Dreigingsniveau in Nederland opnieuw naar substantieel

Hoewel er geen concrete aanwijzigingen voor aanslagen in Nederland zijn, geeft de toegenomen internationale terroristische dreiging aanleiding tot het verhogen van het algemene dreigingsniveau voor Nederland van beperkt naar substantieel. Dit concludeert de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding in zijn nieuwe Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN), waarvan de samenvatting vandaag door de ministers Hirsch Ballin (Justitie) en ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) naar de Tweede Kamer is gestuurd. Met de verhoging van de dreiging is het dreigingsniveau op het niveau zoals dit gold sinds de start van het DTN in mei 2005 tot april 2007. In de tussenliggende periode was de dreiging beperkt.

Sinds de zomer van 2007 is sprake van een toename van de internationale invloed op de jihadistische dreiging in West-Europa. Bij aanhoudingen in het Verenigd Koninkrijk (juni 2007), Denemarken (september 2007) en Duitsland (september 2007) bleek sprake van training en soms van strategische sturing door aan al Qa'ida gelieerde groeperingen in onder meer Pakistan en Afghanistan. In de beoordeling van de invloed uit Pakistan en Afghanistan moet worden meegenomen dat daar al geruime tijd een zeker herstel van de kern van al Qa'ida gaande is. Uit een recente Spaanse casus (januari 2008) blijkt dat de aanslagplegers niet eerder in Europa waren, maar lijken te zijn ingevlogen vanuit het grensgebied Pakistan/Afghanistan. Het handelt zich bij dergelijke jihadisten om een groep die beter en meer praktijkgericht is getraind dan de meeste in Europa woonachtige jihadisten.

Kennis opgedaan uit recent verijdelde aanslagen in Europa maakt het voorstelbaar dat in West-Europa, en dus ook Nederland, meer dan voorheen rekening moet worden gehouden met een aanslag. De dreiging gaat hoofdzakelijk uit van aan de kern van al Qa'ida gerelateerde groepen uit Pakistan en Afghanistan. Daar komt bij dat Nederland de afgelopen tijd negatief in beeld is gekomen in de islamitische wereld door de wijze waarop discussie over de islam in Nederland door sommigen wordt gevoerd, bijvoorbeeld naar aanleiding van een aangekondigde film over de Koran. Positief is dat in het huidige DTN wederom gesignaleerd wordt dat Nederlandse moslims zich opmerkelijk weerbaar opstellen tegen radicalisering en extremisme.

De beschreven internationale invloed op de dreiging geeft aan dat de zichtbaarheid daarvan voor Europa afneemt: radicalisering, netwerkvorming en training vinden in het buitenland plaats en dus veelal buiten het zelfstandige zicht van de Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Desalniettemin zijn dankzij internationale samenwerking in Nederland in de afgelopen periode ook nieuwe personen onderkend via wie mogelijk een internationale dreiging kan uitgaan tegen Nederland of andere Europese landen.

Noot voor redacties (