Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Contactpersoon Uw brief 208-074 Doorkiesnummer Ons kenmerk AV/CAM/2008/6202 Datum 6 maart 2008 Onderwerp Verzoek van de heer Ulenbelt tijdens Regeling van
werkzaamheden d.d. 26-2-2008

Bij de regeling van werkzaamheden op 26 februari jl. heeft de heer Ulenbelt (SP) gevraagd om een brief over de inzet van het kabinet bij het Voorjaarsoverleg.

In het vragenuur van 26 februari jl. heeft de Minister-president reeds aangegeven dat het kabinet nog in gesprek is met werkgevers en werknemers over het Voorjaarsoverleg. Het voeren van oriënterende gesprekken is een gebruikelijke werkwijze. Besproken wordt of er een (voor alle betrokken partijen) zinvolle agenda kan worden samengesteld. Indien dit het geval is, wordt bekeken wanneer een geschikt moment zou zijn voor het overleg.

Kijkend naar de afgelopen jaren is er enerzijds verscheidene malen voor gekozen geen Voor- of Najaarsoverleg te voeren, terwijl er anderzijds op geëigende momenten akkoorden zijn afgesloten en een Werktop respectievelijk een Participatietop hebben plaatsgevonden. Mijn stelling "geen overleg om het overleg" is dus in wezen niets anders dan een duiding van de al jaren gangbare praktijk. Daarmee is nog niets gezegd over het eerstvolgende overlegmoment.

Het is niet verstandig in deze nog oriënterende fase concreet op de inzet van het kabinet en de informele besprekingen met de Stichting van de Arbeid in te gaan. Het is mij bekend dat sociale partners in het kader van de Stichting van de Arbeid zich beraden over de vraag over welke punten vruchtbaar overleg mogelijk en wenselijk is. Op hoofdlijnen echter zal, wat het kabinet betreft, de agenda inhoudelijk (blijvend) worden bepaald door de noodzaak van een hogere arbeidsparticipatie en een beter functionerende arbeidsmarkt.

Vanaf het begin van de kabinetsperiode ­ en zeker vanaf de Participatietop ­ heeft bevordering van de arbeidsparticipatie de hoogste prioriteit. De suggestie dat het kabinet "niks" doet is onterecht. Aan de in de Participatietop geformuleerde beleidsinzet wordt hard gewerkt. Op onderdelen heeft de Kamer al resultaten gezien, op andere onderdelen zal dit op korte termijn gebeuren. In ieder geval worden sociale partners ­ het gehele jaar door ­ geconsulteerd over de voorgenomen beleidsinzet van het kabinet op al deze verschillende onderdelen. Van afstemming met sociale partners is dus wel degelijk sprake.

Ons kenmerk AV/CAM/2008/6202

In deze afstemming wordt de komende maanden ook duidelijk in welke mate en op welke wijze de door sociale partners toegezegde inspanningen (onder meer op het gebied van scholing en langer doorwerken door ouderen) daadwerkelijk hebben geleid tot afspraken in cao's.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner)


---