SGP


06 - 03 - 08 | SGP: Tweede Kamer is geen coffeeshop

Nederland maakt de naam van handelsnatie weer waar als het gaat om drugs en andere verdovende middelen. Nederland is in Europa een van de grootste importeurs en exporteur van verdovende middelen. Belangrijkste oorzaak: het onmogelijke gedoogbeleid. Daarmee is Nederland ook een van de belangrijkste financiers van de Taliban in Afghanistan en drugsbaronnen in Zuid-Amerika.
Uit allerlei onderzoek blijkt dat growshops drempelverlagend werken voor de kweek van eigen wiet. De overheid sttaat erbij en kijkt ernaar, lijkt het wel. Op dit punt kan en mag van de regering een steviger optreden worden verwacht. NB: Van der Staaij stelde een speciale vraag aan Kamervoorzitter Verbeet. In Amsterdam is een coffeeshop vernoemd naar de Tweede Kamer. Het parlement wordt daarmee geassocieerd met drugs en dergelijke. Kan en mag dat?
________________________________________
Internationaal drugsbeleid
C.G. van der Staaij
6 maart 2008

Nederland maakt zijn imago als handelsnatie helemaal waar. Dat is positief, maar niet als het om drugs gaat. Wij moeten er alles aan doen om geen op dit terrein geen handelsnaam te hebben: geen invoer, geen uitvoer, en geen doorvoor.

Nederland is nog steeds een belangrijke producent van synthetische drugs.
Ook de invoer van drugs in Nederland behoort helaas niet tot het verleden.
Wie de world drugs reports van de UNODC leest, ziet Nederland veel genoemd: cocaine die Nederland binnenkomt, Nederland als genoemde eindbestemming voor drugs die in andere landen wordt onderschept, Nederland als grootste cannabisproducent, op eenzame hoogte met Albanie. Nederland als belangrijk land voor amfetamine-productie.

In Nederland en Europa blijkt een aanzienlijke markt voor het gebruik van cocaïne en heroïne te zijn. Dat is niet alleen een bedreiging van de volksgezondheid. Maar ook een verwerpelijke sponsoring van de Taliban in Afghanistan en de criminele Farc-guerilla in Colombia. Genoeg reden om er krachtig naar te streven geen marktplaats van verdovende middelen te zijn.

In de afgelopen jaren is er ook vanuit Nederland het nodige gedaan om de handel naar en vanuit Nederland te bestrijden. Dat zal krachtig moeten blijven gebeuren. Nationaal, maar ook internationaal. Het bestrijden van drugs is een missie met een lange adem. De strijd tegen de drugs zal eenduidig en ondubbelzinnig moeten zijn. Helaas is dat niet het geval. De halfslachtige houding tegenover coffeeshops blijft ons een doorn in het oog. Er gaat een verkeerd signaal vanuit. Het is naar onze mening tijd om het beleid over een andere boeg te gooien en ernaar te streven dat er geen quasi-legale verkooppunten van drugs meer overblijven.

Nederland is geen eiland. De mogelijkheden om ook via internet de aandacht te vestigen op de Nederlandse coffeeshops, inclusief opwekkende gebruikerservaringen zijn enorm gegroeid. Zie ook het aanbod van coffeeshops online. Een van hen meldt zelfs braaf dat men zich keurig houdt aan de AHOJ-G-criteria. Nu kun je misschien twisten over de term afficheringsverbod, maar het lijkt de SGP-fractie toch wel erg raar dat je gewoon openlijk op internet een winkeltje kunt beginnen zonder dat je je producten uitstalt. Kan de Minister aangeven hoe hij precies aankijkt tegen zulke internetshops? Wat doet hij ertegen?

Aan de voorzitter vraag ik of er vanuit merkenrecht niets te doen is tegen een coffeeshop onder de naam De Tweede Kamer. Juist vanwege het tolerante drugsbeleid moeten we de Tweede Kamer niet geassocieerd willen zien met drugsgebruik. De SGP wil dat daar tegen wordt opgetreden.

Traditioneel wordt in Nederland onderscheid gemaakt tussen soft- en harddrugs. Twee groepen die vanwege de risicoâs die verbonden zijn aan het gebruik een verschillende benadering zouden rechtvaardigen. Wat daar ook dertig jaar geleden van waar mocht zijn â waar de SGP-fractie overigens altijd sterk betwijfeld heeft â voor de huidige drugsmarkt is dit onderscheid naar onze mening niet goed vol te houden. Wat begonnen is als zogenaamde softdrugs is intussen uitgegroeid tot een product dat vele malen sterker en verslavender is geworden. Alleen de term soft-drugs al blijft de onterechte indruk wekken, dat het gebruik daarvan niet zoveel kwaad kan. Graag zouden wij van de minister vernemen hoe hij hier tegenover staat.

Growshops
In de afgelopen jaren is de zogenoemde growshop een belangrijk middel geworden om de benodigde spullen te krijgen om je eigen hennep-tuintje in huiskamer, slaapkamer of op zolder te beginnen. Het WODC-rapport over wietteelt uit 2007 is hier glashelder over: âHet is onmiskenbaar dat de drempel voor burgers om tot hennepteelt over te gaan, door de activiteiten van de growshops sterk wordt verlaagd.â (blz. 14) Een andere conclusie in dit verband is dat de overgrote meerderheid van de growshops zelfs betrokken is geweest bij overtredingen van de Opiumwet.
Een ieder die dat soort conclusies leest, zou denken dat er dan ook wel stevig tegen zulke drempelverlagende winkels zal worden opgetreden. Maar als je verder leest in het rapport, dan komt de treurige conclusie naar voren: eigenlijk doen we er niet heel veel tegen. Zeker niet structureel. In de praktijk moet de bestrijding van growshops vooral gezocht worden in de alertheid van een incidentele opsporingsambtenaar. En dus helaas heel weinig. Aan andere, meer zichtbare criminaliteit wordt meer prioriteit gegeven. Nu staan er natuurlijk in de brief âPreventie begint bij voorkomenâ wel enkele maatregelen in die genomen moeten gaan worden. Niettemin blijven de doelstellingen erg vaag. Graag zouden wij van de minister concreter horen welke maatregelen hij wil gaan nemen en wat zijn precieze doel is in de bestrijding van de hennepteelt. Wanneer kunnen wij duidelijkheid krijgen?
Ook zou het zeer gewenst zijn wanneer de handen ineen geslagen worden om ook structureel van de bestrijding van de growshop een landelijke prioriteit te maken. Mogelijk is er juist ook van andere landen te leren hoe zij met deze problemen omgaan.

Strafbaarheid en bestraffing
Die prioriteitstelling geldt niet alleen de growshops maar ook de drugsbestrijding in het algemeen. Drugs heeft onvoldoende prioriteit in de opsporing. Ook op dit punt verwachten wij van kabinet een duidelijke lijn. Gisteren heeft bijvoorbeeld de voorzitter van de Nederlandse Politiebond, Hans van Duijn, in De Pers gezegd dat het vaker gebeurt dat de politie mensen die drugs hebben gebruikt, laat gaan. En die opmerking stond echt niet in het kader van stakingsacties.
De SGP-fractie vindt dit zeer ongewenst. Wanneer we het Nederlandse beleid serieus willen blijven nemen en op internationaal niveau zichtbaar willen maken dat we staan voor het beleid dat we zeggen te voeren, dan is het noodzakelijk dat we ook echt grondig opsporen. In dit kader moet niet alleen binnen Nederland samengewerkt wordt om de problemen integraal te bestrijden (zoals ook in sommige regioâs gebeurt), maar ook met de omliggende landen. In dit verband zijn we erg nieuwsgierig naar de vorderingen op het gebied van de samenwerking met buurlanden in het grensgebied, zoals het regeerakkoord belooft. Zeker als we beseffen dat de drugsproblematiek voor een belangrijk deel samenhangt met internationale maar ook nationale criminele netwerken, dan mogen we niet stil blijven zitten.

Maar hoe staat het vervolgens met de straffen voor drugs? Ook hier blijkt een wat lakse of zelfs toegeeflijke houding. Als iemand al opgepakt is wegens een drugsdelict, dan wordt zo iemand met een lage straf naar huis gestuurd. De illegale activiteiten kunnen vrijwel meteen weer worden voortgezet. âOp dit moment betekent een aanhouding en veroordeling van leden van criminele samenwerkingsverbanden in de wietteelt niet het einde van illegale activiteiten.â (127)De straffen zullen dus niet alleen objectief zwaarder moeten zijn, maar ook in de concrete gevallen substantieel.
Graag een reactie hierop.

Ook denkt de SGP-fractie hierbij aan uithuisplaatsing bij ontdekking van een hennepkwekerij. Uit het WODC-rapport bleek ook hierbij de rechter nogal eens dwars te liggen door niet te gemakkelijk toe te staan dat iemand uit huis geplaatst wordt. Dit is naar onze overtuiging funest voor de afschrikwekkende werking van het beleid. Met betrekking tot de coffeeshops die samenwerken met (internationale) criminele samenwerkingsverbanden zouden wij graag ook een landelijk stevig beleid zien: sluiten graag.

Goederen leveren strafbaar
Graag zou de SGP-fractie de aandacht van de minister vragen voor een aanscherping van de Opiumwet. Het leveren van goederen naar verwachting gebruikt zullen worden voor het plegen van strafbare (drugs)feiten moet worden bestreden. Wat zijn de voornemens van de minister op dit terrein? Is hij bereid deze
âvoorbereidingshandelingenâ strafbaar te stellen? Welke mogelijkheden ziet hij in dit verband op Europees niveau?

Verkeer
Recent is al gesproken in de Kamer over het samengaan van drugs en deelname aan het verkeer. Waarom wordt er niet scherper opgetreden tegen drugsgebruikers in het verkeer? Waarom laat de drugstester zo lang op zich wachten? Graag ziet de SGP-fractie inspanningen om net als voor alcohol intensief te controleren op drugsgebruik.

Scholen
Het regeerakkoord is ook weldadig duidelijk over de sluiting van coffeeshops rond scholen. Maar ook bij dit thema geldt: liever vandaag dan morgen overgaan tot de daad. Welke stappen zijn er in het achterliggende jaar gezet om coffeeshops te sluiten? Wordt dit alleen aan de plaatselijke welwillendheid overgelaten of zijn er ook landelijke maatregelen die dit ondersteunen?

Voorlichting en preventie
Het regeerakkoord vraagt terecht aandacht voor voorlichting en preventie over de schadelijke gevolgen van drugsgebruik. Wat gaat de minister van VWS hier concreet aan doen? Hoe ziet dat âkrachtige preventiebeleidâ eruit?

Doelen
Tenslotte vraagt de SGP-fractie zich af hoe dit kabinet concreet wil beoordelen in 2011 of de doelen voor bijvoorbeeld de reductie van hennepteelt zijn behaald. Hoe gaat dit getest worden?

SGP: Tweede Kamer is geen coffeeshop