Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

EUROPEES PARLEMENT

FORMULIER VOOR DE INDIENING VAN EEN PARLEMENTAIRE VRAAG

Aan: RAAD COMMISSIE NL

MONDELINGE VRAGEN SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Mondelinge vraag met debat (art. 108) Schriftelijke vraag (art. 110) Vragenuur (art. 109) Schriftelijke vraag met voorrang (art. 110, lid 4)

INDIENER(S): Erik MEIJER, GUE/NGL, SP NL.

BETREFT: Doelstelling en nut van de huidige consultatie van omroepmarktpartijen inzake de (nauwkeurig
omschrijven) Mededeling inzake toepassing staatssteun op openbare omroepen uit 2001. {963-H}

TEKST:

1. Is de Commissie van mening dat haar Omroepmededeling uit 2001 ("Mededeling betreffende de toepassing van de regels inzake staatssteun op openbare omroepen") op korte termijn zou moeten worden herzien? Zo ja, wat zijn daarvoor dan de dringende redenen?
2. Kan de Commissie duidelijk maken wat de redenen zijn om in de periode tot 10-3-2008 de huidige Omroepmededeling van de Europese Commissie ter consultatie voor te leggen (zie IP/08/24)? Kunt u de noodzaak voor deze redenen concreet maken?
3. Is een dergelijke Mededeling bedoeld als een kennisgeving van de voorgenomen toepassing van nieuw beleid door uw Commissie met betrekking tot de door de EU-verdragsteksten aan uw Commissie toegekende bevoegdheden?

4. Indien het in dit geval vooral gaat om het uitleggen van uw beleid, wat is daarbij dan de toegevoegde waarde van een consultatie van de markt?

5. Wat is de functie van een dergelijke Mededeling van de Commissie, mede in relatie tot de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie ter zake?
6. Als uw Mededeling een voorgenomen beleidstoepassing betreft, wat is dan de reden waarom u in de recente beschikking met betrekking tot de Bondsrepubliek Duitsland (E3/2005) reeds onderdelen heeft opgenomen waarover thans in het consultatiedocument nog vragen worden gesteld (zoals de ex ante beoordeling en een 'market impact' test)?
7. Ziet de Commissie in het Protocol van Amsterdam ("Protocol betreffende het openbare omroepbestel in de lidstaten" uit 1997 dat ook integraal is opgenomen in het "EU Hervormingsverdrag") redenen voor een meer terughoudende opstelling bij het opstellen van een Mededeling over publieke omroep, in het bijzonder als het gaat om de rol en omschrijving van de taakstelling van de publieke omroep? Zo ja, waar bestaat die terughoudendheid in dit geval uit? Zo nee, waarom kiest u in dit geval voor een andere aanpak?
8. Wat onderneemt u om de als gevolg van deze consultatieronde bij de openbare omroepen en de EU- lidstaten ontstane vragen te beantwoorden en hun verontrusting weg te nemen?

Handtekening(en): Datum: 14-02-2008