Europese subsidies voor TU/e-onderzoek
Geplaatst: 03 maart, 2008
De TU/e krijgt minstens één subsidie bij de eerste ronde van de
Starting Grant Competition van de European Research Council (ERC).
Dr.ir. Luc Brunsveld, vanaf juli hoogleraar bij Biomedische
Technologie, krijgt 1,25 miljoen euro. Dr.ir. Frank Geels van
Technologie Management staat hoog op de reservelijst.
Geels maakt goede kans op een subsidie van negen ton.
Brunsveld gaat in juli van start als hoogleraar Chemische Biologie.
Zijn nieuwe groep van zes reeds geplande onderzoekers krijgt nu een
flinke zet in de rug. Met de startersubsidie kan hij vier extra
promovendi of postdocs aanstellen. Brunsveld, die in 2001 promoveerde
aan de faculteit Scheikundige Technologie van de TU/e, gaat zich
richten op de onderlinge interacties tussen eiwitten. Die spelen een
grote rol bij ziektes en het voorkomen ervan.
Bij de directe toekenningen van de subsidie valt Geels net buiten de
boot. De ERC zoekt echter voor ongeveer honderd aanvragen naar extra
financiering. Geels staat zodanig hoog op de ranglijst, dat hij
daardoor waarschijnlijk toch een subsidie van ruim negen ton krijgt.
Daarmee kan hij vijf jaar lang een groot deel van zijn eigen salaris
financieren en twee promovendi aanstellen. Geels gaat met de subsidie
onderzoeken hoe duurzame innovaties een voet aan de grond kunnen
krijgen in niet-duurzame conservatieve sectoren zoals transport,
energievoorziening en landbouw.
De ERC financiert onderzoeksvoorstellen van individuele onderzoekers.
De ERC-startersubsidies zijn bedoeld om excellente onderzoekers, die
twee tot negen jaar geleden zijn gepromoveerd, te ondersteunen bij het
opzetten van een eigen onderzoekslijn. Bij deze eerste ronde was er
flinke concurrentie. Van de ruim 9000 aanvragen zijn slechts 200
gehonoreerd. 230 aanvragen belandden op de reservelijst.
Volgens het ministerie van OCW hebben Nederlandse onderzoekers bij
deze subsidieronde zeer goed gepresteerd. Met negen procent van het
totale aantal gehonoreerde voorstellen staat Nederland in Europa op de
vierde plaats.
Disclaimer
Print deze paginaOver de site
Technische Universiteit Eindhoven