De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Uw brief 29 februari 2008
Doorkiesnummer Ons kenmerk AV/IR/2008/6545
Datum 6 maart 2008
Onderwerp Kamervragen van het lid Van Hijum (CDA)
Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Van Hijum (CDA) over de
ontslagvergoeding voor mensen onder de 40 jaar.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
Ons kenmerk AV/IR/2008/6545
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel "Formule ontslaggeld herzien" (Financieel Dagblad, 26
februari 2008) ?
Antwoord
Ja
Vraag 2
Wat is uw mening over de gedachte die leeft bij de kring van kantonrechters om de
ontslagvergoeding voor mensen onder de 40 jaar af te schaffen?
Vraag 3
Bent u meer in het algemeen van mening dat de in het artikel genoemde voornemens van de
kring van kantonrechters een positieve bijdrage leveren aan het verhogen van de
arbeidsparticipatie, weerbaarheid en werkzekerheid van werknemers?
Antwoord vragen 2 en 3
In het bewuste artikel wordt melding gemaakt van een evaluatievergadering van
kantonrechters waaruit bleek dat kantonrechters soms het gevoel hebben dat de huidige
formule - voor de berekening van de hoogte van een vergoeding bij ontbinding van de
arbeidsovereenkomst - op onderdelen tekort schiet. Vervolgens wordt een aantal onderwerpen
genoemd waarover nader zal worden gesproken en wat mogelijkerwijs zal leiden tot een
voorstel tot aanpassing van de formule. Dat voorstel zou dan worden besproken in een
vergadering van de Kring van Kantonrechters in september 2008, althans zo luidt de
berichtgeving. Ik acht het niet wenselijk vooruitlopend op een eventuele herziening van
genoemde formule te reageren zonder dat duidelijk is waar die uiteindelijk uit zal bestaan.
Vraag 4
Acht u het wenselijk dat de discussie over het toekomstige stelsel van ontslagvergoedingen
wordt overgelaten aan de kring van kantonrechters, of zou dit stelsel naar uw mening een
wettelijke basis moeten krijgen?
Antwoord
In de adviesaanvraag van het kabinet aan de Stichting van de Arbeid over de herziening van
het arbeidsovereenkomstenrecht, inclusief het ontslagrecht, is van de zijde van het kabinet
voorgesteld te komen tot een wettelijke regeling van de ontslagvergoeding. Zoals bekend
hebben de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers verenigd in de Stichting
verdeeld geadviseerd over de voornemens van het kabinet en heeft het kabinet geconcludeerd
dat de discussie over de voorstellen niet vruchtbaar kon worden afgerond, gehoord ook de
discussie in en buiten het parlement. Vervolgens heeft het kabinet een commissie ingesteld met
als opdracht advies uit te brengen over welke maatregelen nodig zijn om te komen tot een
---
Ons kenmerk AV/IR/2008/6545
structurele verhoging van de arbeidsparticipatie (waar de eerdergenoemde voorstellen van het
kabinet mede voor waren bedoeld). Na het advies van de commissie zal het kabinet over de
daarin opgenomen aanbevelingen een standpunt bepalen.
Vraag 5
Bent u bereid om in overleg te treden met de kring van kantonrechters over de evaluatie en
wijzigingen en hiervan verslag te doen aan de Tweede Kamer?
Antwoord
In het Nederlandse staatsbestel is een scheiding aangebracht tussen de wetgevende, de
uitvoerende en de (onafhankelijke) rechterlijke macht. Het ligt dan ook niet in de rede dat ik
met de kring van kantonrechters in overleg treed over de door de kring zelf geïnitieerde
evaluatie van de door hen aanbevolen formule voor het bepalen van de hoogte van de
ontslagvergoeding bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid