Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over bekeuringen

3 maart 2008

Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over bekeuringen. (Ingezonden 18 februari 2008)


1 Vindt u het wenselijk dat politieagenten mogelijk meer bonnen moeten uitschrijven, om de minder uitgeschreven bonnen als gevolg van de politieacties te compenseren?

Antwoord vraag 1.

Ik ben van mening dat overtredingen moeten worden bestraft. Dat is in het belang van de veiligheid en dus ook voor burgers. Handhaven houdt in dat er bekeurd wordt bij overtreding van de regels. Boetes en transactie op basis van staandehoudingen zijn dus altijd terechte bekeuringen. Indien burgers zich aan regels houden kunnen zij niet de dupe worden van de politieacties.

Als het gaat over de aanpak van verkeersovertredingen heeft het Openbaar Ministerie als bevoegd gezag afspraken gemaakt met de korpsen.

Zie tevens antwoord op vraag 2 van het lid Griffith (VVD) no. 2070810710


2 Hoe gaat u voorkomen dat korpsen een inhaalslag organiseren om het aantal bekeuringen in te lopen dat door de politiestaking niet is uitgedeeld?

Antwoord vraag 2.

Dit is een beslissing van het bevoegd gezag; in deze de Hoofdofficier van justitie, al dan niet in de lokale driehoek of het regionaal college. De capaciteitsinzet van de politie wordt door het bevoegd gezag bepaald.


3 Waarom is het aantal uit te schrijven bonnen niet meer opgenomen in de prestatiecontracten?

Antwoord vraag 3.

De landelijke doelstelling voor het aantal uit staandehouding voortgekomen boetes en transacties is door de politiekorpsen in de periode 2003 tot en met 2006 ruimschoots gehaald. Deze goede prestatie van de Nederlandse politie heeft geresulteerd in een blijvende intensivering van het toezicht en de handhaving in het publieke domein en is de reden dat de afspraak niet hoeft te worden voortgezet.


4 Waarom eist de regering dan toch dat korpsen meer geld ophalen met het uitschrijven van bonnen?

Antwoord vraag 4.

Deze eis wordt niet gesteld. De opbrengst van het aantal boetes is de afgelopen jaren toegenomen. Hiermee is in de Rijksbegroting rekening gehouden. Overigens komt een deel van de boetes voor verkeersovertredingen uit de zgn. flitspalen. Flitspalen werken ook tijdens politieacties.


5 In welke korpsen wordt gewerkt met welke quota voor het aantal uit te schrijven bonnen? Wat zijn de verschillen in de quota tussen de verschillende korpsen? Waarom legt u de verantwoordelijkheid voor deze quota bij de korpsbeheerders? Waarom neemt u niet zelf de verantwoordelijkheid om het, volgens de politiebond ACP, onnodig vaak uitdelen van bonnen te voorkomen?

Antwoord vraag 5.

De invulling voor de regionale doelstellingen is een verantwoordelijkheid voor het bevoegde gezag in de regio. Bekeuringen worden uitgeschreven bij overtreding van de regels en zijn derhalve nodig voor het handhaven van het gezag in het verkeer of in de openbare ruimte. Dit met als doel het terugdringen van overlast en verstoringen van de openbare orde in het publieke domein en het vergroten van de verkeersveiligheid.

Daarnaast maakt de politie een professionele afweging bij het bekeuren middels een staandehouding. Het geven van een boete is niet altijd wenselijk of effectief. Een waarschuwing is vaak voldoende. De aantallen boetes en transacties geven dan ook geen volledig beeld van het werk van de politie op het gebied van toezicht en handhaving.


1) de Volkskrant, 14 februari 2008: `Dit geld is al schrapend bij elkaar gekregen'


2) de Volkskrant, 10 december 2007: `Politiebond: agent moet te vaak bon uitschrijven'

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Griffith (VVD), ingezonden 6 februari 2008 (vraagnummer
2070810710)

Naar boven

Zie ook
Zie het origineel



* Antwoorden op kamervragen over het inhalen van door de politieacties misgelopen boetes voor verkeerscontroles
---

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties