Ministerie van Buitenlandse Zaken

De leegte achter ons. Toespraak ter gelegenheid van het in ontvangst nemen van het eerste exemplaar van het boek 'De Leegte Achter ons laten' van Selma Leydesdorff

11-03-2008

Toespraak: Koenders - Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Samenvatting:

Dear Professor Leydesdorff, Dear Mrs, Fejzic, Mrs.Zukanovic, Mrs. Efendic, Your Excellency mr. Sabeta, dames en heren,

Heel veel dank voor de eer het eerste exemplaar van dit boek in ontvangst te mogen nemen. Ik heb de drukproef al mogen lezen dit weekend en die heeft me diep geraakt. Ik vind het ook van groot belang als minister voor Ontwikkelingssamenwerking dit eerste echte exemplaar uit uw handen te mogen ontvangen. Een bijzonder moment, in aanwezigheid van enkele overlevenden uit Srebrenica.

Ik ben ervan overtuigd dat Professor Leydesdorff met dit boek eindelijk --en soms tegen de stroom in- gedaan heeft wat gedaan moest worden: de slachtoffers opnieuw centraal stellen. De onderschatting van het kwaad en van de ellende vooropstellen en de vrouwen die het ondergingen een duidelijker stem geven. Het persoonlijk verhaal als de eerste waarheid vertellen. Wetenschap en empathie worden hier verbonden. En daarmee wordt ook aan de juristen, analytici, politici, ambtenaren en andere een forse, terechte boodschap meegegeven: wie de slachtoffers niet steeds opnieuw wil horen, wie hen niet steeds centraal stelt, beïnvloedt de geschiedschrijving en doet de vermoorden in de grootste Europese Massamoord van na de Tweede Wereldoorlog onrecht.

Dit weekend kwam ik terug uit Afrika, waar ik sprak met de slachtoffers van de massamoorden in Somalië; opnieuw weggedrukte slachtoffers in een kamp dat relatief onbeschermd ligt in het barre binnenland van Jemen. Geen Srebrenica, wel het keiharde teken dat er nu weer vrouwen zijn die trauma vertegenwoordigen, en leegte kennen. Heel persoonlijke leegte. En voor wie ­zoals proffessor Leydesdorff het stelt- geen context meer bestaat. Toen ik dit weekend bij terugkomst van mijn reis de drukproeven van dit grote 'oral history'-boek las, schrok ik van de herkenning. Het slachtoffer, de achtergeblevene, de overlevende, wordt in de dagelijkse gang eerder als lastpost dan als ho ofdpersoon gekarakteriseerd. In dit boek is die rolverdeling ­tereccht- omgekeerd.

Voor mij is een belangrijke boodschap van dit boek ook het gesprek. Altijd weer is het menselijk contact het begin van een oplossing. En zoals professor Leydesdorff het zojuist zei is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Ze kreeg de volle laag. Ze sprak met vrouwen zonder rust, mensen die soms wonen in een huis zonder vloer, op een laag van aarde.

In de tijd dat ik deel uitmaakte van de parlementaire enquêtecommissie Srebrenica, onder voorzitterschap van de heer Bakker die hier vandaag ook is, heb ik de feiten goed leren kennen en zijn er conclusies getrokken. We hebben zoveel mogelijk proberen vast te stellen wat er gebeurd is in Srebrenica in 1995, de oorlogsmisdaden die begaan zijn door de schuldigen: de Bosnische Servi ërs, in het bijzonder generaal Mladic. Hij mag niet ontkomen aan berechting.

We hebben ook geprobeerd na te gaan welke rol Nederland en Dutchbat speelde, welke beslissingen er destijds genomen zijn. De internationale gemeenschap is tekortgeschoten in het bieden van voldoende bescherming aan de mensen in de safe areas. Daarmee is ook de Nederlandse Regering als lid van die internationale gemeenschap tekort geschoten, zo zei Premier Kok destijds. Het Nederlandse kabinet heeft daaruit destijds zijn consequenties getrokken en is afgetreden, in 2002.

Al deze feiten geven natuurlijk nog lang geen volledig afgerond beeld van alle individuele gebeurtenissen in Srebrenica. In alle kale, ijzingwekkende feiten lijkt soms bijna vergeten te worden dat het een menselijk drama was én blijft. Dat het ging en gaat om de mannen en vrouwen in Srebrenica met hun individuele en gezamenlijke geschiedenissen, hun conflicten, hùn ook individuele waarheid. Het naar binnen gekeerde politieke debat dat we in Nederland zien benadrukt dat soort zaken soms te weinig, en ik strek mijn hand dan ook opnieuw uit naar de vrouwen van Srebrenica die hier vandaag aanwezig zijn.

In dit boek worden de grote lege plekken opgevuld door de verhalen van de overlevenden, de vrouwen van Srebrenica, opnieuw en in vol ornaat aan het woord te laten. Juist door de persoonlijke verhalen, soms chaotisch en gefragmenteerd ­dat kan ook niet anders- wordt het ons als mens mogelijk gemaakt iiets te bevatten van het drama dat zich heeft afgespeeld. We kunnen opnieuw iets proeven van de wanhoop en de verwarring. We kunnen ons iets voorstellen bij de ontreddering van mensen die dachten dat ze beschermd werden. De schok van het opeens afscheid moeten nemen van hun mannen en zonen. We lezen in dit boek welke vernederingen, berovingen en soms ergere dingen de vrouwen hebben ervaren tijdens hun verdrijving uit Srebrenica. Zoals professor Leydesdorff het uitdrukt is Srebrenica voor de vrouwen die het overleefden 'de metafoor geworden van het absolute lijden, van het door iedereen in de steek gelaten worden'. Ze hebben een stem en een gezicht gekregen. Dat is niet alleen belangrijk voor ons, maar ook voor henzelf. Door het verhaal aan de wereld te vertellen en te blijven vertellen kunnen hun herinneringen misschien een plek krijgen, in de wetenschap dat ze gehoord zijn. Hoe moeilijk het ook is en hoeveel obstakels er ook te overwinnen zijn.

Maar ik heb het boek en de verhalen ook gelezen als een waarschuwing om soortgelijke gebeurtenissen elders ter wereld te voorkomen. De situatie in landen als Kenia en delen van Sudan doet soms denken aan de situatie in Bosnië
-Herzegovina in de jaren negentig van de vorige eeuw. Hebben we dan niets geleerd? Ik zei u al, ik kom net terug uit de Hoorn van Afrika. De situatie in enkele vluchtelingenkampen in Jemen is abominabel. Dan besef ik me ook weer dat een aantal van de overlevenden van Srebrenica nog altijd in opvangcentra vertoeven of nog geen veilige woonomgeving hebben gevonden, waar ze zich zelf tevreden mee voelen.

Professor Leydesdorff schetst een indringend beeld van buren en vrienden die tegenover elkaar komen te staan en gruwelijke wreedheden begaan. Ze vertelt over de mensen die moesten vluchten en hun familieleden, sociale netwerk, hun identiteit verloren: de grote 'leegte' uit de titel van het boek. De leegte die mensen voelen als de wereld die zij kenden verdwenen is en zich een nieuwe plek moeten vinden in een compleet veranderde samenleving.

Wie het boek leest zal concluderen: de vrouwen van Srebrenica zijn sterke vrouwen. Met toekomstdromen. Er ligt een leegte achter hen, maar er is een toekomst voor henzelf en voor hun kinderen. Maar zo makkelijk is het niet. Context creëer je pas na heel veel vallen en opstaan.

Dames en heren,

Het opbouwen van een nieuwe samenleving in Bosnië-Herzegovina en de slachtoffers van de oorlog helpen om hun plek te vinden in deze gemeenschap is nog steeds een essentiële opgave van de internationale gemeenschap op dit moment. In Nederland is in 2002 het kabinet afgetreden als politieke verantwoording om het drama in Srebrenica. Ik memoreerde het zojuist al. Dat wat niet niks; het was een duidelijke politieke positie. Nu is de opbouw van heel Bosnië-Herzegovina ­hoe moeilijk ook- van groot belang, ook vooor de stabiliteit en vrede in Europa. Maar wij denken als Nederlanders speciaal ook aan de mensen in Srebrenica. Want wij waren daar zelf bij in de jaren negentig. Niet voor niets is de val van de enclave Srebrenica eerder dit jaar opgenomen in de Canon van de Nederlandse geschiedenis. Het is één van de vijftig gebeurtenissen geworden die alle kinderen in Nederland moeten kennen en moeten proberen te verstaan. Maar we moeten veel meer doen. We kunnen het leed weliswaar niet verzachten, maar moeten op zijn minst doen wat we kunnen om de toekomst te verbeteren.

U weet dat Nederland steun geeft aan wederopbouw- en hervormingsprogramma's in heel Bosnië. Maar we hebben ook een speciaal programma voor Srebrenica ­ in de brede zin des woords: het gaat niet alleen om de wederopbouw van de gemeenschap maar vooral ook om de getroffenen die uit Srebrenica wegtrokken. Tot 2011 zal Nederland 5 miljoen euro per jaar blijven investeren in de wederopbouw van de voormalige enclave. Het speciale programma zal wat mij betreft zo nodig daarna worden voortgezet.

De wederopbouw van de gemeenschap in de regio vergt veel inzet en alle partijen in Bosnië-Herzegovina moeten daarbij aangesproken worden. De aandacht aan de overlevenden van Srebrenica heeft een prominente rol. We ondersteunen de opsporing en identificatie van vermiste personen, bijvoorbeeld. Dat is één van onze prioriteiten en nog steeds een gigantische opgave. Nederland heeft onlangs een verzoek gekregen van de International Commission on Missing Persons, dat de identificatie van slachtoffers coördineert, om extra geld ter beschikking te stellen voor dit doel. Veel lichamen zijn herbegraven. Daarbij zijn lichamen in soms wel 5 verschillende massagraven terecht gekomen, wat betekent dat er niet één maar meerdere DNA-testen nodig zijn om de gevonden lichamen te koppelen aan de vermiste personen van de genocide in Srebrenica. Ik heb het voornemen om dit verzoek van 1,8 miljoen euro te honoreren. Nabestaanden hebben immers het recht te weten wat er met hun geliefden is gebeurd.
Ik wil ook verder gaan met het steunen van organisaties die zich bezig houden met de mannen, vrouwen en kinderen die getraumatiseerd zijn geraakt. We ondersteunen het opbouwen van de samenleving als geheel, wat alleen echt kan als de slachtoffers begraven zijn en de daders vervolgd worden. Steun voor nabestaanden is vaak kleinschalig. En ik ken de kritiek: de regels knellen soms, zijn niet altijd even goed toegesneden op de behoeften van juist de individuele slachtoffers. De Nederlandse ambassade in Sarajevo doet z'n best om onze regels zo effectief mogelijk toe te passen en ook actief met de Bosnische regering in contact te treden. Met enige regelmaat worden vertegenwoordigers van organisaties van slachtoffers op de ambassade uitgenodigd. En zo hoort het ook. Dit moet gewoon goed komen. Ik zal hier zelf scherp naar blijven kijken. Dat is mijn, dat is onze opdracht.

Nederland is betrokken bij woningbouwprojecten, gezondheidszorg en bevordering van het midden- en kleinbedrijf. Het is essentieel dat dat gebeurt. Het is nodig om het eigen initiatief van de overlevenden te ondersteunen. Daarbij is ook de Bosnische staat van essentieel belang voor het integreren van de nabestaanden in de wederopbouw. We kunnen het niet alleen.

Dames en Heren,

De val van de enclave Srebrenica had nooit mogen gebeuren, daar is iedereen het over eens. Dat Nederland daar was, is een pijnlijke herinnering die we soms misschien liever zouden vergeten. Maar we mógen het niet vergeten en mogen zeker niet de conclusie trekken dat we maar beter aan de zijlijn moeten blijven staan. Nederland moet internationaal betrokken zijn als de situatie daar om vraagt, richting de slachtoffers van Srebrenica. Maar ook elders, bij vredesmissies, in Afrika bijvoorbeeld en op andere plekken waar het ook nodig is.

Tegelijkertijd is het belangrijk dat we proberen om na deze inktzwarte bladzijden van jongste geschiedenis naar de toekomst te kijken, hoe moeilijk dat ook is. Verzoening op de Westelijke Balkan, en een blik op het heden en hierna zijn belangrijk, vooral voor de jonge generatie die niet terecht mag komen in een nieuwe isolatie en afhankelijkheid. Isolement moet vervangen worden door perspectief en kansen.

Dames en Heren,

Sabaheta, een van de vrouwen die professor Leydesdorff interviewde vertelde het volgende over haar ervaringen in Srebrenica. Ik citeer: 'Je kon iemand horen schreeuwen en dan stonden we allemaal, met misschien vijftienduizend mensen op en schreeuwden we tegelijkertijd. Kun je je voorstellen dat vijftien- tot zestienduizend mensen tegelijk schreeuwen en dat niemand het hoort? Ik denk dat het gehoord had kunnen worden in half Servië. En de wereld wist wat niet wat er gebeurde? Iedereen wist wat er gebeurde. Maar ze wilden niet helpen.'

Dankzij dit boek wordt de schreeuw van de vrouwen van Srebrenica opnieuw gehoord. Selma Leydesdorff heeft dit boek geschreven 'against all odds', met grote persoonlijke inzet. Het is een boek met een voorgeschiedenis. De geschiedenis van Srebrenica natuurlijk, maar ook een geschiedenis van het boek zelf. Het is bepaald niet makkelijk tot stand gebracht en soms onder praktische omstandigheden die te wensen overlieten. Professor Leydesdorff doorkruiste Bosnië 'on a shoestring', zoals dat tegenwoordig heet, vaak slapend bij mensen thuis, om de interviews te verzamelen.

Professor, u weet dat ik dat eerder misschien graag anders had gezien en ik denk dat u er enorm trots op mag zijn dat dit boek er nu is. Ik hoop dat heel veel mensen het zullen lezen.

Dank u wel.