Ministerie van Financiën

04-03-2008

Antwoorden op Kamervragen over de tarieven van de vennootschapsbelasting

Antwoorden op de vragen van het lid Tang (PvdA) aan de staatssecretaris van Financiën over de tarieven van de vennootschapsbelasting.

(Ingezonden 5 februari 2008)
Vraag 1
Kent u het onderzoek "Corporate tax policy and incorporation in the EU", dat door het International Institute for Public Finance bekroond is met de 'Richard and Peggy Musgrave Prize' voor het beste artikel van dat jaar op het terrein van de openbare financiën?1 Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat verlaging van de tarieven van de Vennootschapsbelasting een prikkel geeft aan ondernemers om een Besloten vennootschap (BV) op te richten in plaats van hun onderneming in de Inkomstenbelasting (IB) te houden? Antwoord
De keuze tussen een BV of een IB-onderneming is afhankelijk van individuele voorkeuren en omstandigheden, waarbij naast fiscale ook andere motieven een rol spelen. De winst van de IB-ondernemer valt integraal onder de inkomstenbelasting (box 1). De winst van de BV valt integraal onder de vennootschapsbelasting. De door de BV uitgekeerde winst valt vervolgens onder de inkomstenbelasting (box 2). Daarnaast zijn ook tal van meer specifieke fiscale regelingen van invloed op de uiteindelijke belastingdruk van de IB-ondernemer en de combinatie BV/directeur-grootaandeelhouder. Wat betreft het verschil in belastingdruk tussen de IB- en Vpb-ondernemer kan globaal onderscheid gemaakt worden tussen:
1) Een traject waarbij IB-ondernemerschap altijd voordeliger is;
2) Een traject waarbij Vpb-ondernemerschap altijd voordeliger is;
3) Een traject waarbij de keuze van de rechtsvorm in beginsel afhangt van de keuze om winst uit te keren of op te potten. Een verlaging van de tarieven van de vennootschapsbelasting zonder flankerende maatregel in de inkomstenbelasting zal op zich tot gevolg hebben dat het traject waarbij Vpb-ondernermerschap fiscaal aantrekkelijker wordt of kan zijn dan IB-ondernemerschap, eerder zal worden bereikt. Overigens is in de Wet werken aan winst (30 572, Stb. 631) gestreefd naar een evenwichtige behandeling van IB- en Vpb-ondernemingen, door de algemene tariefverlagingen in de vennootschapsbelasting te combineren met de introductie van een aparte MKB-winstvrijstelling in de inkomstenbelasting. Voorts moet worden opgemerkt dat de Vpb-ondernemer (DGA) gehouden is tot de gebruikelijk-loonregeling in de loonbelasting (zonder specifieke ondernemersfaciliteiten), terwijl de
1 CPB Discussion Paper 97, Corporate tax policy and incorporation in the EU, http://www.cpb.nl/nl/news/2008_02.html.
IB-ondernemer, naast de genoemde MKB-winstvrijstelling, nog van diverse andere fiscale faciliteiten voor zelfstandigen kan genieten. Vraag 3
Kunt u aangeven wat de ontwikkeling is van het aantal vennootschappen ten opzichte van het aantal IB-ondernemingen sinds 1997?
Antwoord
Onderstaande tabel bevat CBS-informatie over de ontwikkeling van het aantal besloten vennootschappen (BV's), eenmanszaken, maatschappen en vennootschappen onder firma (VOF's) voor de jaren 1997-2006. BV's zijn per definitie belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting en eenmanszaken per definitie voor de inkomstenbelasting. De winst van maatschappen en vof's kan afhankelijk van de juridische status van de achterliggende maten of firmanten zowel onder de inkomsten- als vennootschapsbelasting vallen. Ontwikkeling aantal BV's, Eenmanszaken, Maatschappen en VOF's voor de jaren 1997-2006 Jaar BV's Eenmanszaken Maatschappen VOF's
1997 133.825 313.880 35.885 102.030
1998 146.970 319.925 36.015 111.325
1999 153.560 322.950 35.960 113.925
2000 159.670 321.155 35.525 118.430
2001 166.615 317.170 34.870 123.020
2002 174.950 317.435 34.905 120.545
2003 168.780 318.225 33.845 123.440
2004 169.790 334.980 33.085 120.790
2005 171.730 345.580 33.065 122.045
2006 179.260 365.940 31.820 121.235
Bron: CBS, Statline (2008)

Vraag 4
Is het waar dat IB-ondernemers hun onderneming sneller omzetten in een BV en dat daardoor de opbrengsten in de inkomstenbelasting dalen? Kunt u uw antwoord met cijfers onderbouwen?
Antwoord
Uit de thans beschikbare informatie kan niet worden afgeleid of IB-ondernemers hun onderneming sneller omzetten in een BV. Wel kan uit de fiscale aangifte- en aanslaggegevens worden afgeleid dat de belastbare winstgrondslagen van zowel de vennootschapsbelasting als de inkomstenbelasting de afgelopen jaren stijgen.