Gemeente Alkmaar


Persberichten top

Flexibele toepassing van regels moet woningbouw Alkmaar bevorderen

Alkmaar, 6 maart 2008

Nieuwe Nota Wonen 2008-2013: B&W stemt in met concept-versie voor inspraak.

Rode lijn

Het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar heeft op 19 februari ingestemd met de concept-versie van de nieuwe Nota Wonen 2008-2013 en deze aangeboden aan de commissie SOB. In deze nota houdt de gemeente vast aan haar ambitieuze doelstellingen waar het gaat om de woningbouwproductie. Een kritische maar meer flexibele toepassing van regels en criteria echter moet marktpartijen stimuleren om zoveel mogelijk woningen te bouwen als ook te zorgen voor een gevarieerd woningaanbod. Wethouder Henk Hansen (Wonen): `Niet de gemeente bouwt, maar bijvoorbeeld projectontwikkelaars en woningbouwcorporaties. Als gemeente zullen we flexibel met bepaalde regels en criteria moeten omgaan als dat de woningbouw bevordert. Dat is wat marktpartijen aangeven en daaraan willen we tegemoet komen.`

Kritisch met regels omgaan
Het college blijft nadrukkelijk streven naar een toename van de woningbouwproductie.
Bij de behandeling van concrete woningbouwplannen wil het College samen met de gemeenteraad kritisch zijn op de wijze waarop we met onze eigen regels en uitgangspunten omgaan. Niet omdat de gemeente geen ambities heeft maar omdat we maatwerk moeten leveren als we iets voor elkaar willen krijgen. Want het is niet de gemeente die bouwt of beheert.

Beleidsuitgangspunten blijven van kracht
Dit houdt niet in dat bij voorbaat alles los gelaten wordt. Zo tornt de gemeente niet aan haar geformuleerde beleidsuitgangspunten. Zo moet er minimaal 30% gebouwd worden in categorie 1 (sociale woningbouw met koopprijs tot ong. EUR 160.000; huur tot EUR 491) en 10% in categorie 2 (sociale woningbouw met koopprijs tot EUR 206.000; huur tot EUR 621), alleen hoeft dat voortaan niet meer per project te zijn maar kan dat ook worden verdeeld over meerdere bouwprojecten van één ontwikkelaar.
Ook houdt Alkmaar vast aan ontwikkeling van centrum-stedelijke woonmilieus, maar de keuzes voor woningtypologie en kwaliteit worden mede bepaald door afzetbaarheid op de markt.
Tot slot worden marktpartijen `uitgedaagd' gebiedsvisies te ontwikkelen binnen de rand-voorwaarden van de gemeente.

In de nota wordt geconstateerd dat deze uitgangspunten niet altijd op dezelfde wijze gehanteerd kunnen én moeten worden als we willen dat er in de stad echt gebouwd wordt en de samenstelling van de woningvoorraad gevarieerd is. De woningbouwopgave en de complexiteit van vele projecten laten dit niet toe. Ontwikkelende partijen hebben dit diverse malen benadrukt, onder andere in de participatiebijeenkomsten ter voorbereiding van deze nota. Zij hebben de gemeente dringend opgeroepen zo weinig mogelijk aanvullende criteria op te nemen en als dat al gebeurt, dergelijke criteria te bezien naar de potenties of beperkingen die elke locatie afzonderlijk kenmerken.

Afstemming op actuele ontwikkelingen
Een aantal actuele ontwikkelingen maakt het noodzakelijk dat de gemeente haar beleidsuitgangspunten (zie hiervoor) afstemt op deze ontwikkelingen.

* Zo zien we een stagnatie in de woningbouwproductie. Met Rijk en provincie heeft Alkmaar in 2005 een overeenkomst gesloten voor het bouwen van 3.400 woningen in de periode 2005-2009, die inzet was toen gebaseerd op reële plancapaciteit. De ervaring leert inmiddels dat het ontwikkelen van woningbouwplannen in de bestaande stad om uiteenlopende redenen meer tijd vraagt. Op basis van de verwachtingen eind 2007 komen we uit op een productie van maximaal 2.800 woningen.

* Daarnaast is er een belangrijke marktontwikkeling: veel locaties in Alkmaar lenen zich voor de ontwikkelingen van centrum-stedelijke woonvormen; de optelsom van alle locaties leidt echter tot grote aantallen appartementen en daardoor tot vragen over de afzetbaarheid. Op een aantal locaties heeft dit al geleid tot vertraging, omdat woningbouwplannen herontwikkeld worden.
* Om bepaalde beleidsdoelen te realiseren worden regels opgesteld. Het heeft echter geen zin om regels te formuleren als die niet haalbaar of handhaafbaar zijn. Deze situatie vraagt om deregulering.

* Een vierde actuele ontwikkeling is de noodzaak om meer te regisseren (accent op regierol) dan voorheen. Er zijn meerdere partijen in de stad die voorzien in de woningbehoefte, in nieuwbouw of in de bestaande voorraad. De gemeente wil vanuit haar verantwoordelijkheid reële uitgangspunten aangeven en partijen faciliteren om plannen tot uitvoering te brengen.
* Tot slot is belangrijk de samenwerking met woningbouwcorporaties waar het gaat om te voorzien in de woonbehoefte van allerlei groepen die daar zelf niet of minder goed toe in staat zijn. Er is overleg met deze belangrijke partijen om te bepalen hoe deze samenwerking vorm moet krijgen.

6 maart 2008