Gemeente Oldenzaal
PROATSTUK
5 maart 2008
STADSVISIE 2025
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Inhoudsopgave
1. Inleiding......................................................................................................3
2. Toelichting op het proces van de Stadsvisie....................................................4
3. Leeswijzer; de essentie van het Proatstuk......................................................6
4. Oldenzaal, toen en nu...................................................................................7
5. Het sociale domein.......................................................................................8
5.1 Onderwijs en jeugd (zorg) .............................................................................8
5.2 Zorg en maatschappelijke participatie.............................................................13
5.3 Sport.......................................................................................................17
5.4 Cultuur, recreatie en toerisme ......................................................................19
6. Het domein economie en werk.....................................................................22
7. Het fysiek domein.......................................................................................26
7.1 Demografie...............................................................................................26
7.2 Ligging en kwaliteiten..................................................................................28
7.3 Binnenstad en wijken..................................................................................30
7.4 Verkeer en Vervoer....................................................................................32
7.5 Milieu......................................................................................................34
8. Het bestuurlijk domein................................................................................38
8.1 De positie van Oldenzaal in Twente...............................................................38
8.2 De rol van het gemeentebestuur in de Oldenzaalse samenleving.........................41
8.3 Integrale veiligheid.....................................................................................43
---
PROATSTUK STADSVISIE 2025
1. Inleiding
Het gemeentebestuur van Oldenzaal heeft al enige tijd de wens om een stadsvisie op te
stellen. Een inspirerend "punt aan de horizon" dat richting geeft aan huidige en toekom-
stige beleidsprocessen. Een document dat een afwegingskader vormt en daarmee de
verbinding is tussen allerlei op het oog los van elkaar staande ontwikkelingen.
De Stadsvisie zal enerzijds aandacht schenken aan nieuwe trends zoals de demografi-
sche ontwikkelingen, en anderzijds het verlangen beantwoorden naar een integraal do-
cument dat als paraplu kan fungeren voor al het reeds bestaande beleid en dat tevens
toetsend dient te zijn voor nieuwe ontwikkelingen.
Bij het proces van de totstandkoming van de Stadsvisie is gekozen voor een driedeling;
In de proloog is het plan van aanpak vastgesteld en in een aantal interne bijeenkomsten
met collegeleden en ambtenaren is dit Proatstuk voorbereid waarin discussiepunten ver-
woord en toegelicht zijn. Het voorliggende stuk is in overleg met een begeleidingscom-
missie uit de raad (fractievoorzitters of hun vertegenwoordigers) tot stand gekomen.
Dit "proatstuk" vormt de basis voor de dialoog. In de dialoog zal op verschillende manie-
ren met de Oldenzaalse bevolking over de toekomst van Oldenzaal worden gesproken.
Na dit interactieve proces zullen de uitkomsten verwerkt worden tot een concept-
Stadsvisie welke teruggelegd zal worden aan een kleine groep betrokkenen.
In de epiloog zal de besluitvorming plaatsvinden. Dan zal de concept-Stadsvisie behan-
deld worden door het college van B&W waarna de definitieve stadsvisie in het politiek
forum en de gemeenteraad vastgesteld kan worden.
Voor het volledige plan van aanpak verwijzen wij u naar de gewijzigde Startnotitie Stads-
visie 2025, welke op 7 februari is vastgesteld door de gemeenteraad van Oldenzaal en te
vinden is op www.oldenzaal.nl.
3
PROATSTUK STADSVISIE 2025
2. Toelichting op het proces van de Stadsvisie
Voor u ligt het Proatstuk waarmee de gemeente Oldenzaal de dialoog aan wil gaan met
Oldenzalers. De dialoog wil zij houden om zoveel mogelijk uw ideeën te ontvangen over
de toekomst van onze stad.
In deze dialoog willen wij met veel Oldenzalers praten over hun ideeën over het Olden-
zaal van 2025. Wij zijn er van overtuigd dat er veel opvattingen zijn over hoe de toekomst
er het beste uit kan zien en wat daarvoor moet gebeuren of moet worden nagelaten.
Maar we zijn er ook van overtuigd dat niet alle ideeën werkelijkheid kunnen en zullen
worden. Er moeten rode draden uitgehaald worden en er zullen keuzes gemaakt moeten
worden. Niet alles kan en niet alles kan tegelijk. Dat is aan het eind de rol van de ge-
meenteraad. De raad kan dat het beste doen als de oogst van de dialoog goed is.
Deze dialoog wil de gemeente op een aantal manier voeren:
Met de bevolking d.m.v. huiskamergesprekken
Wij nodigen inwoners van Oldenzaal uit om naar analogie van de zgn. "tupperwarepar-
ties" vrienden, buren en familie bij hen thuis te vragen om een avond over de toekomst
van Oldenzaal te praten. Wij nodigen raadsleden uit om deze avonden bij te wonen en
zelfs voor te zitten (als technisch voorzitter). Deze formule is op andere plaatsen zeer
succesvol gebleken. Het is de bedoeling om echt naar de huiskamers toe te gaan. Erva-
ringen op andere plaatsen waren uitermate positief; selectie van te bespreken onderwer-
pen en structurering van het gesprek is voorwaarde voor een goede "opbrengst". Raads-
en collegeleden hebben zich aangemeld voor het. Zij zullen een uitgebreide instructie
krijgen en tijdens een huiskamergesprek ondersteund worden door een ambtenaar.
Voor wie: voor iedereen die geïnteresseerd is in de toekomst van Oldenzaal
Wanneer: tussen 17 maart en 2 april
Hoe aanmelden: via emailadres stadsvisie@oldenzaal.nl of bel 0541 588111
Door ronde tafelgesprekken met afvaardigingen uit het georganiseerd maatschap-
pelijk middenveld
Plm. 10 ronde tafelgesprekken met steeds plm. 10 personen uit het georganiseerde
maatschappelijke middenveld. Aan elk van deze gesprekken neemt ook een lid van het
college deel. Zijn rol is niet het "verdedigen" van het gemeentelijk beleid. Hij is vooral
aanwezig om te luisteren en eventuele vragen te beantwoorden. Met zijn aanwezigheid
wordt ook benadrukt dat het college het op prijs stelt dat de Oldenzaalse samenleving
mee wil praten over de toekomst. Indien raadsfracties geïnteresseerd zijn kunnen zij als
toehoorder bij de ronde tafelgesprekken aanwezig zijn. Daarbij is het maximum van 1
persoon per fractie afgesproken.
Voor wie: een geselecteerde afvaardiging die een uitnodiging heeft ontvangen
Wanneer: tussen 17 maart en 2 april
4
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Door ronde tafelgesprekken met bijzondere vertegenwoordigers uit Oldenzaal en
van buiten Oldenzaal
Twee ronde tafelgesprekken en eventueel enkele losse interviews met een aantal bijzon-
dere vertegenwoordigers uit Oldenzaal maar ook van buiten Oldenzaal. Zij zijn geen di-
recte vertegenwoordigers van een bepaalde groepering maar worden, gelet op hun posi-
tie en/of professie, geacht breed en strategisch te kunnen kijken naar de positie van Ol-
denzaal.
Voor wie: een bijzondere afvaardiging die een uitnodiging zal ontvangen
Wanneer: op 26 en 31 maart
Door ronde tafelgesprekken met raadsleden
Twee ronde tafelgesprekken met groepen uit de raad of de volledige raad. Enerzijds om
hen te informeren over hoe het gaat met het stadsvisieproces, anderzijds om van hen te
vernemen welke opvattingen er over de toekomst van Oldenzaal leven.
Voor wie: raadsleden
Wanneer: op 27 maart en 1 april
Door het internetpanel in te zetten
Daarnaast zal gebruik gemaakt worden van het reeds bestaande internetpanel om speci-
fieke en actuele onderwerpen te bevragen aan een grote groep Oldenzaalse inwoners.
Voor wie: voor iedereen die mee wil doen aan het internetpanel
Wanneer: tussen 17 en 31 maart
Hoe aanmelden: via de website www.oldenzaal.nl
Overige reacties
Voor een ieder die niet wil of kan deelnemen aan bovengenoemde gesprekken bestaat er
op ieder moment gedurende de periode tot 2 april de mogelijkheid om te reageren via de
website www.oldenzaal.nl, via de mail stadsvisie@oldenzaal.nl of een brief te sturen.
Daarnaast zal in de stadhuishal een exemplaar van dit Proatstuk ter inzage leggen, met
bijbehorende reactieformulieren welke door een ieder in te vullen zijn en achter te laten in
bijbehorende bus.
5
PROATSTUK STADSVISIE 2025
3. Leeswijzer, de essentie van het Proatstuk
Dit Proatstuk is bedoeld als "vliegwiel" voor de dialoog. Het geeft een overzicht van wat
Oldenzaal nu is en waar Oldenzaal nu staat. Zo'n weergave in een beperkt aantal blad-
zijden geeft wel een beeld, maar zal altijd zijn beperkingen kennen en onvolledig zijn. Dat
is ook niet erg: het is een hulpmiddel om in de sfeer te komen om de dialoog aan te gaan.
We hebben gekozen voor een verdeling in vier domeinen: sociaal, economisch, fysiek en
bestuurlijk. Een gebruikelijke onderverdeling voor dit soort processen. Ook hier geldt, er
is een zekere ordening en onderverdeling nodig om een totaalbeeld overzichtelijk en toe-
gankelijk te kunnen presenteren. Gelijktijdig doet een onderverdeling niet volledig recht
aan de complexe samenhangen die er soms bestaan.
Tenslotte is er een grote hoeveelheid vragen opgenomen die naar onze mening voor de
toekomst van Oldenzaal relevant zijn en om een antwoord of een standpunt vragen. Ook
hier geldt dat sommige vragen belangrijker zijn dan andere en niet iedereen zal dezelfde
vragen belangrijk vinden. En misschien zijn er nog wel andere belangrijkere vragen die
hier nog niet in staan. Dat zal blijken tijdens de dialoog. Het Proatstuk is de basis voor de
discussie, het is niet de discussie zelf. Het Proatstuk moet dan ook niet gezien worden
als een soort eerste concept van de Stadsvisie.
Het gemeentebestuur heeft nu ook nog geen mening of standpunt over de Stadsvisie; wij
bieden slechts en vooral een discussienota, waarvan wij hopen dat hij het enthousiasme
voor het aangaan van de dialoog zal aanwakkeren.
6
PROATSTUK STADSVISIE 2025
4. Oldenzaal, toen en nu
Alvorens nader op de verschillende domeinen in te gaan, is het goed om Oldenzaal in het
kort te typeren.
Reeds in 806 na Christus wordt Oldenzaal, toen omschreven als Aldenseelen, genoemd
in een kloosterdocument uit Münster. De karakteristieke St. Plechelmusbasiliek, waarvan
de bouw in 954 begon, is door de eeuwen heen het middelpunt geweest. Hoewel Olden-
zaal niet aan een waterweg ligt is het toch altijd lid geweest van het west-Europese Han-
zeverbond. Dat heeft te maken met het gegeven dat Oldenzaal reeds in de middeleeu-
wen een knooppunt was van handelsroutes. Door de gunstige ligging aan de A1, vlakbij
de grens met Duitsland is dat nu nog steeds zo.
De gebiedsuitbreiding in 1955 is onontbeerlijk geweest voor de ontwikkeling van Olden-
zaal. Noord- en Zuid-Berghuizen werden Oldenzaals. Het grondgebied groeide van 300
tot 1500 hectare. Oldenzaal was ineens vijfmaal groter. Er ontstonden nieuwe woonge-
bieden, nieuwe industrieën en nieuwe voorzieningen. Toen de structurele problemen in
de textielsector zich aftekenden ging de gemeente over tot een actief wervingsbeleid. De
resultaten zijn op de huidige bedrijventerreinen te zien: veel moderne bedrijven uit diver-
se sectoren met veel werkgelegenheid.
Na 1955 is er meer tot stand gebracht dan in de vorige drie eeuwen bij elkaar. De bouw-
drift had overigens ook bedenkelijke kanten. Ze ging namelijk gepaard met een grote
sloopwoede in de kwetsbare, armelijke binnenstad.
Rondom de stad zijn achtereenvolgens de wijken De Thij en De Essen gerealiseerd en
wordt er nu gebouwd in de jongste wijk de Graven Es. Daarnaast zijn enkele woning- en
appartementenprojecten in de binnenstad gerealiseerd.
In algemene zin kan men stellen dat het "gewoon goed" gaat met Oldenzaal en dat het er
plezierig wonen is. Er is sprake van een goed voorzieningenniveau, het gemiddeld inko-
men is hoog evenals de arbeidsparticipatie. Er is weinig armoede, weinig werkloosheid
en er is weinig criminaliteit. Er is een stedelijk milieu en tegelijk is er nog de menselijke
maat en een sociale infrastructuur met veel verenigingen en vrijwilligers. Kortom een stad
om trots op te zijn!
Maar als we dit willen houden moeten we niet zelfgenoegzaam achterover leunen. Alleen
door een alerte houding, een open oog voor toekomstige ontwikkelingen en adequaat en
zelfverzekerd inspelen op die ontwikkelingen kunnen wij de kwaliteiten van nu maar dan
in de vormen van straks behouden.
Daarom willen wij een toekomstvisie opstellen: de Stadsvisie 2025.
7
PROATSTUK STADSVISIE 2025
5.1 SOCIAAL DOMEIN: ONDERWIJS EN JEUGD(ZORG)
Gegevens:
Demografie:
Uit een eerste verkenning "Bevolkingsprognoses in Twente" (eind 2006), uitgevoerd door
de Regio Twente, blijkt dat de Twentse bevolking naar verwachting tot 2020 toeneemt tot
ongeveer 625.000 inwoners. Ook op Oldenzaals niveau zijn de bevolkingsontwikkelingen
in kaart gebracht. Hiervoor zijn de 5 belangrijkste prognoses op een rij gezet in "Bevol-
kingsprognoses op gemeenteniveau". De omvang voor de totale Oldenzaalse bevolking
zal in 2030 afgenomen zijn tot iets onder de 30.000 inwoners, waarbij het omslagpunt
van groei naar krimp rond 2015 zal zijn (huidige omvang per 01-01-`07 is 31.416). De
maximale omvang van de bevolking zal in 2015 ongeveer 31.700 inwoners zijn;
· Bevolking 0-19 jaar neemt af tot ongeveer 7.000 inwoners in 2030 (huidige omvang
per 01-01-'07 is 7.752);
· Bevolking 20-64 jaar neemt af tot ongeveer 16.000 inwoners in 2030 (huidige omvang
per 01-01-'07 is 18.765);
· Bevolking 65+ neemt toe tot ongeveer 7.000 inwoners in 2030 (huidige omvang per
01-01-'07 is 4.899);
Jeugdige populatie per wijk (situatie januari 2008):
Centrum Zuid- De Thij De Essen De Graven Es Totaal
Berghuizen
0 - 4 jaar 534 231 383 373 404 1925
4 - 12 jaar 635 298 505 563 572 2573
12 - 18 jaar 577 301 516 616 578 2588
18 - 23 jaar 425 194 333 300 172 1424
Totaal 2171 1024 1737 1852 1726 8510
Beroep van de jeugd op de jeugd(gezondheids)zorg:
Het aantal geïndiceerde aanvragen jeugdzorg (jeugdhulpverlening en Jeugd-GGZ) be-
droeg in 2006 109 personen. De relatieve zorgvraag (geïndiceerde zorgaanspraken per
gemeente in Overijssel uitgedrukt in het percentage van het ongewogen aantal jongeren
in die gemeente) bedraagt 1,42% van de 7.025 jeugdigen van 0-18 jaar. Dit percentage is
hoger dan gemiddelde van 1,39% en ligt meer in de lijn van de grotere Overijsselse ge-
meenten. De kleinere gemeenten dan wel plattelandsgemeenten scoren over het alge-
meen rond de 0,5%. Ook in 2005 was de relatieve zorgvraag in Oldenzaal groter.
In 2006 doorliepen 32 Oldenzaalse jeugdigen van 12-18 jaar een geïndiceerd zorgtraject
van Jarabee, te onderscheiden in ambulante zorg (15), dagbehandeling (3) en 24-uurs
zorg (14).
8
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Actuele ontwikkelingen:
In Oldenzaal staat jeugd- en onderwijsbeleid hoog op de politieke agenda. De missie van
de gemeente is de volgende:
Oldenzaal ziet het, vanuit haar specifieke gemeentelijke verantwoordelijkheden, als haar
missie haar jeugdige inwoners volop in staat te stellen zicht te ontplooien tot zelfstandige
individuen, die goed voorbereid zijn op hun toekomst en hun plaats in de samenleving, in
al zijn facetten, weten te vinden.
De gemeente streeft bij voortduring naar afstemming tussen en samenhang in jeugd en
onderwijs. In Oldenzaal wordt gewerkt op diverse terreinen voor de jeugd:
· Onderwijsachterstandenbeleid, te weten voor- en vroegschoolse educatie voor peu-
ters en kleuters en ondersteuning van taalbeleid op school. Het aanbod wordt gedaan
door alle locaties van de peuterspeelzalen van Impuls en een aantal basisscholen.
Beoogd wordt een goede start in groep 3 van de basisschool. Volledig anderstalige
kinderen (adoptie buitenland en gezinshereniging) bezoeken eerst de Schakelschool
in Enschede, waarna ze verder onderwijs volgen in de eigen wijk op de eigen wijk-
school. Nieuw is de internationale school in Enschede. Deze start ingaande het
schooljaar 2008 - 2009. Hier kunnen ook anderstaligen gebruik van maken.
· Brede school ontwikkeling, vooralsnog voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Er
loopt al meerdere jaren een pilot in Zuid-Berghuizen (`Breedwijs'). Een tweede brede
school is gepland in de wijk De Thij. Het gaat ook in deze wijk om de inhoudelijke
samenwerking en om het bouwen van een brede school.
· De Leerplicht en Regionale Meld- en Adviesfunctie werkt nauw samen met het
Twents Carmelcollege, De Sluis en het ROC aan het bestrijden van schoolverzuim en
voortijdig schoolverlaten. Vooral de zorgfunctie (daarnaast kennen we de handha-
vingsfunctie/justitiële functie) krijgt aandacht in Oldenzaal. Dit wil zeggen dat ook
samengewerkt wordt met welzijns- en zorginstellingen en het bedrijfsleven. Tot 18
jaar geldt de leerplicht en daarna wordt de RMC-functie ingezet. Via het Jongeren-
project wordt een goede aansluiting van het onderwijs naar de arbeidsmarkt georga-
niseerd door de gemeente (voorkomen en bestrijden van jeugdwerkloosheid).
· Zorg in en om de school: Oldenzaal kent een jeugdnetwerk (de zgn. KANS-structuur)
en een onderwijsnetwerk waarin instellingen op verschillende niveau's samenwerken
ten behoeve van de jeugd. In de voorschoolse periode wordt door middel van zorg-
coördinatie vroegtijdig gesignaleerd en desgewenst ingegrepen, zowel richting (ge-
zondheids)zorg als richting speciaal onderwijs. Inmiddels zijn er rondom alle basis-
scholen Zorgadviesteams ingericht en heeft het Twents Carmel College een gewij-
zigde zorgstructuur ontwikkeld, waarin de gemeente deelneemt. De gemeente zal in-
zetten op de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin. Hiervoor willen we daar
waar dat kan maatwerk verrichten (vanuit de oude structuur wordt de nieuwe ontwik-
keld). Tripple P zou daarbij de inhoudelijke werkwijze kunnen zijn. Er wordt een Regi-
onale benadering voorgestaan (NOT en Twente).
· Vanaf 2008 zal in Twents verband deel worden genomen aan een Experiment "Pas-
send onderwijs": Het reguliere onderwijs wordt vanaf 2011 verplicht om voor elk kind
passend onderwijs te organiseren (kindnabij, behoefte- en resultaatgericht). Naar
verwachting zullen er subregionale experimenten uitgewerkt worden (b.v. in Noord-
Oost Twente). Vanuit de diverse functies van de gemeente (huisvesting, leerplicht,
RMC, jeugdbeleid) heeft de gemeente hierin ook een taak. Streven is om de indicatie
---
PROATSTUK STADSVISIE 2025
voor onderwijs en jeugd(gezondheids)zorg integraal te laten plaatsvinden (kind cen-
traal). Vandaar de samenhang tussen de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Ge-
zin en Passend Onderwijs.
· Noemenswaardig zijn zeker een aantal specifieke projecten; vinden er een aantal
belangrijke aanpakken plaats van problemen bij de jeugd, het betreft o.a. de aanpak
van alcoholmisbruik.
Inleiding:
Opgroeien en opvoeden is de primaire verantwoordelijkheid van kinderen en hun ouders.
De maatschappelijke verantwoordelijkheid ligt voor een deel op het bord van de lokale
overheid. De gemeente moet zorgdragen voor basisvoorzieningen voor jeugd zoals on-
derwijs, gezondheidszorg en een veilige leefomgeving. Met die voorzieningen worden
jeugdigen (en hun ouders) ondersteund bij het benutten van kansen en het ontplooien
van mogelijkheden. Vele sectoren leveren een wezenlijke bijdrage aan de ontwikkeling
van kansen en mogelijkheden van jeugd.
Naast de jeugd en de ouders zelf zijn de gemeente en vele maatschappelijke organisa-
ties, instituten en beroepsbeoefenaars betrokken en actief op het gebied van jeugd.
Samenwerking tussen die partijen is noodzakelijk om tot een sluitende aanpak te komen.
Wij willen voorkomen dat de nadruk komt te liggen op problemen van en met jeugdigen.
Daardoor zou het belang van algemeen jeugdbeleid onderbelicht kunnen worden. We
willen jeugdigen aanspreken op hun verantwoordelijkheden en daarbij uitgaan van hun
kracht en positieve kwaliteiten (en van hun omgeving). We willen niet vergeten dat er een
verschil is in kansen, een verschil in problemen van meisjes en jongens en dat er cultuur-
verschillen zijn.
Jeugdigen van nu hebben te maken met een snelle technologische ontwikkeling, bergen
informatie, vele keuzemogelijkheden (marktwerking), snel wijzigende beroepsprofielen en
een (over)volle agenda. De jeugdigen die zijn opgegroeid in de jaren '90 van de vorige
eeuw zijn mede gevormd met tijdsbeelden van de maakbaarheid van de samenleving
(meer marktmechanisme, een economische manier van denken), de centrale positie van
het individu, de doorbraak van de informatiemaatschappij en wat verderop in de tijd met
de grenzen aan de maakbaarheid, de roep om normen en waarden, de multiculturele
samenleving en de toenemende druk op de arbeidsmarkt. Deze maatschappelijke trends
waarmee jeugdigen te maken hebben (gehad), hebben gevolgen in de zin van vertrou-
wen in de toekomst, hoge verwachtingen (welvaart, consumptieniveau) en stellen eisen
aan de kwaliteit van producten. Ze hechten waarde aan authenticiteit, trouw en loyaliteit
in hun relationele omgeving.
De gemeente Oldenzaal is al jaren een belangrijke en betrouwbare speler in het veld van
jeugd, onderwijs en educatie en wil ook in de toekomst een rol van betekenis spelen op
die terreinen. Vanuit de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de bevolking wil zij haar
bijdrage leveren aan een optimale ontwikkeling van jeugdigen om hun kansen op een
goede plaats in de samenleving zo veel mogelijk te waarborgen.
10
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Vanuit een eigen visie op jeugd en onderwijsbeleid wil de gemeente samen met de maat-
schappelijke partners tot afspraken komen het onderwijs verder te ontwikkelen, kansen te
benutten en verbeteringen waar nodig aan te brengen. Dit moet mogelijkheden bieden en
voorwaarden scheppen die kinderen en jongeren in staat stellen om zich te ontplooien tot
zelfstandige individuen die voorbereid zijn op de toekomst en hun plaats in de maat-
schappij weten te vinden.
De geïntegreerde aanpak van onderwijs en jeugd komt tot uitdrukking in de ontwikkeling
van zorgadviesteams in en rond de scholen voor primair en voortgezet onderwijs en in de
ontwikkeling van centra voor jeugd en gezin. Ook de toekomstige zorgplicht voor het le-
veren van passend onderwijs van de scholen leidt tot een nauwere samenhang tussen
het jeugd- en onderwijsbeleid.
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. Om in het jeugd- en onderwijsbeleid te slagen, moet er sprake zijn van een goede on-
derlinge samenwerking tussen alle betrokkenen. Afhankelijk van de aard van een speci-
fiek beleidsterrein als onderdeel van het beleid vervult de gemeente een regierol. Lande-
lijk wordt steeds meer gewerkt volgens het principe `marktwerking', waarbij het maat-
schappelijk middenveld verantwoordelijk is voor het eigen aanbod (onderwijs, kinderop-
vang, zorg e.d.) en samenwerking. Verder is de tendens dat in grotere verbanden (re-
gio's) de samenwerking wordt gezocht.
Welke rol ziet u in de toekomst voor de verschillende actoren weggelegd?
2. De opvoeding van de jeugd is een maatschappelijke verantwoordelijkheid van ons al-
lemaal, ook al ligt deze taak primair bij de ouders. Momenteel loopt er een omslag van
het individualistisch denken en opkomen voor jezelf en je rechten naar een zorgzame
samenleving, waarbij ieder zijn steentje bijdraagt. Burgers hebben niet alleen rechten
maar ook plichten ook jegens elkaar. Dat geldt dus ook voor jeugdigen.
Hoe ziet u deze ontwikkeling in de toekomst?
Welke inzet is nodig van zowel ouders als de gemeente om dit doel te kunnen
bereiken?
Op welke manier kunnen jongeren elkaar stimuleren en wijzen op hun eigen
verantwoordelijkheden?
3. Goede voorzieningen zijn randvoorwaardelijk voor goede ontwikkelingsmogelijkheden
voor de jeugd. Daarbij gaat het om zowel de samenhang tussen de verschillende voor-
zieningen waar jeugdigen in een bepaalde fase van hun ontwikkeling gebruik (kunnen)
maken als om de samenhang tussen voorzieningen waar zij achtereenvolgens tijdens
hun levensloop mee te maken hebben). Het huidig niveau van de basisvoorzieningen is
goed. Tendens is dat er steeds hogere kwaliteitseisen worden gesteld aan voorzieningen
voor de jeugd en de samenwerking daartussen.
Hoe ziet dit er in 2025 uit en wat moet er gebeuren om deze nieuwe situatie
te kunnen realiseren?
Wat is de taak van de verschillende actoren?
---
PROATSTUK STADSVISIE 2025
4. In 2011 wordt het regulier onderwijs verplicht passend onderwijs te bieden aan alle
kinderen, ook de kinderen die extra zorg nodig hebben. Tot die tijd zal er onder meer in
Twente een experiment lopen om deze zorgplicht te organiseren. Per regio kan maatwerk
worden verricht om een passend aanbod te organiseren. Verder lopen er de ontwikkelin-
gen van de Centra voor Jeugd en Gezin. Ook hier moet maatwerk worden verricht om de
zorg rondom de kinderen sluitend te organiseren. Beide ontwikkelingen stellen het kind
en de ouder centraal en liggen in elkaars verlengde.
Hoe kijkt u aan tegen deze ontwikkelingen?
Wat is vooral belangrijk voor Oldenzaal, Noord Oost Twente en Twente? Waar-
op moet vooral worden ingezet door wie?
5. Binnen het gemeentelijk onderwijsbeleid wordt ernaar gestreefd dat kinderen minimaal
een startkwalificatie behalen om aansluitend de arbeidsmarkt te betreden. Een belangrijk
aandachtspunt voor het jeugd- en onderwijsbeleid is de aansluiting van het onderwijs op
de arbeidsmarkt. Er is een tendens dat de afstemming tussen het VMBO en het bedrijfs-
leven uit elkaar groeit. Jongeren worden dus soms verkeerd opgeleid en kunnen daar-
door lastig hun intree in de arbeidsmarkt vinden.
Hoe kan er een betere afstemming plaatsvinden tussen het onderwijs en de ar-
beidsmarkt om in de toekomst dit probleem op te lossen?
6. De meeste jeugdigen groeien op in evenwichtige, harmonieuze gezinsverhoudingen en
in goede gezondheid en psychisch welbevinden. Veel jongeren vertonen echter ook on-
gezond gedrag: ze bewegen onvoldoende, eten ongezond, vrijen onveilig, roken en ge-
bruiken drugs en overmatig alcohol. Onze welvaartsmaatschappij zorgt ervoor dat de
jeugd kan kopen wat zij wil. In Amerika is te zien waar dit toe kan leiden.
Wat vindt u de grootste bedreiging voor onze jeugd, en wat vindt u adequate
oplossingen?
Wat kan daarbij uw bijdrage zijn?
7. Uit het leefbaarheids- en veiligheidsonderzoek blijkt dat, ondanks dat Oldenzaal een
relatief kleine stad is, er ook grootstedelijke problematiek speelt. Weliswaar op kleine
schaal, maar het is belangrijk om hier niet aan voorbij te gaan. De meest gehoorde pro-
blemen zijn het alcohol- en drugsgebruik.
Vindt u dat de gevolgen van alcohol- en drugsgebruik ook de grootste proble-
men voor de stad zijn of verwacht u nog andere problemen in de toekomst?
12
PROATSTUK STADSVISIE 2025
5.2 SOCIAAL DOMEIN: ZORG EN MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE
Inleiding:
Volksgezondheid:
Gezondheid is een groot goed voor de samenleving. In de eerste plaats voor de burgers
zelf. Mensen kunnen zich optimaal ontwikkelen en langer zelfstandig meedoen. Wie lan-
ger gezond leeft heeft ook minder maatschappelijke ondersteuning en preventieve zorg
nodig. De gemeente heeft via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet
collectieve preventie volksgezondheid hierin een belangrijke taak.
De Wmo en gezondheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Gezondheid is nodig
om deel te nemen aan de maatschappij en bovendien draagt maatschappelijke onder-
steuning bij aan de psychische, sociale en fysieke gezondheid van burgers.
Wmo:
Het doel van de Wmo is meedoen. Meedoen van alle burgers aan alle facetten van de
samenleving, al of niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Het gaat om het
versterken van de onderlinge betrokkenheid tussen mensen. En als meedoen op eigen
kracht of met behulp van de sociale omgeving niet (meer) lukt is er ondersteuning vanuit
de gemeente.
Vrijwilligers:
Voor de uitvoering van de Wmo zijn vrijwilligers erg belangrijk. Zij vormen het cement van
de samenleving. In de nota vrijwilligersbeleid van de gemeente Oldenzaal staat vermeld
dat de meeste vrijwilligers mannen zijn die tussen de 55-65 jaar oud zijn. Daarbij treffen
we de meeste vrijwilligers aan in de hulpverlening, de leeftijd in deze sector ligt veelal
boven de 55 jaar. In deze sector zijn overigens meer vrouwen dan mannen actief. Over
het algemeen zijn vrijwilligers tevreden over hun werk en worden sociale aspecten (ge-
zelligheid en nuttig voor de doelgroep) als motivatie genoemd. Mannen en jongeren on-
der de 25 jaar zijn veelal in de recreatieve sector actief.
Kwetsbare personen:
Uit de vertaling van een schatting van het landelijk aantal kwetsbare personen naar de
Oldenzaalse situatie blijkt dat 9,2% van de Oldenzaalse bevolking kampt met lichamelijke
beperkingen. 0,8% van de Oldenzaalse bevolking heeft te maken met chronische psychi-
sche problemen, 0,7 % is verstandelijk gehandicapt en 3,1% kampt met psychosociale
problemen. Het totale percentage van het aantal kwetsbare personen in Oldenzaal be-
draagt 20,6%.
In Oldenzaal zijn relatief veel zorgbehoevenden "van buiten" te vinden. Dit wordt veroor-
zaakt door de aanwezigheid van de juiste voorzieningen in Oldenzaal. Daardoor kan het
overkomen dat de bevolkingssamenstelling op dat gebied wat vreemd lijkt.
13
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Uitkeringsgerechtigden:
Per 1 januari 2008 ontvangen 453 personen een uitkering van de gemeente Oldenzaal
ter voorziening in de kosten van het bestaan. 55 personen hiervan zijn 65 jaar of ouder.
De verwachting is dat het aantal uitkeringsgerechtigden zal dalen tot circa 390 in 2011.
De ontwikkeling van de bevolkingsomvang en opbouw:
Uit een eerste verkenning "Bevolkingsprognoses in Twente" (eind 2006), uitgevoerd door
de Regio Twente, blijkt dat het aantal 65-plussers in Oldenzaal toeneemt van 4.752 in
2006 tot ongeveer 7.000 in 2025. Dit betekent dat het aandeel in de totale bevolking toe-
neemt van 15,2% tot ruim 22% in 2025.
De dienstverlening kan onder druk komen te staan, omdat de grijze druk toeneemt van
25% naar circa 40% in 2025. Dit komt mede doordat de (potentiële) beroepsbevolking
afneemt. Het aantal 20-64 jarigen daalt van 18.803 in 2006 tot ongeveer 16.000 in 2025.
Te verwachten is dat dit aanzienlijke gevolgen heeft voor de Oldenzaalse arbeidsmarkt.
Met de verandering van de samenstelling van de bevolking verandert de bezetting van
woningen. Het aantal jonge huishoudens gaat binnen tien jaar dalen. Het aantal oudere
huishoudens stijgt de komende jaren nog aanzienlijk. Oudere mensen wonen met minder
personen in een woning dan jongeren. Door de vergrijzing daalt daarom de gemiddelde
woningbezetting. Het aantal alleenstaanden zal in 2025 35% bedragen. Dit cijfer is met
name van belang als het gaat om de beschikbaarheid van ondersteuning in eigen kring.
De belangrijkste trends voor de toekomst zijn de extramuralisering van de zorg (zorg
dichtbij huis), de individualisering, de druk op vrijwilligers, toenemende druk op mantel-
zorg, combinatie arbeidzorg-gezinstaken, de keuzevrijheid en de terugtredende overheid.
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. De gemeente Oldenzaal streeft naar een maatschappij met een hoge mate van volks-
gezondheid. Het bevorderen, beschermen en bewaken van de lichamelijke en psychoso-
ciale ontwikkeling van alle burgers, zowel op individueel als populatieniveau is daarbij
een belangrijk uitgangspunt.
Waar moeten we voor de toekomst op letten als het gaat om volksgezond-
heid?
2. De Wmo beoogt iedereen volop te laten meedoen aan de samenleving, en appelleert
daarbij aan de eigen kracht en medeverantwoordelijkheid van burgers. De gemeente kan
hierbij verschillende rollen aannemen. Regisserend (tussen allerlei netwerken) stimule-
rend, sturend, steun creërend etc. In deze verschillende rollen zitten een aantal verschil-
lende taken zoals bijvoorbeeld een klantgerichte dienstverlening of het stimuleren van
sociale samenhang.
Welke rol ziet u voor de gemeente weggelegd als het gaat om zorg en parti-
cipatie?
14
PROATSTUK STADSVISIE 2025
3. Cruciaal voor het welslagen van de Wmo is de relatie tussen burgers onderling. Een
goed functionerende "civil society", waarin inwoners elkaar informele zorg bieden, bete-
kent waarschijnlijk dat het beroep op individuele voorzieningen beperkt zal zijn. Over de
bereidheid van burgers om zich voor elkaar in te zetten is zowel veel twijfel als optimis-
me. De cijfers tonen dat Nederland veel onderlinge betrokkenheid kent in de vorm van
informele zorg en verbanden in buurten en vriendengroepen, verenigingsleven en vrijwil-
ligerswerk.
Welke toekomstige bijdrage kunnen zowel de gemeente als maatschappelijke
organisaties leveren aan de `civil society"?
4. Een belangrijke ontwikkeling is de extramuralisering. Extramuralisering wil zeggen dat
er een verschuiving plaatsvindt van intramurale opvang naar zorg dicht bij huis. Mensen
hebben de behoefte om zo lang mogelijk zelfstandig te leven. Vanuit de overheid wordt
zelfstandig wonen, onder meer met de komst van de Wmo en de vernieuwing van de
AWBZ, gestimuleerd. Doordat mensen langer zelfstandig blijven wonen, neemt het aantal
mensen dat voor voorzieningen onder verantwoordelijkheid van de gemeente valt (dus
niet in een zorginstelling) toe. Hiermee neemt de vraag naar ondersteuning vanuit de
Wmo toe. Deze zorg wordt dan namelijk niet meer vanuit de intramurale zorginstelling
geleverd. De extramuralisering geeft de gemeente extra taken, en deze extra taken kos-
ten de gemeente extra geld. Daarbij ontstaan er situaties waarbij individuen door de ex-
tramuralisering wellicht minder zorg ontvangen doordat zij minder zichtbaar zijn voor de
hulpverlening dan in de situatie waarin individuen intramuraal zorg aangeboden krijgen.
De keerzijde is dat mensen over het algemeen graag in hun vertrouwde omgeving blijven
wonen, en dit is nu meer mogelijk dan voorheen.
Wat vindt u de belangrijkste effecten van extramuralisering?
Wat moet de gemeente met deze ontwikkeling in de toekomst?
5. De vergrijzing hoeft wat betreft de zorg niet per definitie een probleem te zijn. Door de
steeds ouder wordende mens, blijkt dat de periode dat de mens veel zorg behoeft ver-
plaatst is van 70-75 jaar naar 80-85 jaar.
De bedreigende kanten van de vergrijzing zijn bekend maar biedt de vergrij-
zing volgens u kansen? Zo ja, welke?
6. Oldenzaal is betrokken bij diverse samenwerkingsverbanden op het gebied van zorg
en participatie. Voorbeelden hiervan zijn de werkmarkt in Oldenzaal en de regionale GGD
in Enschede;
Voor welke voorzieningen op regionale schaal zou Oldenzaal een goede ves-
tigingsplaats kunnen zijn?
7. Oldenzaal kent een zeer succesvol bedrijfsleven. Dit is belangrijk voor de Oldenzaalse
werkgelegenheid en leefbaarheid. Ook voor het bedrijfsleven is het van wezenlijk belang
dat de participatie van de bevolking goed is om de bedrijven succesvol te laten zijn. De
gemeente kan hierbij proberen om meer bedrijven aan te zetten tot een vorm van "maat-
schappelijk ondernemen". Bij maatschappelijk betrokken ondernemen heeft een bedrijf
naast bedrijfsdoelstellingen ook oog voor de lokale samenleving. Daarmee wordt de so-
ciale binding tussen het bedrijf en de samenleving vergroot. Dit kan op het gebied van
15
PROATSTUK STADSVISIE 2025
onderwijs of milieu, maar ook op het gebied van (mantel)zorg- en ouderenvoorzieningen
of vrijwilligerswerk en het in dienst nemen van langdurig werklozen.
Op welke wijze kan de gemeente of de samenleving het maatschappelijk on-
dernemen te bevorderen?
8. Doordat de individualisering toeneemt, is het voor steeds meer vrijwilligersactiviteiten
moeilijk om vrijwilligers te vinden. De bereidheid voor korte, snelle klussen is er over het
algemeen nog wel, maar mensen zijn weinig bereid tot structurele bestuursfuncties. Bin-
nen dit thema ligt een grote kans voor de vergrijzende bevolking. De jonge senioren heb-
ben vaak tijd en kennis die goed benut kan worden voor vele activiteiten.
Hoe kunnen we meer mensen in de toekomst stimuleren tot vrijwilligerswerk?
9. We spreken vaak in termen van allochtonen en autochtonen. Maar uiteindelijk gaat het
niet om gescheiden maar om samen leven als Oldenzalers. Het gaat om ruimte geven en
ruimte nemen om gezamenlijk in het maatschappelijke verkeer te kunnen bewegen. Zelf-
redzaamheid van allochtonen in Oldenzaal is het belangrijkste doel: kansen krijgen en
grijpen, wederkerigheid en respect voor elkaars identiteit zijn wegen om daar te komen.
De gemeente Oldenzaal wil een volwaardig en gedeeld burgerschap bij allochtonen be-
vorderen door middel van een samenhangende strategie gericht op het stimuleren van de
toerusting van minderheden, het versterken van de toenadering tussen minderheden en
autochtonen en het vergroten van de toegankelijkheid van instellingen en voorzieningen
van de samenleving. Dit betekent een concrete invulling geven aan de begrippen toerus-
ting, toenadering en toegankelijkheid. Wij willen dit niet alleen doen maar samen met alle
betrokkenen. We willen immers een stad zijn waar iedereen, allochtoon/autochtoon,
jong/oud, man/vrouw telt. Wij willen met betrokken burgers en maatschappelijke organi-
saties in gesprek gaan over het integratiebeleid.
Wie denkt u dat het beste bij dit proces van integratie en verbetering van de
onderlinge maatschappelijke samenhang betrokken kan worden?
Welke rol hebben de verschillende deelnemers daarin ?
16
PROATSTUK STADSVISIE 2025
5.3 SOCIAAL DOMEIN: SPORT
Inleiding:
Oldenzaal is een bruisende sportstad met een rijk verenigingsleven en een goed voorzie-
ningenniveau. In totaal telt de stad ruim 40 sportverenigingen, 3 sportscholen / fitness-
centra, een sportcentrum voor squash, zaalsporten, een dojo en een overdekt zwembad.
De gemeente telt in totaal 5 sportparken met voorzieningen voor voetbal en hockey, 3
sporthallen, 7 gymnastiekzalen, 2 schietsportaccommodaties, 5 klootschietbanen, 3 ten-
nisparken (21 banen) voor 3 tennisverenigingen en 3 tennisbanen in eigen be-
heer/verhuur. Binnen de grenzen van de gemeente ligt ook het Hulsbeek, een regionaal
recreatiepark van 200 ha met een zwemvijver, ijsbaan, manege, wielerbaan, Outdoor
Challenge Park en andere sportieve en recreatieve voorzieningen.
Oldenzaal is een sportieve stad en kent ruim 11.000 sporters, die gebruik kunnen maken
van een kwalitatief hoogwaardig sportvoorzieningenniveau, waar de gemeente relatief
veel geld aan uitgeeft. Naast een ruim aanbod aan breedtesport heeft Oldenzaal relatief
veel topsportvoorzieningen. Daarbij kan worden gedacht aan turnaccommodaties, sport-
centrum Vondersweijde is geschikt voor interlandwedstrijden volleybal en beschikt over
een doelgroepenbad voor topzwemmers. En een aantal voetbalverenigingen beschikt
over hoogwaardige kunstgrasvelden. In de loop der jaren heeft Oldenzaal veel topspor-
ters voortgebracht. Onder de term breedtesport verstaan we alle sport die niet-
professioneel en niet op topsportniveau wordt beoefend. De overheid is van mening dat
sport veel positieve effecten heeft, bijvoorbeeld op het gebied van integratie, werkgele-
genheid en tolerantie. Daarom stimuleert de overheid deelname aan de breedtesport en
de kwaliteit ervan op verschillende manieren.
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. Sport moet onderdeel uitmaken van de actieve leefstijl van iedere burger waarbij spe-
cifieke aandacht is voor gezondheid (met name overgewicht) waarden, normen, fairplay
en het bevorderen van maatschappelijke participatie, betrokkenheid en integratie. Daar-
naast kent Oldenzaal ook een aantal topsportverenigingen die voor (inter)nationale be-
kendheid zorgen.
Vanuit de gedachte dat ook een gemeentelijke euro maar één keer kan worden uitgege-
ven is de volgende vraag van belang:
Vindt u dat de gemeente vooral de breedtesport moet ondersteunen en sti-
muleren of dient er ook prioriteit aan topsport gegeven te worden?
2. Sporten in en op de gemeentelijke sportaccommodaties is nu nog relatief goedkoop.
Gemiddeld genomen komt nog geen 20% van de totale gemeentelijke lasten terug via
huuropbrengsten e.d. De gemeente draagt hierin dus veel bij. Als het in de toekomst met
de overheidsmiddelen minder wordt, kan sporten misschien wel veel duurder worden.
17
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Vindt u dit acceptabel dat sporters een groter gedeelte van de kostprijs gaan
betalen, of moet de gemeente dan elders bezuinigen om de kosten voor de
sporters gelijk te houden?
3. De trend van individualisering is ook zichtbaar in de sportbeoefening. Steeds meer
mensen kiezen ervoor om te sporten op een door hen zelf uitgekozen moment, met door
hen zelf uitkozen mensen of alleen, zonder lid te zijn van een sportvereniging.
Vindt u dit een goede ontwikkeling welke de gemeente in de toekomst meer
zou moeten faciliteren?
4. We lezen er iedere dag over, het maatschappelijke probleem van overgewicht. De
jeugd beweegt steeds minder. De computer en de TV verdringen het buitenspelen. Bo-
vendien eten we te veel en ongezond. Dit is één van de voorbeelden waar sportvereni-
gingen kunnen helpen bij het oplossen van het maatschappelijk probleem (samen met
het onderwijs) van bewegingsarmoede. Daarnaast kunnen sportverenigingen helpen bij
het aanleren van maatschappelijke waarden (samenwerken, fair play e.d.). De sport
speelt op die manier een belangrijke rol in de maatschappij.
Vindt u dat sportverenigingen een maatschappelijke rol hebben en dat zij hier
in de toekomst steeds meer op deze maatschappelijk rol moeten inspelen?
Hoe ziet die rol eruit en wat hebben sportverenigingen nodig om die rol goed
te kunnen vervullen?
5. Veel verenigingen en instellingen geven aan zij vrijwilligers hard nodig hebben maar
dat het aantal vrijwilligers afneemt, en dat vrijwilligers steeds minder bereid zijn om
structurele, langdurige verbintenissen aan te gaan. Daarnaast is er de trend dat mensen
steeds meer vrije tijd krijgen. Ook met het zicht op de vergrijzing, zullen er steeds meer
senioren zijn die meer vrije tijd hebben.
Vindt u het van belang dat verenigingen over voldoende vrijwilligers kunnen
beschikken?
Hoe kunnen mensen gestimuleerd worden om (meer) vrijwilligerswerk te
doen?
6. De gemeente kiest er nu al voor om juist clustering na te streven zodat verenigingen
gebruik kunnen maken van gemeenschappelijke functies als kleedkamers e.d. Andere
verenigingen kennen hun huidige locatie doordat het vanuit de historie zo gegroeid is.
Op de langere termijn is denkbaar dat er uit kostenoverwegingen meer sprake zal zijn
van clustering.
Hoe kijkt u naar deze ontwikkeling?
Ziet u nog andere factoren die van belang zijn voor het toekomstig accommo-
datiebeleid?
18
PROATSTUK STADSVISIE 2025
5.4 SOCIAAL DOMEIN: CULTUUR, RECREATIE EN TOERISME
Inleiding:
Oldenzaal is een eeuwenoude stad gelegen in het prachtige Twente. Het landschap
rondom Oldenzaal is glooiend, bosrijk en afwisselend met prachtige vergezichten onder
andere op het nabij gelegen Duitse Graftschaft Bentheim. Bij uitstek geschikt om er te
fietsen en te wandelen. De stad zelf is een levendige stad met een rijke historie, dat zich
op die manier al jaren profileert als `Hanzestad Oldenzaal, de Glimlach van Twente'. Een
stad waar het hele jaar door tal van activiteiten en evenementen worden gehouden,
waarvan Carnaval, de Boeskool is lös en Twente Ballooning de bekendste zijn. Olden-
zaal heeft een compact en veelzijdig centrum met meerdere winkelstraten, twee over-
dekte winkelcentra en diverse horecavoorzieningen. Aan de rand van Oldenzaal ligt het
230 ha. grootte recreatiepark Het Hulsbeek. Op het gebied van openluchtrecreatie biedt
dit groene landschapspark van Regio Twente volop mogelijkheden, zoals zwemmen,
zonnen, wielrennen, paardrijden, mountainbiken etc. Naast verschillende horeca- en ver-
blijfsmogelijkheden zijn er op het park ook voorzieningen als outdoor survival, kartring en
een hoogwaardig sauna en beautycentrum.
Boeskoolstad - zoals Oldenzaal ook wel genoemd wordt - wordt door bezoekers vaak
ervaren als `gastvrij, ongedwongen en gezellig'. Over het aantal toeristische
(dag)bezoekers zijn geen exacte gegevens bekend, maar op basis van de bezoekers-
aantallen van de cultuurhistorische bezienswaardigheden kan dit geschat worden op
ruim 25.000. De markante Plechelmusbasiliek is daarvan één van de publiekstrekkers.
Daarnaast trekt het recreatiepark Het Hulsbeek met de verschillende evenementen en
ondernemingen jaarlijks ca. 400.000 bezoekers.
Op het gebied van verblijfsrecreatie beschikt de gemeente over vier hotels, drie cam-
pings, één vijf-sterren bungalowpark en enkele B&B-mogelijkheden. Zij hebben in totali-
teit ruim 500 bedden te bieden en op de campings zijn 150 vaste standplaatsen en
slechts 40 toeristische plaatsen aanwezig. Een schatting geeft aan dat er op jaarbasis
gemiddeld 68.000 overnachtingen plaats vinden. In verhouding tot omliggende gemeen-
ten is het verblijfsrecreatieve aanbod in Oldenzaal beperkt. Een belangrijke potentiële
markt voor Oldenzaal zijn dan ook de toeristen die in de regio verblijven. Oldenzaal heeft
de potentie om zowel de binnenstad als het Hulsbeek verder te ontwikkelen als belangrij-
ke toeristische dagattractie voor deze gasten. Hiervoor is naast profilering van het toeris-
tisch product `Oldenzaal', kwaliteitsverbetering en uitbreiding van het bestaande aanbod
van belang. Het toeristisch-recreatief beleid van de gemeente is gericht op stimulering
van dagrecreatie met de belangrijkste elementen: cultuurhistorische binnenstad, uitgaan-
en winkelen, evenementen en recreatiepark Het Hulsbeek.
De stad Oldenzaal ligt in één van de mooiste natuurgebieden van Nederland. Noordoost
Twente heeft in de nota Ruimte de status van Nationaal Landschap gekregen en de bin-
nenstad van Oldenzaal is daarbinnen benoemd als waardevol cultuurhistorisch object.
19
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Oldenzaal is uniek in het feit dat stad en platteland hier dichtbij elkaar liggen. Vanuit bij-
voorbeeld het station is men snel in het buitengebied. Mede daardoor is er een Toeris-
tisch Overstap Punt bij het station geplaatst; een plek die de toerist gemakkelijk kan be-
reiken en van waaruit diverse recreatieve routes kunnen worden ondernomen. Met reali-
satie van het fiets- en wandelnetwerk Twente in 2007 is Oldenzaal als knooppunt opge-
nomen, waardoor de recreatieve bereikbaarheid sterk is verbeterd.
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. Het historisch karakter van Oldenzaal wordt sterk gewaardeerd. Steeds vaker is de
wens tot "historiseren" geuit. Deze wens kan uitgelegd worden als de wens tot het be-
houd van dat wat er aan historie nu zichtbaar is, maar het kan ook uitgelegd worden als
wens behoud van de beleving van de historie.
Vindt u dat we het historisch erfgoed meer moeten ontwikkelen, behouden en
uitdragen zodat meer Oldenzalers en bezoekers zowel actief als passief
daaraan kunnen deelnemen?
Zo ja, hoe vindt u dat we dit moeten doen?
2. Twente heeft als toeristische regio de ambitie om in de komende jaren te groeien naar
de top 3 van Nederland, met een toeristische omzet groei van 3% per jaar. Daarvoor zijn
investeringen nodig zowel op het gebied van productontwikkeling als promotie. De toeris-
tisch markt wordt daarvoor structureel bewerkt met `Twente, het landgoed van Neder-
land'. In aansluiting op Twente biedt deze groeisector economische kansen voor Olden-
zaal.
Wat betekent "Twente in de top 3 " voor Oldenzaal?
Wat zijn de kansen en de mogelijkheden waar Oldenzaal op in moet zetten?
3. Recreatie en toerisme vervult een belangrijke rol voor de economische ontwikkeling
van de gemeente en waardering van het leefklimaat door de eigen inwoners. Stimulering
schept nieuwe perspectieven en vergroot de werkgelegenheid. Om het toerisme te be-
vorderen is de ontwikkeling en versterking van het toeristisch-recreatief product Olden-
zaal van belang.
Waar moet de gemeente Oldenzaal op inzetten om in 2025 het toeristisch-
recreatief product versterkt te hebben?
4. Voor de stad Oldenzaal zijn er een aantal bijzondere gebieden die er voor kunnen zor-
gen dat ons toeristisch-recreatief product bestaat. Enerzijds is dat onze binnenstad die
bekendheid geniet als gezellige, historische, horeca stad. Daarnaast het Hulsbeek met al
haar mogelijkheden voor dagrecreatie en verblijfsrecreatie. En verder de ligging van Ol-
denzaal als poort naar het Nationaal Landschap Noordoost Twente.
Is dit onze eigen top 3: Binnenstad, Hulsbeek, Poort naar NOT, waar de ge-
meente sterk op zou moeten inzetten?
Of ziet u daarnaast of in plaats daarvan andere sterke punten?
5. Oldenzaal kent door de bijzondere ligging met bijzondere recreatieve voorzieningen
een aantrekkende werking op haar omgeving. Het Hulsbeek is zo'n belangrijke (bovenlo-
20
PROATSTUK STADSVISIE 2025
kale) voorziening. Op dit moment zijn er aanzetten tot de ontwikkeling van nog meer acti-
viteiten in het Hulsbeek. Er moet worden bezien of er in de toekomst nog meer evene-
menten c.q. uitbreiding van de bestaande evenementen kunnen worden gerealiseerd.
Verder in het centrum zijn er een aantal musea, het stadstheater De Bond, en tal van
horecavoorzieningen. Daarbij heeft Oldenzaal een gastvrij imago, ook wel Bourgondisch
genoemd.
Hoe benutten we onze ligging en de kwaliteiten beter?
6. Cultuur is een bindende kracht tussen mensen. Van amateurkunst tot beeldende
kunst, van erfgoed tot bibliotheken. De gemeente probeert het culturele klimaat te bevor-
deren door in te zetten op kwaliteit en diversiteit, vernieuwing en samenwerking.
Hoe denkt u dat in de toekomst het culturele profiel van Oldenzaal er het
beste uit kan zien?
Welke culturele prioriteiten moet de gemeente leggen (bijv. culturele educatie,
amateurkunst, beeldende kunst of cultuur historie)?
7. Veel verenigingen en instellingen geven aan dat het aantal vrijwilligers afneemt, en dat
vrijwilligers steeds minder bereid zijn om structurele, langdurige verbintenissen aan te
gaan. Daarnaast is er de trend dat mensen steeds meer vrije tijd krijgen. Ook met het
zicht op de vergrijzing, zullen er steeds meer senioren zijn die meer vrije tijd hebben.
Hoe kunnen mensen gestimuleerd worden om (meer) vrijwilligerswerk te
doen, en daarmee het bestaansrecht van de Oldenzaalse culturele verenigin-
gen, die voornamelijk uit vrijwilligers bestaan, behouden?
8. Het actieve verenigingsleven komt ook voort uit het feit dat men graag samen met
vrienden en bekenden activiteiten oppakt ("ons kent ons"). Daardoor bestaat het gevaar
dat iedere organisatie met name met zichzelf bezig is en dat er minder aandacht is voor
samenhang en samenwerking in de uitvoering van werkzaamheden of de uiteindelijke
organisatie van de activiteiten.
Hoe is deze samenwerking in de toekomst te verbeteren?
En kan er dan nog veel meer bereikt worden?
21
PROATSTUK STADSVISIE 2025
6. DOMEIN ECONOMIE EN WERK
Inleiding:
Oldenzaal heeft de afgelopen jaren een relatief positieve ontwikkeling doorgemaakt op
het gebied van werkgelegenheid en werkloosheid. Voor een groot deel vertalen de trends
op regionaal en nationaal niveau zich door op het niveau van Oldenzaal, maar Oldenzaal
laat ook specifieke lokale kenmerken zien. Bij het verder ontwikkelen van sociaal-
economisch beleid is het van belang om de mogelijke verklarende factoren een belangrij-
ke plaats te geven.
Tabel: absolute en procentuele ontwikkeling werkgelegenheid en vestigingen in Olden-
zaal, Twente, provincie Overijssel en Nederland in de periode van 2000 tot 2007 (Bron:
www.lisa.nl, Het vestigingenregister van Nederland):
Werkgelegenheid Vestigingen
Absolute Relatieve Absolute Relatieve
ontwikkeling ontwikkeling ontwikkeling ontwikkeling
Oldenzaal 4351 29,0% 344 25,1%
Twente 12735 4,8% 3138 10,1%
Provincie Overijssel 33080 6,8% 6705 12,1%
Nederland 422710 5,8% 125340 14,8%
De positie van Oldenzaal is wat betreft de werkgelegenheid gunstig. De werkgelegenheid
groeit hier harder dan in Twente, Overijssel of Nederland. Deze werkgelegenheid is voor-
al ten goede gekomen aan Oldenzaalse werknemers. Met name de industrie, de zakelijke
dienstverlening en de overige dienstverlening zijn groeisectoren. Ook binnen de welzijns-
zorg is het aantal werkzame personen sterk gestegen. Opvallend is de sterke positie van
de reguliere bedrijvigheid waaronder de maakindustrie. Er is een relatief sterke verwe-
venheid van bedrijven en toeleveranciers, met van daaruit startende en innovatieve on-
dernemingen. Deze situatie is mede het resultaat van een ontwikkeling waarbij de ge-
meente bewust inzet op economische diversiteit en een mix van grote en kleine bedrijven
en op goed luisteren en faciliteren van (plaatselijke) bedrijven. Er is dus alle reden om
deze "succesformule" voort te zetten. Een mogelijk knelpunt is dat deze aanpak succes-
vol is wanneer er geen barrières zijn voor groei. Potentiële drempels worden echter voor-
al gevormd door de beperkte ruimte voor bedrijventerreinen en knelpunten op de ar-
beidsmarkt. Er is na de stagnatie aan het eind van de jaren '90 veel aan bedrijfsterrein
uitgegeven. Over 2001 t/m 2007 ruim 40 hectare. Als de uitgifte in dit tempo doorgaat
heeft Oldenzaal over plm. 10 jaar geen bedrijventerreinen meer beschikbaar. Het knel-
punt op de arbeidsmarkt betreft een huidige kwantitatieve en kwalitatieve beperking in
geschikt (lager en middelbaar) geschoold personeel. Met name wordt momenteel een
slechte aansluiting ondervonden met het onderwijs op de toenemende behoefte aan in-
novatie binnen het bedrijfsleven.
---
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Een belangrijke impuls kan daarbij worden gevormd door een nieuwe stroom migranten
vanuit landen als Polen, Hongarije en Tsjechië. De gemeente kan een grotere rol spelen
in het stimuleren van deze migratiestroom en daarmee het mogelijk deels bijdragen aan
de oplossing van de arbeidsschaarste binnen de reguliere bedrijvigheid .
Een in het oog springende karakteristiek van Oldenzaal is de hoge participatiegraad. Be-
langrijk hierbij is het relatief hoge opleidingsniveau van de Oldenzaalse bevolking, omdat
in het algemeen de participatiegraad onder hoger opgeleiden hoger is dan onder lager
opgeleiden. De verwachte werkgelegenheidsgroei en de vergrijzing van de (be-
roeps)bevolking betekenen dat, zonder een toename van de al hoge participatiegraad, er
tekorten kunnen ontstaan op de lokale arbeidsmarkt, met name voor hoger opgeleiden.
Het huidige beeld van de ontwikkeling van de werkloosheid in Oldenzaal is gunstig. Een
aandachtspunt is wel dat de werkloosheid en uitkeringsafhankelijkheid onder lager op-
geleiden hoger is. Ondanks de prominente aanwezigheid van reguliere bedrijvigheid en
industrie in Oldenzaal.
Bronnen:
· Conclusies en beleidsconsequenties over beroepsbevolking, werkgelegenheid,
werkloosheid, uitkeringen en werktrajecten, opleiding en inkomen. Uit "Oldenzaal:
geen woorden maar werk", Arbeidsmarktanalyse Oldenzaal 2007; I&O Research BV,
Enschede, oktober 2007
· Deloitte publicatie 24/1/08: Maakindustrie: volop aandacht voor Nederlandse concur-
rentiekracht. www.deloitte.com
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. Oldenzaal kent een ruime diversiteit in bedrijvigheid. Niet alleen in typologie maar ook
in bedrijfsgrootte. In het verleden is gebleken dat bij een slecht draaiende economie, de
grote bedrijven hier de meeste hinder van ondervinden. De middelgrote en kleine bedrij-
ven blijken op zulke momenten een constante factor te zijn wat van wezenlijk belang is
voor de stabiliteit van de Oldenzaalse economie:
Vinden we het belangrijk om deze diversiteit te behouden en zo ja, wat is daar
dan voor nodig?
2. Om de uitstraling van een bedrijventerrein te vergroten, of de meerwaarde van cluste-
ring van een bepaald type bedrijven te verhogen is reeds in het verleden sprake geweest
van de opzet van thematische bedrijventerreinen. Het tegenovergestelde hiervan is dat
de meeste bedrijven over het algemeen maximale vrijheid willen hebben bij de ontwikke-
ling van de planvorming rondom hun eigen huisvestingswensen. Afgelopen jaren is ge-
tracht binnen de uitgifte van bedrijventerreinen daar waar mogelijk bedrijven te segmen-
teren en/of clusteren.
Ziet u meerwaarde in de vorming van thematische bedrijventerreinen of een
clustering van bedrijven of verdient een bepaalde mate van flexibiliteit in de ge-
meentelijke planvorming de voorkeur?
23
PROATSTUK STADSVISIE 2025
3. Naast de diversiteit is het ook van belang dat Oldenzalers in Oldenzaal kunnen wer-
ken. Daarbij is op dit moment een discrepantie aanwezig dat over het algemeen hoger
opgeleiden reeds werk hebben en deze categorie werkzame personen moeilijk aan te
trekken is, terwijl niet alle Oldenzaalse lager opgeleiden in Oldenzaal werk kunnen vin-
den.
Moet de gemeente (locatiegebonden) selectiecriteria hanteren voor het toelaten
van bedrijven zodat er meer lager opgeleiden aan het werk kunnen komen?
4. Werken en wonen in Oldenzaal resulteert in een grotere maatschappelijke betrokken-
heid vanuit het bedrijfsleven bij de Oldenzaalse samenleving. Oldenzaalse bedrijven ma-
ken voor hun contacten (netwerken) veelvuldig gebruik van het rijkelijk voorhanden zijnde
verenigingsleven. Dit wordt met name gebruikt om de zakelijke relaties te onderhouden
en uit te bouwen. Middels bijdragen profiteren de verenigingen hier van. Minder zichtbaar
is de maatschappelijke betrokkenheid van het Oldenzaalse bedrijfsleven. Met name de
actieve betrokkenheid bij projecten als arbeidsparticipatie van de langdurig werklozen en
stageplekken, sponsoring van Oldenzaalse activiteiten, duurzaamheid, etc.
Vinden we dat maatschappelijk verantwoord ondernemerschap bevorderd moet
worden en zo ja hoe kan dat het beste gebeuren?
5. Voor de werkzame personen van buiten Oldenzaal is het nu redelijk goed pendelen
tussen het woon- en werkadres omdat de bereikbaarheid over het algemeen nog goed is.
Maar de A1 en de regionale verbindingswegen (bijvoorbeeld naar Enschede )slippen
langzaam dicht, en de openbaar vervoersverbindingen moeten sterk verbeterd worden
(bijvoorbeeld het Agglonet):
Wat gebeurt er als de (voornamelijk hoger opgeleiden) arbeidsparticipanten
wegblijven uit Oldenzaal?
6. Uit de reeds opgestelde wijkvisies (Zuid-Berghuizen en De Thij) is op te maken dat er
een duidelijke wens is om de leefbaarheid van de wijken vergroten. Een van de econo-
misch aspecten daarbij zou kunnen zijn dat startende ondernemers een betere kans zou-
den moeten krijgen om een bedrijf te starten. Dit zou bijvoorbeeld kunnen vanuit de eigen
woning of door in de wijken meer woon/werkwoningen te realiseren of door middel van
meer bedrijfsverzamelgebouwen verspreid over de stad.
Vindt u dat de wijkeconomie bevorderd moet worden en op welke manier kan dit
het beste gebeuren?
7. De demografische opbouw van de bevolking verandert. Alle prognoses laten zien dat
Nederland vergrijst en ontgroent. Voor de leeftijdscategorie tussen de 20 en 65 jaar bete-
kent dit een absolute afname in aantallen, en daarmee dus ook voor de beroepsbevol-
king.
Ziet u dit als probleem?
Hoe denkt u dat dit vraagstuk in Oldenzaal aangepakt en opgelost moet wor-
den?
8. Deze demografische veranderingen zijn ook door te vertalen naar de voor de toekomst
benodigde bedrijventerreinen. Op het moment zijn er naast de revitaliseringmogelijkhe-
24
PROATSTUK STADSVISIE 2025
den nog een aantal bedrijventerreinen te ontwikkelen, te weten Hanzepoort-Oost, De
Elsmors, Jufferbeek-Zuid en Jufferbeek-Noord. Bij het huidige uitgifte tempo bieden deze
terreinen ook geen onbeperkte oplossing. Door een afname van de beroepsbevolking
kan het echter zo zijn dat het tempo van uitgifte zal dalen en dat we dus langer vooruit
kunnen.
Wat is uw mening over dit vraagstuk?
Is revitalisering ook een goed middel voor ruimtewinst?
Vinden we het acceptabel dat de groei zich elders voltrekt als Oldenzaal "vol" is?
9. Het winkelaanbod is van cruciale betekenis voor de economie van Oldenzaal. Verster-
king van het aanbod (wat ook vermindering in combinatie met concentratie in kan hou-
den) speelt daarbij een rol. Het gaat om kwaliteit en uitstraling. Het recreatief winkelen
kan worden bevorderd door deze kwaliteitsverhoging in combinatie met horeca en andere
voorzieningen.
Welke ontwikkelingen zijn hier vervolgens nodig om ook op langere termijn
een economisch vitale binnenstad te hebben c.q. te houden?
25
PROATSTUK STADSVISIE 2025
7.1 DOMEIN FYSIEK: DEMOGRAFIE
Gegevens:
Demografische ontwikkelingen:
Uit een eerste verkenning "Bevolkingsprognoses in Twente" (eind 2006), uitgevoerd door
de Regio Twente, blijkt dat de Twentse bevolking naar verwachting tot 2020 toeneemt tot
ongeveer 625.000 inwoners. Daarna is de groei voorbij en vanaf ongeveer 2030 lijkt het
aantal inwoners te gaan dalen. Opmerkelijk is dat het aantal huishoudens toeneemt. De
vergrijzing en individualisering leiden tot kleinere huishoudens. Dit betekent dat de wo-
ningvraag voorlopig niet afneemt. Een belangrijke ontwikkeling is de afname van het
aantal mensen tussen 20 en 65 jaar, de potentiële beroepsbevolking.
Ook op Oldenzaals niveau zijn de bevolkingsontwikkelingen in kaart gebracht. Hiervoor
zijn de 5 belangrijkste prognoses op een rij gezet in "Bevolkingsprognoses op gemeente-
niveau". Deze 5 prognoses wijken onderling niet veel van elkaar af, waardoor een gemid-
delde uitkomst op hoofdlijnen goed te hanteren is als prognose voor de bevolkingsont-
wikkeling tot 2030. Belangrijk hierbij is dat deze prognose alleen voor de ontwikkeling van
de huidige eigen bevolking is gemaakt. Er is dus geen rekening gehouden met het even-
tueel aantrekken van bevolking van buiten Oldenzaal.
· De omvang voor de totale Oldenzaalse bevolking zal in 2030 afgenomen zijn tot iets
onder de 30.000 inwoners, waarbij het omslagpunt van groei naar krimp rond 2015
zal zijn (huidige omvang per 01-01-`07 is 31.416). De maximale omvang van de be-
volking zal in 2015 ongeveer 31.700 inwoners zijn;
· Bevolking 0-19 jaar neemt af tot ongeveer 7.000 inwoners in 2030 (huidige omvang
per 01-01-'07 is 7.752);
· Bevolking 20-64 jaar neemt af tot ongeveer 16.000 inwoners in 2030 (huidige omvang
per 01-01-'07 is 18.765);
· Bevolking 65+ neemt toe tot ongeveer 7.000 inwoners in 2030 (huidige omvang per
01-01-'07 is 4.899);
· Het aantal huishoudens neemt toe tot ongeveer 13.700 in 2025, waarna de afname
zal inzetten (huidige situatie is 12.968 huishoudens).
De vraag is wat deze bevolkingsveranderingen betekenen voor Twente en Oldenzaal in
het bijzonder. Veel van deze veranderingen bieden kansen. De werkloosheid kan afne-
men doordat minder arbeidskrachten voorhanden zijn. Het aantal ouderen neemt toe. Dat
is een kansrijke groep voor recreatie en toerisme. Ook is het minder druk in de spits
wanneer minder mensen werken. Tegelijk moet Twente haar ogen niet sluiten voor de
bedreigingen. Minder werkende mensen kan leiden tot het vertrek van bedrijven met een
specifieke werkgelegenheid. Minder mensen betekent ook dat het draagvlak voor voor-
zieningen onder druk kan komen te staan.
26
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. De demografische ontwikkelingen geven het beeld weer dat er een "lichte ontgroening"
en een "zware vergrijzing" zal ontstaan. De cijfers zijn niet dermate extreem dat er nu
rigoureuze ingrepen noodzakelijk zijn. Voor de toekomst kunnen we ons wel de vraag
stellen of we deze ontwikkeling haar gang laten gaan, en daarmee accepteren dat ons
inwoneraantal terug gaat lopen. De keerzijde zou zijn dat we proberen te sturen om de
terugloop te minimaliseren of zelfs groei nastreven ten einde voldoende draagvlak voor
de voorzieningen na te streven.
Vindt u dat de gemeente de gevolgen van de demografische ontwikkelingen
moet accepteren of moet zij bv. door een wervend woonbeleid de teruggang mi-
nimaliseren of zelfs nog groei nastreven?
2. Met de huidige voorziene woningbouwlocaties (Graven Es 3e fase, Oldenzaal Centraal
en daarbij de inbreidingslocaties) zal Oldenzaal voldoende ruimte voor woningbouw heb-
ben in de toekomst. Alleen bij het nastreven van een sterke bevolkingsgroei zal dit niet zo
zijn. Naast de demografische veranderingen zal de burger van de toekomst ook een an-
dere behoeftevraag kennen.
Wat betekent deze andere behoefte/vraag voor de gemeente en hoe kan of
moet zij daarop inspelen?
3. Afhankelijk van de keuzes onder 1 en 2 kan erop termijn toch nog behoefte zijn aan
ruimte om te bouwen. Als we het groen in en om de stad niet aan willen tasten, is ver-
dichting in het bestaande bebouwde gebied een voor de hand liggende oplossing.
Vindt u dat de gemeente in deze zin "inbreiding' moet verkiezen boven uitbrei-
ding?
4. Een ander aspect van de demografische ontwikkelingen is het draagvlak voor voorzie-
ningen. Als de bevolking krimpt kunnen bepaalde voorzieningen onder druk komen te
staan. Wellicht zullen er bij een zware vergrijzing andere voorzieningen noodzakelijk zijn.
Welke voorzieningen mist u nog in Oldenzaal op wijkniveau en op stedelijk ni-
veau?
Welke voorzieningen zullen vooral later nodig zijn?
27
PROATSTUK STADSVISIE 2025
7.2 DOMEIN FYSIEK: LIGGING EN KWALITEITEN
Inleiding:
Toen Oldenzaal omstreeks 1960 een enorme gebiedsuitbreiding kreeg, was de com-
plexiteit van de te maken keuzen betreffende de na te streven functionele en ruimtelijke
ontwikkeling aanleiding het geheel in een structuurplan vorm te geven. Besloten werd
voor het wonen de oversteek over de Rijksrondweg te maken met de woonwijk de Thij en
voor het werken aansluiting te zoeken met het textielbedrijf Gelderman ten zuidwesten
van de stad het bedrijventerrein in zuidelijke richting uit te breiden. In het structuurplan
van 1974 werd besloten dat de woonbuurten, waar ook De Essen in beeld kwam, alleen
dagelijkse voorzieningen zouden krijgen zodat de binnenstad als hoogste exponent bin-
nen de gehele voorzieningenstructuur herkenbaar bleef. En dat de woonbuurten een
goede bereikbaarheid met de binnenstad krijgen en dat elke buurtniveau een maximum
van 8.000 inwoners mag hebben. Daarnaast werd een begin gemaakt met bedrijventer-
rein Het Hazewinkel ten westen van de Eektestraat. In 1982 werd in een ruimtelijk model
de derde woonbuurt boven de provinciale rondweg De Graven Es vastgesteld. De drie
woonbuurten moeten alle drie herkenbaar, zelfstandig en gelijkwaardig worden. Met een
duidelijke geleding die bijdraagt aan o.a. de afwisseling van stedelijk en open gebied.
Door de aanleg van de snelweg A1 ontstond er een grotere behoefte aan ruimte voor
bedrijven, en is ook het bedrijventerrein Hanzepoort ten zuiden ervan ontstaan.
Oldenzaal vervult een verzorgingsfunctie voor het noordoostelijk deel van Twente, het-
geen in de aanwezige voorzieningen tot uitdrukking komt. Het woonmilieu in Oldenzaal
heeft een kleinstedelijk karakter en de gemeente Oldenzaal wil dit typische kleinstedelijk
karakter verder versterken. Dat betekent dat nieuwe woongebieden zorgvuldig land-
schappelijk worden ingepast. Het gaat daarbij ook om versterking van de kwaliteit van de
stadsrand, waarbij speciale aandacht is voor de verbetering van de kwaliteit van de land-
goederen en om duurzame instandhouding te waarborgen.
