Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Brief aan de Tweede Kamer over de wetswijziging Nifiv
3 maart 2008
In de memorie van toelichting op de wetswijziging van de Brandweerwet
1985, verband houdende met de herpositionering van het Nederlands
instituut fysieke veiligheid (Nifv), heb ik aangegeven dat het Nifv de
samenwerking met andere publieke kennisinstituten zal dienen te
zoeken. Tijdens het plenaire debat heeft de heer Van Raak (SP)
aangegeven, dit laatste als "vaag taalgebruik" te beschouwen, hetgeen
mogelijk op problemen zou kunnen duiden.
Teneinde deze zorg bij de heer Van Raak weg te nemen heb ik toegezegd
uw Kamer een overzicht te zenden van de binnen de, wat is aangeduid
als zwaailichtensector, actieve kenniscentra waarmee het Nifv de
samenwerking zal moeten zoeken.
Deze reactie op het verzoek van de heer Van Raak, waarvoor een opgave
is gevraagd aan het Nifv, heeft langer op zich laten wachten dan ik
wenselijk acht. Mijn verontschuldigingen hiervoor. Aan deze lange(re)
reactietermijn ligt mede ten grondslag dat het aantal kenniscentra
momenteel sterk fluctueert en dan ook niet als een vast gegeven kan
worden gehanteerd. Dit is niet in de laatste plaats als gevolg van
diverse stelselwijzigingen die momenteel binnen de veiligheidssector
plaatsvinden.
Tegen deze achtergrond heb ik de totstandkoming van enkele concrete
samen-werkingsverbanden afgewacht.
De afgelopen periode heeft het Nifv een samenwerkingsverband met de
volgende (kennis)centra weten te realiseren:
A. op het terrein van het onderwijs en oefenen
1. Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB), in het kader van
de Mastersopleiding Crises and Disaster Management;
2. Technische Universiteit Delft, ten behoeve van de opleiding Master
of Public Safety en de Leerstoel Veiligheid en Rampenbestrijding;
3. Politieacademie, op het terrein van de Opleidingen
Crisisbeheersing en Rampenbestrijding, de Officier van
Diensttrainingen, het Operationeel Oefenen van Officieren van
Dienst en het tijdschrift voor Veiligheid en Veiligheidszorg;
4. Politieacademie en defensieacademie, in het kader van het
multidisci-plinair opleiden en oefenen;
5. Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, in het kader van het
bestuurlijk oefenen bij crises;
6. Novi Hogeschool, ten behoeve van de aansluiting tussen de
officiers-opleidingen en reguliere Hbo-opleidingen;
7. met de Saxion Hogescholen, in het kader van de leergangen
organisatie-management;
8. Bureau Interim, met betrekking tot de opleiding Brandweerofficier
als manager;
9. PTC^+, ten behoeve van de opleiding EHBO grote huisdieren;
10. Ricas, in het kader van de bijscholing van bevelvoerders en de
Ricas-instructeurs;
11. RISC Fire & Safety, voor bijscholing van bevelvoerders en
RISC-instructeurs;
12. Radbouduniversiteit, waarbij Provinciale oefeningen, het Crisislab
en bestuurlijke oefeningen centraal staan;
13. Universiteit van Leiden, dit ten behoeve van het steunpunt
effectief oefenen en de opleiding procesmanager oefenen;
14. samenwerkende landelijke opleidingsinstituten (LSOP-PIOg, Nai-SoZa
en de Koninklijke Marechaussee), in het kader van de opleidingen
C2000;
15. TNO, ten behoeve van de ontwikkeling van de Interactive Disaster
Management-trainer;
16. Environment, Tectonics Coöperation, voor de ontwikkeling van het
virtueel oefenen;
17. Holland Railconsult, ten behoeve van het virtueel oefenen CO ;
18. Vereniging Nederlandse Gemeenten, ten behoeve van het project
kwaliteit brandweer;
19. European Fire Service College Association, in het kader van het
project Leonardo da Vinci en
20. Radbouduniversiteit en CMG Logica, ten behoeve van het project
"Ruimte voor Geo Info".
B. Op het terrein van onderzoek en kennisverwerving
1. Brandweer Amsterdam de Vrije Universiteit Amsterdam. Dit
ten behoeve van de Leerstoel Crisisbeheersing en Fysieke
Veiligheid;
2. Politieacademie en defensieacademie in het kader van
civiel-militaire samenwerking op het gebied van veiligheid,
crisisbeheersing en rampenbestrijding;
3. Politieacademie met betrekking tot het gezamenlijke lectoraat
Crisisbeheersing;
4. Stichting Major Incident Medical Management and support, een
samenwerkingsverband met ziekenhuizen;
5. Raad van Geneeskundig Functionarissen, ten behoeve van de
ontwikkeling van het kenniscentrum GHOR, het project
Vakbekwaamheid GHOR en het ontwikkelen en implementeren van
efficiënte oefenmethoden voor de geneeskundige sector;
6. European Design Centre, in het kader van de ontwikkeling van
augmented reality;
7. Nederlandse vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding,
dit in het kader van de vorming en onderhoud van expert-netwerken
en het brandweerkennisnet;
8. Consument en Veiligheid en de Nederlandse Brandwondenstichting,
in het kader van het project Nationale Brandpreventieweek;
9. Stichting Emergo Train System in het kader van geneeskundige inzet
bij rampen en grote incidenten
10. Instituut voor Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en
Rampen en de National School of Public and Occupational Health,
ten behoeve van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en
Rampen.
Uit de bovenstaande opsomming van resultaten moge blijken dat de
samenwer-kingsverbanden een suppletoir karakter hebben. Hierbij zal
overlap van taken en verantwoordelijkheden van andere, publieke danwel
private, kenniscentra vermeden worden.
Ten slotte behoort ook, in het kader van zowel opleiden, oefenen,
onderzoek en kennisverwerving, op termijn de samenwerking met het
SKV-netwerk (waarin de Hogeschool Zeeland, Avans Hogeschool,
Hogeschool van Utrecht, Haagse Hogeschool, Inholland Rotterdam,
Hogeschool Windesheim, Saxion Hogeschool, Noordelijke Hogeschool
Leeuwarden, Politieacademie, TNO en de Katholieke Hogeschool Zuid-West
Vlaanderen participeren) en de Nederlandse Vereniging voor Integrale
Veiligheid (dat bestaat uit de Avans Hogeschool, de Thorbecke
Academie, de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, de Saxion Hogeschool
en de Politieacademie) tot de mogelijkheden.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties