Erasmus Universiteit Rotterdam

België telt relatief meer irreguliere migranten dan Nederland

In België zijn relatief meer irreguliere migranten aanwezig dan in Nederland, vooral omdat zij daar meer mogelijkheden hebben. Dit blijkt uit het rapport Irreguliere immigranten in België, Inbedding, uitsluiting en criminaliteit van de sociologen drs. Masja van Meeteren, prof.dr. Marion van San en prof.dr. Godfried Engbersen, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij verrichtten hun onderzoek in opdracht van het Belgische Ministerie van Binnenlandse Zaken en het Vlaamse Ministerie van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering. Het rapport wordt op donderdag 6 maart 2008 gepresenteerd in het Vlaamse parlement.

De sociologen was gevraagd de aard en omvang van het probleem van irreguliere migratie in België in kaart te brengen. Met `irreguliere migranten' worden niet alleen migranten bedoeld die onwettig in een land verblijven. Het gaat ook om de groeiende groep - vaak Oost-Europese - migranten, die wel wettig verblijven, maar illegale arbeid verrichten. De onderzoekers keken ook naar de rol van etnische gemeenschappen, de praktijken en dilemma's van instellingen die ondersteuning bieden aan irreguliere migranten, en de verwevenheid van irreguliere migratie en criminaliteit.

De onderzoekers schatten dat er ruim honderd duizend personen onwettig in België verblijven. Dit betekent dat er verhoudingsgewijs meer irreguliere immigranten in België zijn dan in Nederland. Dit is volgens de onderzoekers te begrijpen uit de relatieve grootte van de Belgische informele economie: omdat `zwart werk' in België vaker voorkomt kunnen irreguliere migranten makkelijker in hun levensonderhoud voorzien. Ook zijn er de laatste jaren meer mogelijkheden tot regularisatie geweest in België dan in Nederland. Volgens de onderzoekers zijn er indicaties dat hier een zekere aanzuigende werking van uit is gegaan. Daarnaast zijn voorzieningen als medische zorg voor irreguliere migranten toegankelijker in Vlaanderen en Brussel dan in Nederland. Op beperkte schaal blijkt er sprake te zijn van `medisch toerisme', waarbij in Nederland verblijvende irreguliere migranten naar België gaan voor hun medische zorgen.

Lang niet alle irreguliere migranten in België maken echter gebruik van voorzieningen. Van de groepen irreguliere migranten die werden onderzocht vinden Turken meestal steun in eigen kring. Bulgaren vinden vaak werk en een woning via het commerciële circuit. Deze groepen kloppen vrijwel nooit aan bij instanties voor hulp. Congolezen, die in het onderzoek bijna allemaal uitgeprocedeerde asielzoeker zijn, doen wel een beroep op voorzieningen. Uit interviews met ruim vijftig Vlaamse en Brusselse instanties blijkt dan ook dat instanties vooral met uitgeprocedeerde asielzoekers te maken hebben. Met investeringsmigranten, die naar België komen om in korte tijd veel geld te verdienen en dan terug te keren, komen zij bijna nooit in aanraking. Criminaliteit onder irreguliere immigranten komt in België minder voor dan in Nederland. Vermoedelijk behoeden de Belgische opvangvoorzieningen irreguliere migranten die niet kunnen terugvallen op steun van familie en vrienden voor een leven in de criminaliteit.

Het rapport leert voorts dat het vraagstuk van irreguliere migranten niet kan worden opgelost door louter over te gaan tot regularisatie. De onderzoekers suggereren dat de oplossing veeleer ligt in een combinatie van verschillende beleidsstrategieën: naast regularisatie van een specifieke categorie bevelen zij aan de lokale vangnetten te ondersteunen en meer mogelijkheden te creëren voor tijdelijke legale arbeidsmigratie. Dit kan ondersteund worden door terugkeerbeleid dat niet alleen is gericht op repressie, maar ook op vrijwillige terugkeer van irreguliere migranten. Op korte termijn is het noodzakelijk om de huidige wachttijden in de regularisatieprocedure te bekorten - deze kunnen op dit moment oplopen tot drie jaar - en om het aantal `oneigenlijke' aanvragen tot regularisatie te verkleinen.