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. "Oldenzaal heeft het beste van twee werelden", is een veelgehoorde uitspraak. Ener-
zijds hebben we het prachtige buitengebied om ons heen en anderzijds de aansluiting
met de Netwerkstad met al haar voorzieningen die voor ons goed bereikbaar zijn.
Vindt u dat deze dubbele functie ( poort voor NO-Twente en partner van de Net-
werkstad) als een meervoudige kwaliteit gezien kan worden en door Oldenzaal
beter kan/moet worden uitgedragen?
2. Een veel gehoorde opmerking is dat de burger het in Oldenzaal goed wonen, leven en
werken vindt. We hebben een kleinstedelijk karakter, wat er voor zorgt dat er een be-
hoorlijk voorzieningenniveau tot stand gebracht is. Oldenzaal is daarbij een compacte
stad, het centrum is vanuit elke woonwijk binnen 10 minuten fietsafstand bereikbaar. De
hele stad, met alle kwaliteiten, ligt dus binnen handbereik.
28
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Moeten we het kleinstedelijk, compacte karakter van Oldenzaal behouden of
zelfs verder ontwikkelen?
3. Oldenzaal kent een rijke historie welke op vele verschillende wijzen te vinden is in de
stad. Visueel door bijvoorbeeld "n Oaln Griez'n", het ronde singelpark met de drie stads-
poorten, de veelheid aan historische panden zoals bijvoorbeeld het oude stadshuis en
het Palthehuis maar ook de landhuizen en kantoren van de textielindustrie.
Vindt u dat we in de toekomst meer referenties naar de Oldenzaalse geschiede-
nis moeten benutten c.q. behouden? (bijvoorbeeld in straten- en grachtenpatro-
nen)
4. Naast het stedelijk gebied is de Oldenzaalse Stuwwal zeer karakteristiek voor de lig-
ging van Oldenzaal. Zij maakt deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofd Structuur
(PEHS), die bestaat uit een samenhangend stelsel van onderling verbonden natuurge-
bieden. Het typisch Twentse landschap is ontstaan in de laatste IJstijd. Boerenerven lig-
gen tussen weilanden, bosjes, houtwallen en akkers. Een aantal landgoederen, zoals
landgoed Kalheupink en omgeving en het landgoed rondom villa De Hulst, staan aan de
start van enige ontwikkeling.
Vindt u dat in 2025 de hoge landschappelijke kwaliteit nog steeds aanwezig
moet zijn en dat waar mogelijk het landschap toegankelijk gemaakt is voor pu-
bliek?
5. Ook in de stad is veel groen te vinden. Er is als het ware een geraamte van gemeente-
lijk groen waarbij een onderverdeling te maken is naar groengebieden waar voor de lan-
ge termijn continuïteit in beheer gewaarborgd kan worden (bv oorspronkelijke waarde-
volle landschapselementen zoals houtwallen in de wijken, groenstroken langs hoofdinfra-
structuur en waterlopen) en gebieden waar een grote gebruiksdruk heerst en waar meer
sprake is van stedelijke dynamiek (bv de groene longen tussen de verschillende wijken).
Vindt u dat deze groenelementen belangrijk zijn en behouden en gerespecteerd
moeten blijven?
Vindt u dat er in de stad meer water te zien mag zijn, waarbij te denken is aan
zowel de technische oplossingen voor klimaatveranderingen en de uitvoer met
een hoge belevingswaarde?
29
PROATSTUK STADSVISIE 2025
7.3 DOMEIN FYSIEK: BINNENSTAD EN WIJKEN
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. De binnenstad is het oudste deel van Oldenzaal. De cirkelvormige kern van de binnen-
stad is het gedeelte wat vroeger binnen de wallen lag. In de ruimtelijke structuur is deze
cirkelvorm nog duidelijk aanwezig door het aanwezige Singelpark met aanvullingen van
woningbouw zoals bijvoorbeeld de Walgaardenflat. In een gedeelte binnen het Singelpark
wordt aan verbetering en versterking van de oude historische waarden gewerkt onder de
noemer Oud Oldenzaal. Dit deel grenst aan het huidige winkelhart met een verzorgings-
gebied voor 50.000 mensen uit heel Noordoost Twente. Bijna alle voorzieningen zijn hier
aanwezig, van winkels voor dagelijkse levensbehoefte tot winkels voor luxe goederen. De
kern herbergt daarnaast veel uitgaansgelegenheden.
Wat vindt u van het centrum met daarin de combinatie van wonen, winkels, uit-
gaansgelegenheden?
Op welke punten zou ons centrum nog verbeterd kunnen worden?
Op welke punten moet Oldenzaal zich onderscheiden?
2. Ook in de buurten rondom de kern vindt veel ontwikkeling plaats. Door uitplaatsing van
bedrijven en herstructurering van oude, kwalitatief minder goede woningen, krijgt ook
deze zone van de stad belangrijke impulsen. Dit geldt ook voor de spoorzone in het pro-
ject Oldenzaal Centraal. Dit betekent ook hier een belangrijke hoogwaardige kwaliteits-
impuls door de ontwikkeling van woningbouw en kantoren op het stationsplein en op de
plek van het voormalig bedrijventerrein.
Vindt u dat de gemeente Oldenzaal aanstuurt op de juiste aanvullingen en de
goede kwaliteit in het woningbouwbestand door sterk in te zetten op het plan Ol-
denzaal Centraal?
Het gemeentebestuur is van mening dat het gebied ten noorden van het spoor
eerder ontwikkeld kan worden dat het gebied ten zuiden ervan. Hoe kijkt u hier-
naar?
3. De buitenwijken van Oldenzaal, Zuid-Berghuizen, De Thij, De Essen en De Graven Es
zijn in de bijstelling van de ruimtelijke hoofdstructuur (1987) als volgt omschreven: "de
wijken zijn herkenbare buurten, door geleding met continue open zones voor groen en
gespreide voorzieningen, die goede uitloop- en passieve recreatiemogelijkheden bieden,
waarin de landschappelijk meest waardevolle delen niet alleen worden gespaard, maar
ook geconserveerd, die visueel en qua ontsluiting directe relatie hebben met het omlig-
gende agrarische gebied, alsmede voor minder geluidsgevoelige voorzieningen of werk-
gelegenheid". Op dit moment kennen alle wijken een duidelijk herkenbaar "hart", geken-
merkt door winkels, welzijns- en gezondheidsvoorzieningen.
Vindt u dat de gemeente zich actief moet inspannen om ook in 2025 de ver-
schillende wijkharten kloppend te laten zijn?
30
PROATSTUK STADSVISIE 2025
4. De gemeente Oldenzaal heeft nu wijkvisies opgesteld voor Zuid-Berghuizen en de Thij.
De essentie hiervan is om de leefbaarheid naar de toekomst te behouden c.q. te verbete-
ren.
Wat zijn volgens u voor de verder liggende toekomst essentiële elementen
van leefbaarheid?
Hoe kunnen we die vorm en inhoud geven en wat is de rol van wijkbewoners
daarbij?
5. Naast voorzieningen in het hart van de wijken, kent elke wijk in meer of mindere mate
vormen van wijkeconomie. Landelijk neemt het besef steeds meer toe dat wijkeconomie
een belangrijke stimulans vormt voor de leefbaarheid en de versterking van de sociaal-
economische samenhang in een wijk. Daarnaast kan de wijkeconomie een stimulans zijn
tot startend ondernemerschap.
Vindt u dat er op verschillende plekken in de wijken meer ruimte voor wijk-
economie zou moeten zijn, bijvoorbeeld door meer woon/werkwoningen
(minder monofunctionaliteit)?
6. Bij vele bouwlocaties is er een regelmatig terugkerende discussie over "hoogbouw".
Het spanningsveld bevindt zich vaak tussen enerzijds het bereiken van een bepaalde
mate van stedelijkheid en anderzijds wil niemand hoge bebouwing in zijn voor- of ach-
tertuin. In deze discussie zou een onderscheid te maken zijn in laagbouw (max 3 bouw-
lagen), middelbouw (3-6 bouwlagen) en hoogbouw (6 of meer bouwlagen).
Vindt u dat laagbouw overal in de stad mogelijk moet zijn, middelbouw op na-
der te bepalen locaties (bijvoorbeeld langs hoofdontsluitingswegen) en hoog-
bouw op hele bijzondere plekken?
31
PROATSTUK STADSVISIE 2025
7.4 DOMEIN FYSIEK: VERKEER EN VERVOER
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. Oldenzaal is een compacte stad met in hoofdlijnen een heldere verkeersstructuur. De
stad wordt ontsloten d.m.v. 7 provinciale wegen in alle richtingen naar de omliggende
steden en dorpen. Deze wegen zijn door middel van ringwegen, aan de noordzijde de
N342 en aan de westzijde de route Ossenmaatstraat-Eektestraat, onderling zodanig ver-
bonden dat het doorgaande verkeer vrijwel geheel buiten de stad wordt omgeleid terwijl
het bestemmingsverkeer op 5 plaatsen via invalswegen de binnenstad kan bereiken. Het
bedrijventerrein, gelegen aan de zuid-westzijde, alsmede de noordelijke 3 woonwijken
zijn vanaf dezelfde genoemde ringwegen optimaal bereikbaar.
De provinciale wegen zelf sluiten aan de westzijde en de zuidzijde aan op de A1. De A1
biedt zodoende aan Oldenzaal op gunstig gelegen locaties een optimale ontsluiting voor
alle verkeer in westelijke en oostelijke richting.
Vindt u dat Oldenzaal een goede bereikbaarheid kent t.o.v. haar omgeving?
2. De gunstige verkeersstructuur waarover Oldenzaal beschikt wordt bedreigd door de
toenemende verkeersbelasting. Dat is vooral het geval bij de aansluitingen van de A1
aan de west- en zuidzijde. De bereikbaarheid van het bedrijventerrein kan daardoor ern-
stig worden aangetast. Ook de ringwegen worden daardoor extra belast en daarom zijn
ingrijpende maatregelen noodzakelijk om de gewenste doorstroming in stand te houden.
Vooral op de langere termijn zullen de openbaar vervoers- en fietsvoorzieningen extra
aandacht vragen en zullen deze een groter aandeel moeten krijgen in de doelstelling een
optimale bereikbaarheid en leefbaarheid in Oldenzaal in stand te houden en zo mogelijk
nog te verbeteren.
Met de huidige eerste tekenen van dichtslibbende wegen, denkt u dat Oldenzaal
in 2025 voldoende heeft aan de huidige verkeersstructuur?
Waar zullen zich de eerste knelpunten voordoen?
Aan wat voor een soort oplossingen denkt u hierbij?
3. De binnenstad is compact en heeft een eigen ontsluitingsstructuur via de tangenten
rondom de binnenstad. Daardoor is de binnenstad aan alle kanten per auto goede be-
reikbaar terwijl de binnenstad zelf een structuur heeft waarmee het mogelijk is gebleken
een verkeersluw karakter te creëren De aantrekkelijkheid van de binnenstad wordt door
dit verkeersluwe karakter alsmede door voldoende parkeervoorzieningen ondersteund.
Wat vindt u van de bereikbaarheid van de binnenstad?
Vindt u dat er voldoende parkeervoorzieningen zijn?
Vindt u dat er in 2025 voldoende ondergrondse parkeervoorzieningen moeten
zijn zodat het centrum niet ontsierd wordt door veel geparkeerde auto's?
4. Het openbaar vervoernetwerk, gevormd door de buslijnen, is redelijk goed in de rich-
ting van de omliggende steden en dorpen. Alle woonwijken richting de binnenstad wor-
den goed ontsloten. Er is een goede treinverbinding met een halfuursdienst tussen Ol-
denzaal en Hengelo. De verdere ontsluiting richting het westen laat te wensen over van-
32
PROATSTUK STADSVISIE 2025
wege de slechte aansluiting op het knooppunt Hengelo, Oldenzaal heeft geen treinver-
binding in oostelijke richting naar Duitsland. De behoefte daaraan groeit vanwege het
toenemend aantal Nederlanders dat gaat wonen in het grensgebied en vanwege de toe-
nemende contacten en economische en toeristische samenwerking met de aangrenzen-
de Duitse regio.
Verder is Oldenzaal voorstander van een kleine commerciële luchthaven, welke geen
ruimtelijke beperkingen op mag leveren voor de ontwikkelingsmogelijkheden van Olden-
zaal.
Hoe belangrijk vindt u het openbaar vervoer?
Hoe belangrijk vindt u een treinverbinding richting Duitsland?
En zou u willen dat daarmee andere luchthavens beter bereikbaar worden?
Vindt u dat als er een kleine commerciële luchthaven komt, Oldenzaal moet
"profiteren" van deze ontwikkeling (bijvoorbeeld betere infrastructuur)?
5. Door de compactheid van de stad en de korte afstanden is het gebruik van de fiets
populair en daarvan wordt dan ook veel gebruik gemaakt. Met name de noordelijke wij-
ken zijn met aantrekkelijke fietsroutes verbonden met de binnenstad. De kwaliteit van het
fietsnetwerk is redelijk maar langs de ontsluitingswegen beschikt de fietser nog over on-
voldoende eigen veilige voorzieningen. De zuidelijke woonwijk en het bedrijventerrein
aan de zuid-west zijde zijn op onvoldoende directe en veilige wijze met de fiets bereik-
baar. Ook wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van een zogenaamde
fietssnelweg naar Enschede.
Vindt u dat de gemeente het fietsgebruik moet stimuleren en daar de nodige in-
vesteringen voor moet doen?
---
PROATSTUK STADSVISIE 2025
7.5 DOMEIN FYSIEK: MILIEU
Inleiding:
We leven met steeds meer mensen op onze aarde. In 1900 waren er ca. 1,6 miljard
mensen, op dit moment ca. 6,5 miljard en naar verwachting zal de aarde in 2050 bijna 9
miljard bewoners tellen. Grote milieuproblemen dienen zich aan, zoals klimaatverande-
ringen, aantasting van biodiversiteit en uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Ook dichter
bij huis doen zich milieuproblemen voor. Denk aan onze afvalverwijdering, het verlies aan
natuur vanwege ruimtelijke ontwikkelingen, (verkeers)lawaai, luchtverontreiniging en wa-
teroverlast. We kunnen onze ogen niet sluiten voor deze realiteit. Dit maakt een lokale
aanpak van milieuproblemen noodzakelijk.
"Het Oldenzaals milieubeleid moet een bijdrage leveren aan een gezond en veilig leven,
in een aantrekkelijke leefomgeving, temidden van een vitale natuur, zonder het milieu
onnodig aan te tasten dan wel natuurlijke hulpbronnen uit te putten, hier en nu en elders
en later."
"Gezond en veilig leven in een aantrekkelijke leefomgeving temidden van een vitale na-
tuur" is samen te vatten in de term "leefkwaliteit" en "zonder het milieu aan te tasten dan
wel natuurlijke hulpbronnen uit te putten, hier en nu en elders en later" is aan te duiden
met de term "duurzaamheid". Duurzaamheid en leefkwaliteit zijn daarmee de kernbegrip-
pen en zullen derhalve het uitgangspunt moeten vormen in het milieubeleid.
1. Blijvend garanderen van de milieukwaliteit: Oldenzaal is een gemeente die vol-
doet aan de (wettelijke) milieukwaliteiten.
2. Aansluitend op de basis milieukwaliteit wordt voortdurend gezocht naar kansen
om de leefkwaliteit te verbeteren: het verhogen van de milieukwaliteit draagt bij
aan een aantrekkelijke woon-, werk- en recreatieve omgeving.
3. Op duurzame wijze wil zeggen zonder de mondiale biodiversiteit aan te tasten
dan wel natuurlijke hulpbronnen uit te putten.
Het verbeteren van de leefkwaliteit richt zich voornamelijk op de fysieke omgeving: de
bebouwde kom en het buitengebied. Leefkwaliteit speelt zich voornamelijk af op de korte
termijn, het hier en nu, de mensen in hun eigen leefomgeving. Duurzaamheid betreft
meestal zaken die je niet direct waarneemt of ervaart, maar waarvan de effecten zich pas
na langere tijd, en/of op andere plaatsen openbaren. De duurzame ontwikkeling richt zich
meer op de langere termijn, op volgende generaties en kijkt over de (gemeente)grenzen
heen.
Hoewel duurzaamheid (mondiaal en toekomstgericht) en leefbaarheid (hier en nu) ver-
schillen qua schaalniveau en tijdshorizon zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het
verbeteren van de leefbaarheid is vertrekpunt voor een duurzame ontwikkeling. Anders
gezegd: duurzame ontwikkeling is het naar de toekomst garanderen van de leefbaarheid.
(bron: Milieubeleidsplan Oldenzaal 2008-2012, 01-02-'08 Afdeling B&O)
34
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. Oldenzaal ligt in een landschappelijk en natuurwetenschappelijk waardevolle omge-
ving. Het gebied Noord Oost Twente, waartoe het landelijk gebied van Oldenzaal be-
hoort, is aangewezen als een van de twintig Nationale landschappen in Nederland. In
2006 is het Ontwikkelingsperspectief vastgesteld door de gemeenteraden van de ge-
meenten in Noord Oost Twente. De hoofdkoers van dit ontwikkelingsperspectief is het
ontwikkelen van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap (de grote mate van
kleinschaligheid, het groene karakter en het samenhangend complex van beken, essen,
kampen en ontginningen) en tegelijkertijd ruimte bieden sociaal-economische ontwikke-
ling. Naast het landschap worden ook het cultuurhistorisch erfgoed en de verdere ontwik-
keling van de recreatieve toegankelijkheid genoemd. Deze omgeving is niet alleen van
belang in het kader van het Nationaal Landschap, doch vormt tevens een belangrijke
kwaliteit voor de lokale leefomgeving.
De landschaps- en natuurwaarden rond de stad zijn belangrijk voor zowel de Ol-
denzalers als voor bezoekers en dienen behouden en versterkt te worden.
2. Oldenzaal kent geweldige "groene" kroonjuwelen in en om de stad. Langs de oostzijde
ligt de unieke Oldenzaalse stuwwal, dit deel verdient bijzondere bescherming. In de loop
der jaren is dat steeds duidelijker geworden en zijn er ook aanzienlijke kosten gemaakt
om de kwaliteit van de stuwwal ongemoeid te laten. Zo is alle infrastructuur voor de
noord-zuid-verbindingen om de westkant van de stad gelegd. Het stuwwallandschap sluit
daardoor naadloos op het stadslichaam aan.
Maar de kwaliteiten van de Oldenzaalse stuwwal houden natuurlijk niet op bij de ge-
meentegrens. Dit vraagt om een meer gebiedsgerichte benadering om de kwaliteiten
regionaal te benoemen in plaats van lokaal. Het kan immers zo zijn dat in theorie het
mooiste stuk van de stuwwal net buiten de gemeentegrens zou liggen, terwijl Oldenzaal
inzet pleegt om haar deel te beschermen.
Vindt u ook dat de gemeente meer bovenlokale keuzes moet maken, door bij-
voorbeeld kwaliteiten regionaal te benoemen ipv lokaal?
3. Ook voor de kwaliteiten van de landgoederen geldt hetzelfde. Het pilot-project De Hulst
is hier een voorbeeld van. In samenwerking met de provincie is hier de waarde benoemd
van dit bijzondere landgoed. Daardoor is de kwaliteit niet lokaal benoemd, maar juist bo-
venlokaal, immers in de verre toekomst kunnen de gemeentegrenzen wel heel anders
liggen. Naast de bovenlokale waarde, moet het landschap natuurlijk ook voor Oldenzaal
zijn waarde behouden. Daarbij kan de gemeente het volgende uitgangspunten hanteren:
Het bestaande landschap wordt zoveel mogelijk behouden, en waar mogelijk verder ver-
sterkt. De belevingswaarde en de recreatieve aantrekkelijkheid van het gebied moet
daardoor toenemen.
Vindt u dat ontwikkelingen mogelijk moeten zijn als de kwaliteit niet wordt aan-
gepast maar juist wordt versterkt?
4. De gemeente heeft het afvalbeheer als wettelijke taak. Het gaat daarbij om zaken zo-
als afvalpreventie, gescheiden afvalinzameling, stimuleren hergebruik, zwerfvuil en de
35
PROATSTUK STADSVISIE 2025
doorwerking in de gemeentelijke bedrijfsvoering. Afval raakt elke burger dagelijks, van
afvalinzameling tot de ergernis van zwerfvuil. Het thema afval biedt de gemeente bij uit-
stek de mogelijkheid tot het stimuleren van milieubewust gedrag en een meer milieube-
wuste levensstijl.
Vindt u dat de Oldenzaler bewuster moet omgaan met de hoeveelheid te storten
restafval door dit te beperken tot het minimum?
Vindt u dat de gemeente haar inwoners de mogelijkheid moet bieden het afval
zo veel mogelijk te scheiden?
Vindt u ook dat de gemeente moet stimuleren het storten van restafval te ver-
minderen, de afvalscheiding (met het oog op hergebruik) te verhogen en het
hanteren van het principe "de vervuiler betaalt"?
5. Water is actueel, niet alleen vanwege de effecten van klimaatverandering maar ook
vanwege de natuur en belevingswaarde. Oldenzaal heeft zijn waterbeleid vastgelegd in
een ambitieus Waterplan. Verder zijn er op verschillende niveau's (rijk, provincie, water-
schap) ontwikkelingen in gang gezet waarbij van de gemeente inspanningen worden ge-
vraagd. Oldenzaal heeft een veilig, veerkrachtig en ecologisch gezond watersysteem,
waarbij inrichting en beheer zorgen voor een goede afstemming en vervulling van de be-
levingswaarde en relevante gebruiks- en natuurfuncties.
Vindt u dat in het Oldenzaal van 2025 meer water zichtbaar in de stad moet zijn?
6. Oldenzaal is een compacte stad. Dat betekent dat de afstanden klein zijn, enerzijds is
groen voor iedereen dichtbij, maar ook de voorzieningen in het centrum zijn vanuit de
wijken binnen 10 fietsminuten te bereiken. Bij hoofdkeuzes voor de infrastructuur, zijn de
langzaam verkeersverbindingen belangrijker gesteld dan de autoverbindingen.
Vindt u dat de gemeente er goed aan doet het fietsgebruik te stimuleren, ook als
dat ten koste van de auto gaat?
7. Waar een wil is, is een weg. Maar we kunnen niet alles tegelijk en de middelen zijn
beperkt. Dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. De milieudoelen zullen niet
van vandaag op morgen gerealiseerd kunnen worden. Bij een aantal thema's of onder-
werpen zal sprake zijn van een doorlopend proces. De gemeente kan wel een voor-
beeldfunctie geven, maar moet het doen met de samenleving. Niet vanuit "wat moet",
maar vanuit "wat kan", vervult de gemeente deze voorbeeldfunctie richting burgers en
bedrijfsleven.
Vindt u dat de gemeente vergaande eisen mag stellen aan haar inwoners ten
einde milieuvriendelijk gedrag af te dwingen?
8. Ook hoeven we niet alles alleen te doen. Andere overheden hebben soms dezelfde of
vergelijkbare doelstellingen maar dan op hun eigen schaalniveau. Andere gemeenten
zitten in een vergelijkbare situatie. Via verschillende samenwerkings- en overlegvormen
met rijk, provincie, regiogemeenten en netwerkstad kan een bijdrage worden geleverd
aan de uitvoering van milieudoelstellingen.
Vindt u dat de gemeente voor de praktische uitvoer van integrale milieuthema's
meer moet samenwerken met lokale en bovenlokale partners?
36
PROATSTUK STADSVISIE 2025
9. Wetenschappers zijn het er zo langzamerhand met elkaar over eens: als gevolg van
menselijk handelen verandert ons klimaat. Dat vraagt niet alleen om maatregelen op na-
tionale- en internationale schaal, ook lokaal zullen maatregelen moeten worden getroffen.
Het daarbij enerzijds om maatregelen die klimaatverandering beperken en anderzijds om
maatregelen die inspelen op de (effecten van de) klimaatverandering.
Mag de gemeente van haar bewoners een extra financiële bijdrage vragen om
de opwekking en het gebruik van duurzame energie mogelijk te maken en te
stimuleren?
10. Een dienst, product, onderneming of leven zonder negatieve invloed op het klimaat:
dat is klimaatneutraal. Dit kan door de uitstoot van broeikasgassen zoveel mogelijk te
reduceren, over te stappen op duurzame energiebronnen en de resterende uitstoot te
compenseren. Het resultaat: geen bijdrage meer aan het opwarmen van de aarde.
Vindt u dat de gemeente Oldenzaal in 2025 klimaatneutraal moet zijn?
11. Tot slot kunnen we ook niet alles alleen doen. De tijd is voorbij dat de gemeente wil
bepalen wat goed is voor de burger. Voor het verwerven van draagvlak voor- en het rea-
liseren van milieudoelen is het noodzakelijk de dialoog aan te gaan met lokale maat-
schappelijke doelgroepen en belangenorganisaties. Het Milieu Overleg Oldenzaal (MOO)
speelt daarbij als vast aanspreekpunt en gesprekspartner een centrale rol. Onze burgers
hebben nadrukkelijk een eigen verantwoordelijkheid, waarop de gemeente hen zonodig
kan aanspreken.
Vindt u dat de gemeente de betrokkenheid van burgers voor het thema "milieu"
op de juiste manier onder de aandacht brengt?
37
PROATSTUK STADSVISIE 2025
8.1 BESTUURLIJK DOMEIN: POSITIE OLDENZAAL IN TWENTE
Inleiding:
Oldenzaal is een stedelijke kern in Noordoost Twente met een fraai historisch centrum.
De stad telt ruim 31.000 inwoners. In samenhang met de geografische ligging en de ont-
wikkeling vanuit het verleden vervult Oldenzaal voor het noordoostelijk deel van Twente
een verzorgingsfunctie die blijkt uit omvang en kwaliteit van onderwijs-, markt-, winkel-,
culturele, sport-, gezondheids- en openbaar vervoervoorzieningen.
Daarnaast biedt Oldenzaal complementair aan Enschede en Hengelo belangrijke werk-
gelegenheid in Twente. In 2006 telde de kern ruim 18.000 arbeidsplaatsen. Deze werk-
gelegenheidsfunctie zal Oldenzaal moeten behouden. De situering van Oldenzaal aan de
A1 geeft met name een extra dimensie aan de ontwikkelingsmogelijkheden.
In algemene zin draagt het bezit van een historische centrum bij aan de kwaliteit van de
stad. Ook het omringende landelijk gebied heeft grote invloed op het woon-, werk- en
leefklimaat van Oldenzaal. Daarbij gaat het vooral om de waardevolle natuur en het ken-
merkende (stuwwal) landschap die vooral langs de oostzijde van de stad zijn gesitueerd.
Vanuit een oogpunt van recreatie en toerisme is ook de nabijheid van het
dagrecreatief gebied Hulsbeek van belang.
Oldenzaal is qua oppervlak de kleinste gemeente van Twente met de hoogste bevol-
kingsdichtheid. Oldenzaal is de meest verstedelijkte gemeente van Overijssel. Hierdoor
zijn de verhoudingen in grondgebruik wezenlijk anders dan in overig Twente. Ook deze
gemeente heeft te kampen met een negatief migratiesaldo. Belangrijk motief om de ge-
meente te verlaten is het gebrek aan zelfbouwkavels, koop- of vrijstaande woningen. Ol-
denzaal heeft, in tegenstelling tot andere gemeenten, veel kleinstedelijke en kleinschalige
woonmilieus te bieden. Hier is een grote vraag naar. Met het aantrekkelijke kleinstedelijke
woonmilieu onderscheidt Oldenzaal zich ook binnen Netwerkstad Twente. De gemeente
biedt ontwikkelingsmogelijkheden voor zowel kleinstedelijk als groen wonen en heeft een
verzorgingsfunctie voor Noordoost Twente.
De Regio Twente is het samenwerkingsverband van de veertien Twentse gemeenten met
een verzorgingsgebied van 620.000 inwoners. Vóór en mét hen vervult ze werkzaamhe-
den op een heel breed gebied. De Regio Twente werkt aan projecten, verdeeld over drie
domeinen: gezondheid, leefomgeving en veiligheid. De veertien Twentse gemeenten
realiseren deze projecten samen, in nauw overleg met Zwolle als provinciale hoofdstad,
de politiek in Den Haag en de Europese Unie in Brussel. De kern van Regio Twente is
dan ook: samenwerking. Deze plannen voor de komende tien jaar staan in de Agenda
van Twente. Een nationaal en internationaal overzicht van de regionale toekomst.
De Regioraad Twente en Provinciale Staten van Overijssel hebben eind juni 2007 samen
het startschot gegeven voor de `Agenda van Twente'. De 'Agenda van Twente' loopt tot
2017 en moet een productief, welvarend Twente tot stand brengen waar mensen prettig
wonen, werken en recreëren. De Regio en de provincie stellen samen 130 miljoen euro
beschikbaar voor de uitvoering van de Agenda. 100 miljoen euro is bestemd voor de
38
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Twentse Innovatieroute. Het geld komt in het regionaal investeringsfonds Innovatieplat-
form Twente (IPT). Hieruit worden de komende jaren vernieuwende projecten (gedeelte-
lijk) bekostigd.
Netwerkstad Twente is een formule voor effectief bestuur in het stedelijk kerngebied van
Twente. Het accent ligt op de inhoud van de samenwerking en niet op de bestuurlijke
structuur. De samenwerking wordt dan ook projectmatig en resultaatgericht ingevuld.
De samenwerkingspartners van Oldenzaal in de Netwerkstad zijn de gemeenten Almelo,
Borne, Enschede en Hengelo. De provincie Overijssel en de Regio Twente nemen als
bestendige partners aan de samenwerking deel.
(Bronnen: Streekplan 2000+, Provincie Overijssel; "Wij zijn Twente, werkschrift lokale
verkenningen", Regio Twente; www.regiotwente.nl; www.twentenetwerkstad.nl)
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. Oldenzaal kent een heel bijzondere ligging in Twente. Zij ligt als een soort schakel tus-
sen stad en land. Enerzijds vormen we een onderdeel van het stedelijke gebied van de
Netwerkstad, en anderzijds zijn we de poort naar Noordoost Twente. Deze strategische
positie tussen de Netwerkstad en Noordoost Twente biedt ons meer kansen dan we nu
misschien benutten, maar draagt ook wel een dilemma in zich. Voor de gemeenten in
Noordoost Twente, kan het namelijk lijken dat Oldenzaal met haar aansluiting bij de Net-
werkstad niet voor het landelijk gebied zou kiezen. En aan de andere kant zouden we
binnen de Netwerkstad niet voor vol aangezien kunnen worden.
Hoe denkt u dat we onze strategische positie kunnen benutten?
Hoe kunnen we, gelet op onze positie onze meerwaarde voor zowel de
Netwerkstad als Noordoost Twente inhoud geven?
2. Samenwerking bij gemeentelijke taken biedt meer mogelijkheden tot kwaliteitsverho-
ging of kostenverlaging. Deze samenwerking kan ontstaan doordat binnen een bepaald
beleidsveld goede natuurlijke partners zijn, waarmee we "al jaren" samenwerken. Maar
het kan ook ontstaan door bijvoorbeeld onze deelname aan de Netwerkstad. In ieder ge-
val geeft samenwerking ons de mogelijkheid om regionaal beleid te ontwikkelen. En ge-
vaar daarbij is misschien dat we daardoor ook invloed kunnen kwijtraken.
Vinden we het een goede keuze om meer samen te doen uit oogpunt van kwa-
liteitsverhoging of kostenverlaging met als consequentie enig verlies van zeg-
genschap?
Vindt u dat Oldenzaal of de Oldenzaler ook mee zou moeten betalen aan bo-
venlokale voorzieningen die elders worden gerealiseerd en onze partners ook
moeten meebetalen aan bovenlokale voorzieningen die in Oldenzaal gereali-
seerd worden?
3. Oldenzaal beschikt over goede regionale voorzieningen. Een voorbeeld hiervan is ons
ziekenhuis, het voortgezet onderwijs en de aanwezige winkels. Verder hebben we een
goede werkgelegenheid en werken iedere dag vele mensen van buiten Oldenzaal hier in
39
PROATSTUK STADSVISIE 2025
de stad. Dit economisch welzijn wordt mede veroorzaakt door onze goede ligging aan de
A1.
Vindt u dat we onze mogelijkheden voldoende uitdragen in de regio en zo nee,
hoe zouden we dat beter kunnen doen?
4. De Agenda van Twente is een ontwikkelingsprogramma van circa tien jaar dat de Re-
gio Twente samen met de Twentse gemeenten en de provincie de komende jaren wil
uitvoeren. Hiermee moet de partijen de ambities van Twente op sociaal-economisch en
ruimtelijke terrein samen realiseren. Eén van de programma's van de Agenda van
Twente is het "Landgoed Twente". In het project " Landgoed Twente" werken negen
Twentse recreatiebedrijven samen aan de promotie van een uniek stukje Twente. Deze
campings en bungalowparken onderscheiden zich door hun maatschappelijk verantwoor-
de manier van ondernemen, waarin zij veel waarde hechten milieu, cultuurhistorie en
folklore.
Hoe kijkt u aan tegen grootschalige (verblijfs)recreatie in de toekomst van Ol-
denzaal?
40
PROATSTUK STADSVISIE 2025
8.2 BESTUURLIJK DOMEIN: DE ROL VAN HET GEMEENTEBESTUUR EN DE OR-
GANISATIE
Inleiding:
In een historisch perspectief zien we dat overheidsbemoeienis is verlopen van een sterk
bepalende overheid (hiërarchisch model) naar een zich terugtrekkende overheid (markt-
model) naar de interactieve rol van de overheid op dit moment (gericht op communicatie
en participatie). In het laatste model heeft de gemeente vaak een regisserende rol. Het is
niet altijd vanzelfsprekend dat de gemeente de regierol heeft (of neemt). Het is afhanke-
lijk van het onderwerp, het beleidsterrein of de betrokken partijen. Soms wordt je in die rol
gedrukt.
Regie is een situatie waarin de gemeente op basis van hogere regelgeving of eigen be-
voegdheid de verantwoordelijkheid heeft voor de totstandkoming van beleid.
De gemeente is in deze situatie in sterke mate afhankelijk van de medewerking van an-
deren (burgers, maatschappelijke organisaties, private partijen, andere overheden).
De gemeentelijke regierol gaat vooral over de wijze waarop de gemeente de totstandko-
ming van gezamenlijk beleid probeert te bevorderen. Als regisseur, breng je partijen bij-
een, ben je spin in het web, heb je een visie (kennis van inhoud), heb je zicht op de spe-
lers aan tafel (hun sterke en zwakke kanten), maak je regels, stel je kaders, spreek je
aan op verantwoordelijkheden, breng je de politieke / maatschappelijke relevantie in
beeld, toon je respect voor de kennis en ervaring van de actoren.
Regisseren gaat over afstemming en samenwerking tussen verschillende betrokkenen.
Met samenwerking willen we voldoende samenhang bewerkstelligen. Samenwerking is in
zekere zin een houdingsvraagstuk. Niet voor niets horen we vaak zeggen `samenwerking
valt of staat met de personen'. De overheid als regisseur nodigt maatschappelijke actoren
uit hun aandeel te nemen in de verantwoordelijkheid die we met elkaar delen. De over-
heid prikkelt die actoren en biedt faciliteiten.
Voor het goed vervullen van de gemeentelijke regierol gaan we uit van de volgende
5 s'en voor bestuurlijk handelen:
· Stimuleren (inzet op innovatie en diversiteit)
· Situeren (kennis van de actoren, de netwerken, de lopende activiteiten, zicht op de
sterke en zwakke kanten in dit geheel)
· Steun creëren (realiseren en behouden van voldoende steun voor gezamenlijke inzet)
· Structureren (samenwerking gaat niet vanzelf, netwerken vormen is wat anders dan
er voor zorgen dat ze goed blijven functioneren; hierbij hoort faciliteren van netwer-
ken)
· Sturen (zorgen dat er voor de actoren zicht is op interessante uitkomsten, sturen op
ieders flexibele en creatieve opstelling)
41
PROATSTUK STADSVISIE 2025
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. Het gemeente bestuur wil meer beleidsmatig te werk gaan en transparant zijn naar de
samenleving. Het bestuur realiseert zich tevens dat deze tijd vraagt om een andere hou-
ding: Meer tussenheid dan overheid of anders gezegd: meer horizontalisering dan verti-
calisering. Of nog anders: meer een regisserende overheid dan een bepalende overheid.
Is dit een ontwikkeling die past bij uw beeld van de overheid in de toekomst?
2. Het dualisme heeft onder meer tot doel de volksvertegenwoordigende rol van de ge-
meenteraad beter tot uitdrukking te brengen. Landelijke evaluaties laten zien dat de ver-
wachtingen op dit punt nog niet gerealiseerd zijn.
Hoe kan de volksvertegenwoordigende rol van de gemeenteraad beter vorm
krijgen?
3. Met betrekking tot de regelgeving is er sprake van een merkwaardig dilemma. Ener-
zijds verkondigen we dat we willen dereguleren. Anderzijds mag er niets verkeerd gaan.
Na elk incident klinkt weer de roep om meer regelgeving.
Wat zijn de wegen om in de toekomst beter met dit spanningsveld om te gaan?
4. Dienstverlening is een belangrijk onderdeel voor de gemeente. Burgers wenden zich
vaak af van de politiek, maar hebben nog wel opvattingen over de kwaliteit van de
dienstverlening. Het vertrekpunt hierbij is een klantvriendelijke en klantgerichte houding.
Er wordt gewerkt aan meer stabiliteit in het niveau van dienstverlening door bijvoorbeeld
te digitaliseren. Het digitaal loket geeft de gemeente kansen om beter bereikbaar te zijn,
en meer mogelijk te maken.
Kan de gemeente in 2025 volstaan met een digitaal loket of moeten alle andere
kanalen ook open blijven?
Hoe groot vindt u het belang van persoonlijk contact?
5. De gemeente streeft ernaar een betrouwbare partner voor burgers en instellingen te
zijn. Iedereen heeft daar op dit moment een beeld bij van het Oldenzaals gemeentebe-
stuur of de ambtelijke organisatie. Dit beeld kan wisselend zijn omdat u als burger, on-
dernemer, instelling, georganiseerde groep contact heeft. Of het kan ook zijn dat u vrijwel
nooit contact heeft, maar uw informatie via de krant of andere media haalt, en daarop uw
mening baseert. Als u wel contacten heeft kunnen deze informeel, resultaatgericht, zake-
lijk, of misschien wel heel anders zijn.
Wat verwacht u in 2025 van het gemeentebestuur, en hoe ervaart u het nu?
Wat verwacht u in 2025 van de ambtelijke organisatie, en hoe ervaart u het nu?
6. Oldenzaal kenmerkt zich door een sterk georganiseerd verenigingsleven. Verenigingen
regelen veel voor de Oldenzaalse samenleving, denk hierbij bijvoorbeeld aan de sport-
verenigingen, maar ook aan grote activiteiten als de Boeskool is lös en het carnaval.
Vindt u dat de gemeente meer samen moet werken met deze "maatschappelijke
partners"?
En hoe ziet deze rolverdeling er in de toekomst uit?
42
PROATSTUK STADSVISIE 2025
8.3 BESTUURLIJK DOMEIN: INTEGRALE VEILIGHEID
Gegevens:
Op basis van recente cijfers (ontleend aan het internetpanel onder een representatief
aantal inwoners en de wijkscans van de politie) mag worden gesteld dat Oldenzaal in
vergelijking met de directe omgeving en vergelijkbare gemeenten een relatief veilige stad
is. Ook al zijn er onderwerpen en ontwikkelingen in wijken waar te nemen die minder po-
sitief zijn. Wat betreft deze ontwikkelingen gaat de grootstedelijke veiligheidsproblematiek
niet (langer) voorbij aan Oldenzaal.
De cijfers over onveiligheidsgevoelens geven een ander beeld dan de objectieve gege-
vens. Van de in het internetpanel ondervraagden geeft één derde aan zich wel eens on-
veilig te voelen. Minder dan één vijfde heeft dat gevoel wel eens in eigen wijk. In zowel
landelijke als regionaal vergelijkbare peilingen ligt het aantal inwoners dat zegt zich over
het algemeen wel eens onveilig te voelen, respectievelijk lager en aanzienlijk lager. De
plekken in Oldenzaal waar men zich vooral onveilig voelt zijn: plekken waar jongeren
rondhangen, de stationsomgeving en rondom uitgaansgelegenheden.
Het huidige veiligheidsbeeld van Oldenzaal is uitgebreid verwoord (ook cijfermatig) in de
Kadernota integraal veiligheidsbeleid 2008: Samen veilig!
Inleiding:
Dat veiligheid een belangrijk onderwerp is behoeft geen betoog. Veiligheid en leefbaar-
heid hangen nauw met elkaar samen. Een goede, effectieve investering in veiligheid is
dus nodig. Een dergelijk investering is alleen mogelijk met een brede blik op het gehele
veiligheidsveld, waarbij alle aspecten in overweging kunnen worden genomen. Het bie-
den van voldoende veiligheid aan burgers en bedrijven is dus een kerntaak van de over-
heid, in dit geval de gemeente. Het Rijk onderkent dit. Het beleidsprogramma van het
Kabinet Balkenende IV kondigt tal van maatregelen aan die Nederland veiliger moeten
maken. En legt de regie (wettelijke verplichting) bij de gemeente(n) neer. De afspraken
zijn vastgelegd in een bestuursakkoord tussen het Rijk en de Vereniging van Nederland-
se Gemeenten.
Gemeenten hebben op hun beurt (in regionaal verband) onderlinge samenwerking ge-
zocht om goed voorbereid en toegerust te zijn ingeval van grootschalige incidenten en
rampen. Ook Oldenzaal doet volop mee in de regionale aanpak. Met de komst van de
Wet op de Veiligheidsregio's is er op dit vlak geen weg terug.
Bespreekpunten (stellingen, open vragen, dilemma's):
1. De gemeente Oldenzaal wil haar burgers een veilige leefomgeving bieden. Iedereen
heeft een eigen beeld bij een veilige stad, waarin je veilig kunt wonen, leven en werken.
Wat is uw beeld bij een veilige stad in 2025?
43
PROATSTUK STADSVISIE 2025
2. Ondanks dat uit metingen blijkt dat het veiligheidsniveau in Oldenzaal redelijk goed is,
blijkt dat de burgers zich niet evenredig veilig voelen. Blijkbaar voelt men zich dus onvei-
liger dan dat de werkelijke situatie is.
Hoe moet de gemeente het juiste gesprek aangaan met burgers zodat men zich
wellicht veiliger gaat voelen, en andersom: welke bijdrage kunnen burgers leve-
ren als het gaat om veiligheid in de eigen omgeving?
3. Oldenzaal kent een sterke sociale cohesie. Dit kan een positief effect hebben doordat
iedereen elkaar "in de gaten" houdt. Maar anderzijds kan het ook een negatief aspect
opleveren dat men zou kunnen ontkennen dat er iets aan de hand is; "bij mij in de buurt
gebeurt zoiets niet".
Hoe staat u tegenover de huidige trends van individualisering, intolerantie en
normvervaging?
4. Bij het ontwerpen van nieuwe woongebieden probeert de gemeente geen sociaal on-
veilige plekken te creëren, maar ondanks dat zullen er altijd plekken blijven waar men
zich onveilig voelt. Soms kan dit ook veroorzaakt worden doordat een gebied in functie
verandert of iets langdurig leeg staat.
Vindt u dat de gemeente voldoende doet aan het terugdringen van sociaal on-
veilige plekken?
5. De gemeente Oldenzaal werkt nu met verschillende partners samen aan dit thema.
Enerzijds wordt binnen Oldenzaal samengewerkt met politie, Openbaar Ministerie en
verschillende maatschappelijke partijen, maar ook in Twents verband en binnen de Net-
werkstad wordt er volop samengewerkt.
Vindt u dat de samenwerking nog verder verbeterd kan worden?
Wat vindt u van "open grenzen" in Twente?
---