als mensen geloven dat een Nederlander zulke eigenschappen belichaamt, dan heeft dat ook een sterk effect op de bevordering daarvan in opvoeding en onderwijs. De zestiende-eeuwse dichteres Anna Bijns drukte haar stempel op de nieuwe gezinsmoraal door de bedreigingen ervan met ongekend literair vernuft te ridiculiseren in haar refreinen. Verder was zij zeker niet de kwezel waar ze wel voor wordt aangezien. Ze wist juist heel dominant op te treden in een mannenwereld, die zij permanent niet alleen in haar werk maar ook in levende lijve uitdaagde. Is zij niet de grootste schrijfster die de Nederlandse literatuur tot nu toe heeft voortgebracht?

Symposium
Voorafgaand aan het afscheidscollege vindt het symposium Nooit in ruste. De bewogen middeleeuwen van Herman Pleij plaats. Hierin gaan vakgenoten de betekenis na van het werk van Pleij -- met als hoogtepunt zijn recent verschenen Het gevleugelde woord, het tweede deel van de Geschiedenis van de Nederlandse literatuur -- voor de literatuur- en cultuurgeschiedenis van de Nederlanden. Uitgangspunt voor de sprekers vormt de vraag welke wegen en gebieden van onderzoek door Pleij zijn opengelegd en welke verder verkend kunnen worden. De sprekers zullen ook lacunes benoemen waarvan men zich door het werk van Pleij bewust is geworden. Het zal er vooral om gaan vast te stellen hoe bepaalde aspecten van zijn werk huidige en toekomstige onderzoekers kunnen inspireren. Sprekers zijn: Jef Janssens (Katholieke Universiteit Brussel) -- Herman Pleij en de hoofse literatuur: een confrontatie, Herman Brinkman (Huygens Instituut, KNAW) -- Oude en nieuwe filologie bij Herman Pleij, Jan van der Stock (Katholieke Universiteit Leuven) -- De schaduw van het beeld, of: wie 't kleine niet eert?, Bart Ramakers (Rijksuniversiteit Groningen) -- 'Literatuur is overal'. Tekst en context in het werk van Herman Pleij. Het symposium eindigt met een panelgesprek onder leiding van Willem Kuiper (UvA).

Terugblik
Na afloop van het afscheidscollege blikt een aantal collega's terug op Pleij's hoogleraarschap aan de UvA. Sprekers zijn: prof. dr. Karel van der Toorn (voorzitter College van Bestuur UvA), prof. dr. Jef Janssens (emeritus hoogleraar K.U. Brussel), dr. Herman Brinkman (senior onderzoeker Huygens Instituut), prof. dr. Marita Mathijsen (hoogleraar Nederlandse Letterkunde UvA), en prof. dr. Fred Weerman (voorzitter afdeling Neerlandistiek UvA).

Over Herman Pleij
Herman Pleij begon in 1961 met zijn studie Nederlandse taal- en letterkunde aan de UvA. Hij promoveerde in 1979 op Het Gilde van de Blauwe Schuit. Literatuur, volksfeest en burgermoraal in de late middeleeuwen, herdrukt in 1983. Sinds 1981 is hij hoogleraar Historische Nederlandse letterkunde aan de UvA. Begin jaren negentig was hij tevens decaan van de Faculteit der Letteren van de UvA. In 1997 verscheen Dromen van Cocagne. Middeleeuwse fantasieën over het volmaakte leven, meermalen herdrukt en vertaald in het Duits en Engels. Van 2002 is Van karmijn, purper en blauw; over kleuren van de Middeleeuwen en daarna, eveneens vertaald in het Engels. Bekende publicaties zijn verder De sneeuwpoppen van 1511. Literatuur en stadscultuur tussen middeleeuwen en moderne tijd (1988) en Op belofte van profijt; stadscultuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de middeleeuwen (1991). Vorig jaar publiceerde Pleij Het gevleugelde woord als deel twee van een nieuwe Nederlandse literatuurgeschiedenis. Uit al zijn publicaties spreekt Pleij's interesse voor volksliteratuur en -cultuur, toneel, de rederijkers, de betekenis van de vroege drukpers, de ontwikkeling van een burgermoraal en van Nederlandse identiteiten in het algemeen. Momenteel werkt Pleij aan een studie over het leven en werk van Anna Bijns, een boek over het literaire en culturele leven in het Amsterdam van vóór de Gouden Eeuw, en een roman over Willem van Oranje. Pleij werd in 1993 onderscheiden door de Belgische regering met de Francqui-leerstoel voor buitenlanders, en in 2000 door de Katholieke Universiteit Brussel met een eredoctoraat.

Tijden en locaties

Het afscheidscollege vindt plaats op vrijdag 29 februari 2008, 15.00 uur (precies), in de Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam. De zaal is geopend vanaf 14.30 uur. Na afloop van de plechtigheid, vanaf 16.30 uur, is er een receptie in de hal van het Maagdenhuis, Spui 21, Amsterdam.

Het symposium is van 09.30 tot 13.00 uur in de Doelenzaal van de Universiteitsbibliotheek, Singel 425, Amsterdam.