GroenLinks wil dat kabinet opkomt voor jonge uitzendkrachten GroenLinks

11 maart 2008

GroenLinks vindt dat het kabinet meer moet doen tegen onveilige situaties op de werkvloer en uitbuiting van uitzendkrachten. Uit onderzoek van FNV Jong blijkt dat veel werkgevers jonge flexwerkers niet goed inwerken en onvoldoende beschermen tegen gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Ook worden de jongeren vaak te laat uitbetaald en zijn zij slecht op de hoogte van hun rechten en plichten. Ineke van Gent vraagt daarom aan minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb om de Arbeidsinspectie beter te laten controleren op misstanden in de uitzendbranche.

Vragen van het lid Van Gent (GroenLinks) aan de minister en staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ingediend 10 maart 2008, over misstanden in de uitzendbranche.


1. Heeft u kennis genomen van het onderzoek van FNV Jong naar de positie van jonge uitzendkrachten?
2. Bent u geschrokken van de bevindingen van FNV Jong? Zo nee, waarom niet?3. Bent u met ons van mening dat het onacceptabel is dat één op de drie uitzendkrachten wel eens ziek naar het werk gaat, dat ze slecht worden ingewerkt, vaak niet de benodigde veiligheidsmiddelen hebben en te laat worden uitbetaald? 4. Deelt u mijn mening dat werkgevers die dergelijke overtredingen begaan, stevig aangepakt dienen te worden? 5. Bent u bereid de Arbeidsinspectie nauwgezet onderzoek te laten doen naar de behandeling van uitzendkrachten, zowel op het punt van de veiligheid als de uitbetaling van het loon? 6. Wat is uw oordeel over de uitkomst van het onderzoek dat veel jonge uitzendkrachten niet op de hoogte zijn van hun rechten? Bent u bereid de uitzendbureaus, nu blijkt dat zij niet uit eigen beweging het ABU-boekje met rechten en plichten voor uitzendkrachten uitreiken, hiertoe te gaan dwingen? 7. Wilt u zich daarnaast inspannen om deze kennisachterstand, bijvoorbeeld samen met FNV Jong, in te lopen? 8. Bent u tot slot bereid om met de werkgevers in de uitzendbranche afspraken te maken over de scholing van werknemers, ook als zij op oproep- of tijdelijke basis werken? 9. Wat is in algemene zin uw oordeel over de positie van uitzendkrachten? Bent u bereid om, in het kader van de evaluatie van de Flexwet, de positie van uitzendkrachten te versterken?

Ineke van Gent